100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete samenvatting Handboek - Vak Online Module Taalwetenschap $9.00
Add to cart

Summary

Complete samenvatting Handboek - Vak Online Module Taalwetenschap

1 review
 87 views  22 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Complete samenvatting van alle negen hoofdstukken uit het boek 'Taalkunde' van het vak Online Module Taalwetenschap. Overzicht en gestructureerd. Inclusief begrippen.

Preview 4 out of 37  pages

  • Yes
  • March 11, 2024
  • 37
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: vandelogtk • 1 month ago

avatar-seller
Hoofdstuk 1 – Fonologie en fonetiek

1.1 Inleiding

Fonologie -> rijkdom aan klankvormen van de taal staat centraal.

Fonetiek= de fysieke aspecten van het spreken en het luisteren.
Fonologie= de studie die zich bezighoudt met de rol van klanken in het systeem van
de taal als geheel.

1.2 Spraakklanken en het klanksysteem

Voor alle talen worden de klanken in medeklinkers en klinkers ingedeeld.

Consonanten= medeklinkers
Vocalen= klinkers

Soorten consonanten:
- Plofklank/explosief= samengeperste lippen die zich in een beweging openen
waarmee de belemmering wordt opgeheven.
- Wrijfklank/fricatief= de afsluiting van de lippen is niet volledig.

Soorten vocalen:
- Tweeklanken/diftongen= twee klinkers die in elkaar overgaan
- Monoftong= een klinker die geen tweeklank is

Grafeem= een letter of een combinatie van letters.

Fonetische tekens= tekens om de klanken van een taal weer te geven (bv. aan
anderstaligen)

Transcriberen= het overbrengen van gesproken of geschreven tekst in fonetisch
schrift.

Grafeem-foneem-conversie= de omzetting van grafemen naar klanksymbolen.

1.3 De vorming van de spraakklanken

Soorten fonetiek:
- Akoestische fonetiek -> spraakklanken als meetbare eenheden vastleggen
- Auditieve fonetiek -> er wordt nagegaan hoe taalgebruikers spraakklanken
waarnemen en begrijpen
- Articulatorische fonetiek -> beschrijft hoe we spraakklanken produceren

1.4 Minimale paren, fonemen en allofonen; co-articulatie

Klankverschillen die betekenisonderscheid uitdrukken zijn belangrijker dan andere
klankverschillen.

Minimaal paar= woorden die in slechts één klanksegment verschillen.

,Foneem= de kleinste klankeenheid die een betekenisonderscheid kan uitdrukken.

Allofoon= klankvarianten die binnen hetzelfde foneem vallen.

Vrije/fonologische variatie= niet betekenis onderscheidend en hangt ook niet samen
met een verschil dat ontstaat onder invloed van klanken die volgen of voorafgaan.

Fonotaxis= het onderdeel dat de mogelijke onderlinge combinaties van fonemen en
andere fonologische eenheden beschrijft.

Coarticulatie -> de articulatie van een klank kan worden beïnvloed door de klanken
die eraan vooraf gaan of er op volgen.

1.5 Distinctieve kenmerken; final devoicing en assimilatie

De fonologie richt zich sterk op de wetmatigheden die betrekking hebben op de
betekenis van onderscheidende kenmerken.

De fonemen van het Nederlands worden onderscheden met behulp van een aantal
distinctieve kenmerken.

De fonologie beschrijft hoe een foneem zodanig kan wijzigen dat er eigenlijk een
ander foneem uit ontstaat.

Eindklankverscherping/final devoicing= stemverlies aan het einde van een syllable.

Spraakklanken kunnen door invloed van de fonologische context ook op een andere
plaats in de mond worden uitgesproken.

Assimilatie= aanpassing van fonologische kenmerken van een segment aan die van
een aangrenzend segment.
- Regressieve assimilatie= terug/naar achteren
- Progressieve assimilatie= de werking is naar voren

1.6 De consonanten van het Nederlands

Articulatieplaatsen:
- Labiaal
- Alveolair
- Postalveolair
- Velair
- Glottaal

Articulatiewijze:
- Plofklank -> explosief
- Wrijfklank -> fricatief
- Vloeiklank -> liquida
- Neusklank -> nasaal
- Halfvocaal -> glijklank

