Samenvatting van het vak Regionale Economie, behorend bij de opleiding Aarde en Economie. De samenvatting bestaat uit de gegeven lesstof (college slides).
Regionale Economie
Emanuel Heinsbroek 2015-2016
College 1: introducte economische groei
Inleidend:
De grote trends, die we uit de economie kennen, zijn de oorzaken van de (kleine) keuzes die
consumenten producenten, insttutes etc. individueel maken.
Bij de cursus regionale economie wordt de economie regionaal geanalyseerd.
Het college:
Locate:
Binnen de economie, wordt het steeds belangrijker op welke locate jij, je bevindt. Je locate kan je al
een enorm voordeel geven in je ontwikkeling. Het is raar dat tegenwoordig locate erg belangrijk is
voor je economische posite, aangezien de afstand tussen plekken relatef steeds kleiner worden.
Transport wordt goedkoper en sneller. Desondanks blijf locate van groot belang, economisch en
sociaal (naar eigen ontwikkeling) gezien. Zo gaan steeds meer mensen in de stad wonen, en wonen
er tegenwoordig meer mensen in de stad dan op het plateland.
Ander voorbeeld:
Doordat veel bedrijven zijn gaan clusteren op een bepaalde locate, is de grondprijs op deze locates
ook duurder geworden, maar verdienen de mensen gemiddeld bij die locate ook meer geld.
Nu komen we bij 3 belangrijke D’s:
1. De eerste D staat voor Density, ofwel dichtheid. Daar waar mensen dicht op elkaar wonen is
de welvaart hoger. De meest dichtbevolkte plek op aarde, Singapore, heef het hoogst
gemiddelde loon per capita in de wereld. Je brengt mensen dicht bij elkaar op dezelfde
plek, wat zorgt voor meer productviteit meer welvaart.
2. D numero dos staat voor Distance. Economische afstand staat voor de afstand die je moet
afleggen, om op een plek te komen waar er sprake is van economische Density. Een plek dat
welvarend is, economisch belangrijk. De afstand begint steeds kleiner te worden, doordat
transportkosten afnemen en de tjd die het kost om de afstand af te leggen ook steeds meer
afneemt.
3. De laatste D staat voor Division. Division is een algemeen woord voor extra risico’s die je
moet nemen voor je economie, deze zijn vaak door mens gemaakte (extra) grenzen. Als
voorbeeld, wanneer jij als transporteerder een aantal dagen bij de douane vaststaat voordat
je het product het land mag binnenvoeren maak je extra (onnodige) kosten Division.
Exporteren naar een land met andere valuta, waarbij jouw valuta deprecieert t.o.v. de valuta
van je export klant, dan is dit ook een Division.
Deze 3 D’s in de praktjk gezien, zie je dat er veel verschillen zijn op globaal/regionaal niveau. Er zijn
veel welvaartsverschillen in de wereld, dan wel niet tussen steden in een land. Maar, omdat de
Distance mogelijk minder wordt tussen landen en de Division steeds minder, kunnen we dan niet
spreken van het convergeren (naar elkaar toekomen) van de landen, in opzicht van
inkomen/welvaart. Beginnen ontwikkelingslanden een inhaalslag te maken richtng de westerse
landen?
1
,College 2: Waar komt economische groei vandaan?
Nog even snel ter herinnering: consumenten NUTS functe willen zo gelukkig worden met hun
geld. Producenten hebben productefunctes willen met zo min mogelijk uitgaven zoveel mogelijk
winst.
Economische groei komt simpel gezegd voort uit de inkomens van arbeiders, ofwel inkomen per
hoofd (wordt vaak verwoord als inkomen per capita, betekent allemaal hetzelfde). Het inkomen
vloeit voort uit directe factoren (productefactoren) en indirecte factoren
(geografe/onwtkkelingsland of westers land, insttutes/corrupte).
Houdt de deze twee soorten factoren goed in het achterhoofd.
Groeitheorie:
Verder opbouwend houdt economische groei nog een aantal zaken in, volgens de neo-klassieke
groeitheorie die nu behandelt wordt.
Oorzaken van groei zijn:
1. Betere technologie
2. Meer arbeid
3. Meer kapitaal
Daarnaast is de productefuncte erg belangrijk. Dit is zoals bij de cursus Inleiding Economie I en II is
geleerd: “er is een bepaalde input en daar komt een bepaalde output uit”.
Deze productefuncte heef in dit geval afnemende meeropbrengsten, bekijk dit vanuit andere
invalshoeken wat betekent dit?
- De marginale opbrengsten nemen af
- Marginale opbrengsten waren de afgeleide van de functe
De technologie en arbeid groeit met exogene groeivoet
Het prachtge model van Solow dat erg belangrijk is:
Het model dat zo dadelijk wordt weergegeven heef 3 (eigenlijk alleen de bovenste twee) kern
functes:
1. De productefuncte: deze is in dit geval een Cobb-Douglas functe (voor meer info hierover
weer terugspieken bij Inleiding eco I en II), en ziet er als volgt uit:
Y =K α (AL)1−α
Y is het inkomen, K is het kapitaal, A is de technologie en L is de arbeid.
2. Accumulate functe: deze ziet er als volgt uit:
dK
=sY −δK
dt
Deze functe laat juist het verband van de K uit de eerdere productefuncte zien. ‘s’ staat
hiervoor de spaarquote, hoeveel gaan mensen van het inkomen dat ze krijgen (Y)
sparen/investeren de rest gaan ze consumeren (hier later meer uitleg over).
3. Groei arbeid en technologie: wordt als volgt weergegeven
dA dL
=gA ; =nL
dt dt
Deze is minder belangrijk, weet dat deze er zo uitziet.
2
,Belangrijk om te weten is, dat de volgende stukken uit de formules exogeen zijn (terugkomend op de
exogene groeivoet). n, g, en s, deze vier zijn exogeen en n+g+ > 0. Zometeen gaan we deze voegen
bij de grafsche weergave.
Het model in intensieve vorm, ofewel het model bekeken naar inkomen per persoon (per capita):
Hiervoor gaan we nu de kleine leters van Y en K gebruiken de per persoon symbolen ‘y’ en ‘k’.
Y
y=
AL
K
k=
AL
Wanneer we dit gaan uitschrijven krijgen we voor het inkomen per capita de volgende uitkomst:
Y
y=
AL
K α ( AL )1−α
AL
K α
( )
AL
kα
Bij het werkcollege ga je deze nog uitgebreid wiskundig uitwerken, let hier goed op.
K
De formule k = geef de volgende uitwerking:
AL
Hierbij moet je log-diferenttren van de defnitevergelijking, wat uiteindelijk uitkomt op:
3
, De grafsche weergave:
Nu gaan we het mooie voorgenoemde model van meneer Solow grafsch weergeven. Er komen
hierdoor 3 lijnen in de grafek. Hierbij staat op de grafek op de y-as een ‘y’ ongedefnieerde en op de
x-as het kapitaal ‘k’.
Hierbij is representeren de drie lijnen het volgende:
- y het inkomen per hoofd (per capita)
- (n+g+)k de exogene groeivoet, bevolkingsgroei/technologie/delta
- Sy de spaarquote, hoeveel gaan de mensen van hun inkomen sparen/investeren (hier zouden
we op terugkomen, zojuist gedaan).
Nu krijg je in het snijpunt van n+g+ en sy het zogenoemde ‘steady stay punt’. Hier zometeen meer
over.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emanuelheinsbroek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.81. You're not tied to anything after your purchase.