Samenvatting microbiologie periode 1 hoofdfase 1 HAN Mondzorgkunde Nijmegen. Deze samenvatting bevat hoofdstuk 17, 20, 21, 25 van het boek Beertsen Parodontolgie.
Samenvatting Microbiologie – periode 1
Mondzorgkunde jaar 2 – hoofdstuk 17, 20, 21, 25
Hoofdstuk 17 microbiologie van parodontale weefsels
17.2 Supragingivale plaque
Tandplaque = biofilm. Een verzameling van m.o. die ingebed zijn in een matrix van
polymeren, afkomstig van bacteriën en speeksel. De hechting van bacteriën op
harde orale oppervlakken en hun metabolische activiteit is de primaire oorzaak van
gingivitis, parodontitis. Tandplaque heeft ook een voordelige werking voorkomt de
kolonisatie van exogene m.o. die potentieel pathogeen zijn.
Bacteriën in plaque = produceren stoffen die biologisch actief ijn en de afweer van de
gastheer kunnen activeren.
- Zuren
- Endotoxinen
- Antigenen
- Toxische enzymen
- Cytotoxinen
Voorkomen tandplaque in de mond
- Fissuren
- Approximaal
- Parodontale sulcus
Gingivitis tandvleesontsteking veroorzaakt door bepaalde bacteriën in de plaque
die een ontstekingsreactie veroorzaakt bij de gastheer. Grote aantallen leukocyten
zijn dan aanwezig in de plaque.
Ontstekingsreactie zorgt ervoor dat de samenstelling van de plaque verandert.
Gingivitis
Ontstaat wanneer de hoeveelheid tandplaque een zekere grens overschrijdt. Onder
invloed van bacteriële producten wordt het lokale immuunsysteem geactiveerd en er
ontstaat een ontstekingsreactie die gepaard gaat met roodheid, zwelling en bloeding.
Gingivitis is een niet specifieke infectie. De gevoeligheid voor gingivitis varieert
tussen personen en ook de samenstelling van de supragingivale plaque kan sterk
variëren.
- Chronische marginale gingivitis
- Zwangershapsgingivitis
- Acute necrotiserende en ulceratieve gingivitis
- Acute streptokokkengingivitis
- Acute herpetische gingivitis
Hoe tandplaque zich ontwikkeld
Tandoppervlak wordt bedekt met glycoproteïnen en eiwitten uit speeksel. De pellikel.
De pellikel verandert de lading en de vrije oppervlakte energie van het tandoppervlak
zodanig dat hechting door bacteriën mogelijk wordt. Aan deze laag hechten
specifieke bacteriën. De groeisnelheid van deze bacteriën is aanvankelijk hoog en
neemt af als de plaque ouder wordt. De zuurstofspanning in oudere plaque neemt
ook af wat de kolonisatie van anaerobe bacteriën bevordert. Ongestoorde plaque
bevat na veertien dagen nog maar 15% streptokokken, en de anaerobe filamenten
en staven meer dan 40% bedraagt.
,17.3 Subgingivale plaque
Subgingivale plaque = de structuur van subgingivale plaque vertoont
overeenkomsten en verschillen met supragingivale plaque. Onder het tandvlees
hechten bacteriën zich aan
- Pocketepitheel
- Glazuur
- Worteloppervlak als er sprake is van aanhechtingsverlies
- Tussen het pocketepitheel en de tand bevindt zich eveneens een laag
bacteriën.
In subgingivale plaque zijn vooral spirocheten in grote aantallen zichtbaar.
Tussen subgingivale plaque en de tand bevindt zich de cuticula. Deze laag is
opgebouwd uit overblijfselen van een epitheliale aanhechting en materiaal uit het
gingivale exsudaat. In het apicale gedeelte van subgingivale plaque zijn vooral
kokken, staven, spirocheten en bacteriën met flagellen aanwezig. Behalve bacteriën
ook polymorfonucleaire leukocyten. PMN’s.