,Articulatieplaatsen:
- Bilabialen -> onderlip komt tegen bovenlip
- Labiodentalen -> onderlip komt tegen boventanden
- Dentalen -> tongpunt beweegt zich naar de boventanden
- Alveolairen -> tongpunt komt tegen de tandkas
- Postalveolairen -> tongblad beweegt zich tegen of naar de plaats vlak achter de
alveolus
- Palatalen -> voorste deel van de tongrug beweegt zich naar het harde gehemelte
- Velairen -> tongrug beweegt zich naar de huig
- Faryngalen -> het lage achterste deel van de tong gaat naar of tegen de
achterkant van de keel
- Glottalen -> stembanden naderen elkaar

1.7 De vocalen en diftongen van het Nederlands

Diftong= tweeklanken
- Echte diftongen -> met twee vocalen
- Onechte diftongen -> met een consonant en een vocaal

1.8 Horen

Geluid bestaat uit trillingen die het trommelvlies razendsnel naar binnen duwen en
weer naar buiten zuigen.
Drie kleine botjes geven aan de andere kant van het trommelvlies die bewegingen
door aan het ovale venster van het met vocht gevulde slakkenhuis.
- Aambeeld
- Hamer
- Stijgbeugel

Het menselijk oor kan geluidshoogte in de frequenties tussen de 20 en 20.000 Herz
horen.

1.9 De fonologische structuur

Generatieve regels= expliciete regels die uit de fonetische vormen de gerealiseerde
vormen voortbrengen.

Natuurlijke klasse= segmenten die als groep kunnen worden gekarakteriseerd door
een of meer gemeenschappelijke fonologische kenmerken en die
gemeenschappelijke regels volgen.

De medeklinkers in het Nederlands worden met een bescheiden aantal kenmerken
van elkaar onderscheiden:
- Consonant -> met sterke of minder sterke vernauwing in de mond-keelholte
- Sonorant -> met vrije luchtuitstroom en met resonantie
- Approximant -> met luchtuitstroom die alleen gehinderd wordt door elkaar
naderende articulatoren
- Continuant -> met doorgaande luchtuitstroom
- Stem -> met trillende stembanden
- Nasaal -> met luchtuitstroom door de neusholte

, - Lateraal -> met luchtuitstroom langs een of twee zijden van de tong
- Labiaal -> met een of beide lippen als articulator
- Coronaal -> gearticuleerd met tongpunt of tongblad
- Dorsaal -> met de tongrug gearticuleerd

Nucleus= de plek in de lettergreep waarop alleen een of twee klinkers kunnen staan
dan wel een klinker die gevolgd wordt door een medeklinker die sonorant is of door
een glide.

Klinkers en medeklinkers doen zich niet in willekeurige combinaties voor.

Syllabestructuurcondities= restricties op de combinaties van medeklinkers.

Universalia= eigenschappen van alle talen.
Rhyme= het tweede en grootste deel van de lettergreep.
Coda= alles wat na de nucleus nog onderdeel van de rhyme is.
Onset= het eerste deel van de lettergreep.

Spraakklanken kunnen aan reductie onderhevig zijn.

Deletie= weglating.
N-deletie -> huizen – huize, werken – werke

De regel final devoicing kunnen we met recht een fonologische regel noemen.
Hij werkt alleen op grond van fonologische elementen, namelijk op een klank in
samenhang met de lettergreepgrens.

1.10 Andere structuren: voet, fonologisch woord; accenttoekenning

Een woord dat uit meerdere lettergrepen bestaat, kun je in lettergrepen opknippen en
verder analyseren.

Bij een verband van meer dan een lettergreep is het altijd de vraag op welke
lettergreep de hoofdklemtoon/het woordaccent valt.

Voet= hoger domein waarin zwak en sterk beklemtoonde lettergrepen in een vast
patroon gecombineerd zijn.

Voettypes:
- Trochee= een voettype waarin de klemtoon op de eerste van de twee
lettergrepen ligt.
- Dactylus= de drielettergrepige voet, waarvan de tweede lettergreep zwak is ten
opzichte van de eerste en de derde lettergreep geldt als zwak in verhouding met
de combinatie van de eerste en de tweede lettergreep.
- Jambe= tegenhanger van de trocheische voet.
- Eenlettergrepige voet

Prominent= de hoofdklemtoon.
Nevenklemtoon= de sterke lettergreep van de eerste voet.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jennifersteenkamp1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53663 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$9.00  22x  sold
  • (1)
Add to cart
Added