Limitarisme: de theorie dat er een bovengrens moet komen aan hoeveel inkomen en
rijkdom een persoon kan vergaren. (wordt verdedigd door filosoof Ingrid Robeyns)
Theoretische filosofie: Denkt na over wat kennis en wetenschap is. Typische vragen:
Wanneer mogen we zeggen dat iets een feit is? Wat is een goede theorie?
Praktische filosofie: Denkt na over alle vragen die te maken hebben met menselijk
handelen. Typische vragen: Is democratie een goede staatsvorm? Zijn de uitkomsten van de
vrije markt een rechtvaardige?
Bedrijfsethiek is de discipline die zich bezighoudt met alle vraagstukken van het
zakenleven die direct of indirect het menselijke handelen, de menselijke interactie, of de
consequenties daarvan raken. (onderdeel van de praktische filosofie)
Marktethiek is de discipline die zich bezighoudt met de regulering van markten.
Het goede: de goedheid van uitkomsten
Rechten: een drempel (gematigd) of muur (absoluut) op het schade toebrengen aan
anderen
Gematigde positie:
● De meeste mensen zijn gematigd wanneer het op rechten aankomt: ze denken dat
het gerechtvaardigd is om inbreuk te maken op een recht als er voldoende goed op
het spel staat.
● Rechten zijn voor hen drempels op het streven naar het goede.
Absolute positie:
● Sommige mensen zijn absolutistisch wanneer het op rechten aankomt. Ze denken
dat er nooit inbreuk mag worden gedaan op bepaalde rechten, hoeveel goed er ook
op het spel staat.
● Rechten zijn voor hen muren op het streven naar het goede.
HC 2
Determinisme: wat er in de toekomst zal gebeuren is directe functie van de huidige staat
van de wereld, en de natuurwetten
Compatibilisme: Morele oordelen, en verantwoordelijkheid, gaan prima samen met
determinisme.
Moreel relativisme: morele principes, oordelen, en waarden zijn alleen geldig relatief aan
culturen (cultuurrelativisme) of individuen (subjectivisme)
, Subjectivisme: morele principes, oordelen, en waarden zijn alleen geldig relatief aan een
individu, (bijvoorbeeld) als een individu er in geloofd
● Buitenperspectief: objectief, impartieel kijken naar een fenomeen (keuzes lijken
vast te liggen)
● Binnenperspectief: kijken naar een fenomeen dat je zelf ervaart (keuzes lijken nog
niet vast te liggen voor je gevoel)
Vrije wil probleem: als je vanuit het buitenperspectief kijkt, lijkt de morele keuze die we
ervaren vanuit het binnenperspectief een illusie
Moreel/rationeel egoïsme: hetgeen wat je moet doen (rationeel of ethisch) is je
eigenbelang nastreven
HC 3
Moreel probleem: situaties waarin je een moreel oordeel moet vellen over wat je moet doen
1. Cognitieve morele problemen: situaties waarin het niet evident is wat het
moreel juist is om te doen
● Morele dilemma’s
2. Wilsproblemen: situaties waarin het niet moeilijk is om te bepalen wat je
moet doen, maar waarin het wel moeilijk is om het juist te doen
Motivatie: hetgeen je beweegt te doen wat je doet
Reden: hetgeen je zou moeten bewegen om iets te doen
Economische waardecreatie: bij een transactie met wederzijdse instemming wordt voor
beide kanten waarde gecreëerd
Schade: negatieve consequenties met moreel gewicht
Externaliteiten: negatieve consequenties van een transactie aan partijen die niet hebben
ingestemd met de transactie
Economische waarde: wenselijke zaken die in geld uit te drukken zijn (omdat je ze kunt
verhandelen)
Niet-economische waarde: wenselijke zaken die je niet in geld uit kunt drukken (en niet
kunt verhandelen)
Morele principes: regels die belangrijk zijn om te volgen, onafhankelijk van de gevolgen
Respect: erkennen van waardigheid in anderen
In collectieve actieproblemen maken individuen keuzes die voor elk individu goed te
verdedigen zijn als je kijkt naar de consequenties, maar die desastreuze gevolgen kunnen
hebben door de optelsom van al het handelen
Consequentialisme: alleen de consequenties tellen
Deontologie: alleen principes tellen
Deugdethiek: alleen de deugden tellen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AccUVT. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.