Op universiteit → uni doet wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijk onderwijs.
Wetenschap is gericht op het genereren van nieuwe kennis, van dingen die we (op dit moment) nog
niet kennen.
Onderzoek:
Methodologie = theorie achter de methode
Methode = instrumenten die je inzet voor onderzoek
Instrumenteel = wat je vandaag leert, is morgen bruikbaar
➔ Nadeel = kennis alleen inzetbaar voor dat ene doel
Conceptueel = abstracter, je doet nieuwe inzichten op waarvan je nog niet meteen ziet dat ze
bruikbaar zijn. Bruikbaar voor meer doelen. Nieuwe inzichten, bruikbaar over langere tijd.
Wetenschapstheoretische begrippen:
Ideas Evidence
Theorie Empirie
De theorie:
- Theorie = logisch en consistent geheel van uitspraken die dienen om een bepaald
wetenschappelijk verschijnsel of fenomeen te beschrijven en/of verklaren.
o Eisen:
▪ Logische consistentie
▪ Inhoudelijke coherentie
▪ Empirische correspondentie
▪ Spaarzaam
- Hypothese = voorlopige veronderstelling die uit de theorie is afgeleid en die men door
wetenschappelijk onderzoek tracht te toetsen (= voorlopig antwoord op de onderzoeksvraag)
,De theorie achter de theorie:
- 3 strategieën kennisverwerving:
o Deductie = Vanuit een algemeen idee, bijzondere omstandigheden bedenken en op
basis daarvan hypotheses bedenken. Bij deductief redeneren ga je op basis van een
generalisatie zoeken naar specifieke waarden. Met behulp van deductief onderzoek
test je dus theorieën en hypotheses. Je toetst een theorie. → ‘Iedereen is sterfelijk,
dus hij is sterfelijk.’
o Inductie = Vanuit specifieke observaties, die je continu ziet, een algemeen patroon
ontdekken, algemene regelmaat. Als je tot een generalisatie wilt komen over een
specifiek fenomeen dat je hebt geobserveerd, dan redeneer je inductief. Je creëert
een theorie.
o Abductie = Theorieën en modellen bedenken waarmee je zo goed mogelijk bepaalde
patronen in de werkelijkheid kunt aanduiden. Modellen maken die bij patronen
passen om deze patronen te verklaren.
▪ Deze modellen kun je doorrekenen en zodoende kijken wat er bijvoorbeeld
in de komende jaren gaat gebeuren.
- Context of Justification:
Met ‘context of justification’ wordt het rechtvaardigen bedoeld van bepaalde vermoedens
die we hebben over verschijnselen.
➔ Welk bewijsmateriaal kan worden aangedragen om aan te geven dat een bepaalde verklaring
voor een verschijnsel juist is?
- Logisch positivisme, kritisch rationalisme
Logisch positivisten en kritisch rationalisten willen beiden onderscheid tussen
wetenschappelijke kennis en niet-wetenschappelijke kennis → empirisme.
Logisch positivisme Kritisch rationalisme
Waarnemingen = abductie Deductie → theorieën bedenken en dan
toetsen.
Verificatie = zoeken naar casus die these Falsificatie = zoeken naar een casus die de
ondersteunen. these niet ondersteunt → Algemene
Bijvoorbeeld: de these is ‘alle zwanen zijn uitspraak ongeldig als tegendeel is
wit’ vervolgens gaan logisch positivisten bewezen.
zoeken naar witte zwanen om deze these te Bijvoorbeeld: de these is ‘alle zwanen zijn
ondersteunen. wit’, kritisch rationalisten gaan op zoek naar
de zwarte zwaan.
Empirisch Karl Popper
- Verificatie versus falsificatie
Verificatie = zoeken naar casus die these ondersteunen.
Falsificatie = zoeken naar een casus die de these niet ondersteunt Algemene uitspraak
ongeldig als tegendeel is bewezen.
,Casus Janis: Groupthink
Groupthink = groepsleden proberen conflict te minimaliseren en proberen een consensus te
bereiken zonder alle alternatieven kritisch te evalueren → streven naar consensus staat kritische
bespreken van alternatieven in de weg.
Oorzaak → een hechte groep (=cohesie)
Een devil’s advocate instellen bij het gedeelte van ‘aantal besproken alternatieven’ zorgt ervoor dat
er kritischer naar de alternatieven wordt gekeken. Dit verbetert de kwaliteit van het besluit.
- Verscheidenheid in gehanteerde methoden en doelstellingen
- Gemeenschappelijk: systematic interplay between ideas and evidence
Kenmerken sociaalwetenschappelijk onderzoek:
- Gesystematiseerd → uitgekristalliseerde methoden en technieken.
- Gewaarborgd → spelregels/criteria
o Openbaarheid
o Controleerbaarheid
o Herhaalbaarheid
Kenmerken natuurwetenschappelijk onderzoek:
- Werkelijkheid wordt ontleed/beschreven en in haar regelmaat vastgelegd/verklaard.
- Door zintuigen waargenomen werkelijkheid, niet de gewenste werkelijkheid.
- Bevrijd van (bij)geloof.
- Observatie + experiment centraal.
Natuurwetenschappelijk onderzoek vs. sociaalwetenschappelijk onderzoek
Sociaalwetenschappelijk onderzoek heeft geen universele, deterministische wetmatigheden
1. Mensen verschillen onderling in hun waarneming en interpretatie.
2. Mensen zijn talig: de woorden zijn niet de dingen.
3. Mensen ontwerpen probleemoplossingen.
4. Mensen maken zich inzichten over menselijk gedrag eigen.
, 1. Mensen verschillen onderling in hun waarneming en interpretatie.
- Mensen verschillen in de mate waarin ze gevoelig zijn heuristic reasoning.
- Mensen/groepen delen achtergrondkennis tot op zekere hoogte.
- Mensen/groepen worden in uiteenlopende mate geconfronteerd met situaties die om de
opbouw van nieuwe ondergrondkennis vragen.
- Waarbij mensen/groepen verschillen in hun vermogen nieuwe kennis te produceren.
2. Mensen zijn talig: Taal beeldt de werkelijkheid niet één op één af.
- Taaluitingen laten ruimte voor interpretatieverschillen.
- Taal produceert werkelijkheid.
3. Mensen ontwerpen probleemoplossingen: Het genereren van nieuw gedrag.
- Oplossingen voor problemen genereert nieuw gedrag:
o In de vorm van het bedenken van oplossingen zelf (verbeteren of ontwerpen).
o In de toepassing → mensen passen hun (inter)actiepatronen aan.
4. Mensen maken zich inzichten over het menselijk gedrag eigen: Kennis omtrent het object
beïnvloedt het object
- Kennis van ‘wetmatigheden’ omtrent gedrag kan door betrokkenen gebruikt worden om het
betreffende gedrag te veranderen.
taal
aanleiding waarneming nieuwe handelingen
/interpretatie gevolgen
/gedrag
Sociaalwetenschappelijk onderzoek
stock of
knowledge
actie reactie Natuurwetenschappelijk onderzoek
Consequenties voor methode
Algemeen:
- Wetenschappelijke kennis is voorlopig
o Falsificatieprincipe
o Voortschrijdend begrip van het object
o Geld voor zowel natuur- als sociale wetenschappen
- Sociaalwetenschappelijke inzichten bovendien voorlopig
o Object aan verandering onderhevig (nieuwe kennis)
▪ Dit is niet het geval bij natuurwetenschappen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noudb1908. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.56. You're not tied to anything after your purchase.