Plaque die zich vormt aan worteloppervlak is vrijwel identiek aan plaque die zich
vormt aan subgingivaal glazuur. De plaque op pocketepitheel in verdiepte pockets is
anders dan die op het tandoppervlak. Vooral spirocheten en flagellen te zien op de
microscoop.
17.4 Microbiologie van parodontale infecties.
Klinisch gezien wordt chronische gingivitis gekenmerkt door roodheid, zwelling,
verlies van de stevige consistentie en stippeling, bloeding na sonderen. De gingiva is
meestal niet pijnlijk. Lokale factoren die bijdragen aan het ontstaan van gingivitis
betreffen o.a. subgingivale restauraties, Overhangende restauraties, orthodontische
apparatuur, roken en stress. Er zijn verschillende vormen van gingivitis
- Puberteitsgingivitis hogere plaqueniveaus, mondademhaling, crowding en
eruptie van elementen, hogere concentraties oestrogeen en testosteron.
- Zwangerschapsgingivitis hormonen, toename creviculaire vloeistof, gingiva
bloed sneller, pocketdiepte neemt toe. Bij zwangerschapsgingivitis ontstaat bij
een kleine hoeveelheid plaque al gingivitis.
- Gingivitis gerelateerd aan systemische condities diabetes, leukemie,
cyclische neutropenie
- Gingivitis gerelateerd aan medicatie orale conceptica leidt tot een toename
van gingivitis.
Microscopisch onderzoek = parodontale infecties worden o.a. beschreven door
microscopisch onderzoek van subgingivale plaque.
De microflora gezonde sulcus = vooral uit kokken en staven met weinig of geen
beweeglijke bacteriën
Subgingivale plaque bij gingivitis = bevat minder kokken, meer staven en meer
beweeglijke staven en spirocheten. Bij parodontitis is het aantal beweeglijke staven
nog meer.
Op basis van de cel morfologie en de gramkleuring is te zien dat het aandeel
gramnegatieven staven toeneemt bij gingivitis en nog meer bij parodontitis. Deze
gramnegatieve staven bestaan voor een belangrijk deel uit obligaat anaerobe
bacteriën. Hierop werd geconcludeerd dan de pathogene bacteriën bij parodontitis
waarschijnlijk gezocht moesten worden bij de gramnegatieve anaerobe staafvormige
bacteriën.
, 17.5 verschillende vormen van parodontitis
- Parodontitis op jonge leeftijd
- Congenitale neutropenie
- Lokale juveniele parodontitis
- Gegeneraliseerde juveniele parodontitis
- Adulte parodontitis
17.6 Speciële bacteriologie
Bacterie Kenmerken
a. Actinomycetemcomitans Gramnegatief
Facultatief anaeroob
Onbeweeglijk staafje
Groeit het best in verhoogde kooldioxidespanning
Vormt in de kolonie een stervormige structuur
Komt uitsluitend in de mondholte voor
P. Gingivalis Gram negatief
Strikt anaeroob
Staafje
Fermenteert geen
koolhydraten
Sterk proteolytisch
Kapselvormend
Kan een polysacharidekapsel
bezitten
De sterke proteolytische activiteit van p. gingivalis is een belangrijke
virulentiefactor
Tannerella forsythia Gramnegatief
Fusiforme, onbeweeglijke strikt anaerobe mondbacterie
Groeit langzaam
Grote aantallen aangetroffen in actieve parodontale pockets en bij
refractaire parodontitis
Uitsluitend mondbacterie
Prevotella intermedia en Gram negatief
prevotella nigrescens Staafvormig
Zwart gepigmenteerd
Onbeweeglijk staafje
Ze fermenteren koolhydraten
Minder proteolytisch
Altijd in combinatie met p gingivalis aangetroffen
Fusobacterium nucleatum Gramnegatief staafje
Fusiform
Strikt anaeroob
Co aggregatie van p gingivalis en F nucleatum
Proteolytisch
Campylobacter rectus Gramnegatief
Micro-aerofiel
Beweeglijke kommavormige bacterie
Frequent voorkomen in actieve parodontale pockets
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimvanhulten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.