Oriënteren op ruimte en
samenleving
1. Eindtermen en leerplannen
- Binnen de lessen Wero verkiest men om thematisch te werken. Binnen bepaalde thema’s zal
men wel cursorisch werken.
- Startpunten leerplan Zill:
o Ervaren
o Vaststellen
o Onderzoeken
o Uitdrukken
o Illustreren
- In 2015 werd Wero opgesplitst in:
o Wetenschap en techniek
o Mens en maatschappij
- Doel van de eindtermen en de ontwikkelingsdoelen:
o Basiscompetenties ontwikkelen die hen in staat stellen te exploreren over mens en
Maatschappij
o Interesses ontwikkelen voor mens en maatschappij
o Een basishouding van openheid en respect ontwikkelen tegenover mens en
maatschappij
o Basisvaardigheden ontwikkelen om zelfstandig met informatie te leren omgaan.
- Kerngedachten:
o Kinderen verwerven kennis en inzicht in zichzelf, in hun omgeving en in hun relatie
tot die omgeving : IK-verhaal
o Kinderen verwerven competenties om in interactie te treden met die omgeving en
worden zij gestimuleerd tot een positieve houding ten aanzien van zichzelf en hun
omgeving.
o Het begrip omgeving moet hier in een ruime betekenis worden begrepen.
Deze kerngedachten werden vertaald naar het leerplan ZILL
De voorgaande omschrijving zegt niet wat een kind concreet moet ‘kennen’ en ‘kunnen’. Om
dit te kunnen bapelen moeten criteria gehanteerd worden. Die hangen af van de
invalshoeken:
o Het kind zelf
o Rollen
o Wetenschappen
o De samenleving
- Eindtermen en ontwikkelingsdoelen werden opgedeeld in 4 domeinen:
o Mens
, o Tijd
o Ruimte
o Samenleving
- Multiperspectiviteit: een verschijnsel vanuit verschillende standpunten bekijken.
- Brongebruik: dient als essentiële vaardigheid, te koppelen aan de 4 domeinen en andere
leergebieden.
2. Mens, ruimte en samenleving
Hoofdstuk 1: Wat is Oriënteren op de ruimte?
1. Aspecten van oriëntatie op de ruimte
1.1. Soorten ruimte
- Ruimte: het kan op meerdere manieren worden ingevuld en de beleving ervan kan erg
subjectief zijn. De perceptie van de ruimte evolueert mee met het kind.
Objectruimte Klas Eerste graad
= direct waar te nemen in School
één oogopslag
Vb. je kamer thuis
beschrijven, terwijl je in de
klas bent.
Omgevingsruimte Schoolomgeving Tweede graad
= mentaal beeld dat ontstaat Gemeente
door er zich in te bewegen Provincie
Geografische ruimte België Derde graad
= enkel waar te nemen via Europa
kaarten of modellen Wereld
1.2. Ruimtebeleving
- Kinderen en volwassenen beleven ruimtes op een eigen, persoonlijke en dus subjectieve
manier.
- Er zijn meerdere zaken die deze ruimtebeleving beïnvloeden:
1. Beïnvloedende factoren van de beleefde ruimte
- Of je ergens bent of niet, kan bijvoorbeeld te maken hebben met de vroegere ervaringen die
je in die ruimte had,…
2. Subjectiviteit van de beleefde ruimte
- Hoewel jij een lift een akelige ruimte vindt, voelt een ander zich er bijzonder prettig
3. Persoonlijke ruimte
- Om je ergens veilig te kunnen voelen moet een respect voor de persoonlijke ruimte aanwezig
zijn.
, 1.3. Ruimtelijke inrichting
- Het bewust beleven van ruimte leidt vaak tot een gevoel van verbondenheid met die ruimte.
- Het kind maakt zelf deel uit van de ruimte waarin het aanwezig is, leeft en speelt.
- Tijdens die ontdekkingstocht ziet het aanvankelijk de voorwerpen tot zichzelf. Pas later ziet
het de voorwerpen in relatie tot elkaar
1.4. Kaartvaardigheid
- Dit is concentrisch opgebouwd
o = de leerlijn start in de vertrouwde omgeving en gaat dan steeds ruimer.
1.4.1. Ruimtelijke oriëntatie
- Er zijn heel wat begrippen nodig om relaties uit te drukken:
o Bepalen van de positie
T.o.v mezelf ( ik ben op, onder, boven in,….)
o Bepalen van richting
T.o.v. mezelf (ik ga naar,…)
o Bepalen van afstand
T.o.v. mezelf (ik ben ver van, dicht bij)
1.4.2. De ruimte voorstellen
- We werken steeds van een driedimensionale naar een tweedimensionale voorstelling.
o De zandtafel is hierbij een ideaal hulpmiddel.
o Het nabouwen van het stratenplan op het speeltapijt is een mogelijkheid
1.5. Beginnend geografisch besef
- Geografie: de studie van de ruimtelijke differentiatie van het aardoppervlak en het menselijk
gedrag in de ruimte
- De wetenschap van de ruimte in functie van wat ze de mens kan verschaffen, als een
wetenschap van de door de mens benutte en bewerkte ruimte
- Wero vertrekt altijd vanuit observatie uit de realiteit
- Dit betekent dat het geografisch denken door 3 probleem stellende vragen gericht wordt:
1. Wat? Waar?
2. Waarom daar?
3. Welke rol speelt de mens daarbij?
1.6. Mobiliteit
- Kinderen bewegen zich in de ruimte en worden dus geconfronteerd met verkeer of mobiliteit
- Naast het zich verantwoord leren bewegen en rekening leren houden met de ruimte en de
andere weggebruikers, wil men de kinderen ook leren een reisroute kunnen uitstippelen, ook
met het openbaar vervoer, en hen bewust maken van actuele vervoersproblemen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller justineameloot. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.17. You're not tied to anything after your purchase.