Volledige samenvatting van alle literatuur en hoorcolleges. Overzichtelijk per les week onderverdeeld. In combinatie met de "Handige Stappenplan Inleiding Privaatecht" heb je de perfecte voorbereiding (zie bundel). Tentamencijfer 8.1
• Rechtsbetrekking tussen twee (of meer) personen krachtens welke de een (schuldenaar,
debiteur) tot een bepaalde prestatie is verplicht, terwijl de ander (schuldeiser, crediteur) tot
die prestatie is gerechtigd.
• Nakoming vorderen is mogelijk (art. 3:296 BW)
Goederenrecht (BW 3 + 5)
• Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten (art. 3:1).
(a) Zaken (art. 3:2)
(i) Roerende goederen
(ii) Onroerende goederen (art. 3:89)
, (b) Vermogensrechten
(i) Absolute rechten
(1) Eigendom (zakelijk recht) (art. 5:1)
(2) Beperkte rechten
(3) Rechten op immateriële goederen
(ii) Persoonlijke rechten (relatieve rechten)
(1) Vorderingsrecht
Ad (a) Zaken (art. 3:2)
Zaken zijn voor de menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten (art. 3:2).
(i) Roerende goederen
• Registergoederen (containerschip) (art. 3:10)
• Niet-register goederen
(ii) Onroerende goederen (art. 3:89)
• Registergoederen (art. 3:10)
Ad (b) Vermogensrechten
(i) Absolute rechten
Het kan worden gehandhaafd jegens iedereen. De eigenaar staat tegenover de rest van
wereld.
(1) Eigendom (zakelijk recht) (art. 5:1)
• Zaak = eigendom
• Dit absolute karakter heeft twee aspecten:
- Eigendom is een exclusief recht – Anderen moeten de eigenaar
met rust laten in zijn gebruik.
- Eigendom heeft ‘gevolg’ (droit de suite) – het blijft op de zaak
rusten, ook al raakt zij in andere handen. Als de fiets van A wordt
gestolen door X, blijft de fiets eigendom van A en gaat het niet
(2)
, behoren tot het vermogen van X.
HR Blaauboer/Berlips arrest: Bij verbintenissen die betrekking
hebben op een goed gaat wel de actieve zijde (het
vorderingsrecht) maar niet de passieve zijde (schuld) over op
degene die dat goed onder bijzondere titel verkrijgt. Persoonlijke
verbintenissen kunnen het eigendomsrecht niet beperken, zodat zij
evenmin bij overgang van dat eigendomsrecht op de nieuwe
eigenaar van rechtswege overgaan.
• Zakelijke (absolute) rechten zijn in tegenstelling tot persoonlijke rechten,
onderworpen aan twee beginselen
- Individualiseringsprincipe - Men heeft eigendom alleen op
bepaalde specifieke zaken, dat kan niet op basis van soort en
hoeveelheid.
HR Teixera de Mattos arrest: Wanneer iemand zijn
eigendomsrecht op een zaak uit een hoeveelheid soortgelijke
zaken erkend wil zien, hij precies en nauwkeurig moet kunnen
aantonen welke zaak aan hem toebehoort. De zaak moet te
onderscheiden zijn van andere zaken en voldoende
identificeerbaar zijn.
- Eenheidsprincipe (omvat bestanddelen) - Wat door de mens
functioneel een eenheid vorm wordt door het recht als eenheid
gezien. Voor afzonderlijke delen geldt dat de eigenaar van een
zaak eigenaar van al haar bestanddelen is (art. 5:3)
Er zijn o.g.v. art. 3:4 BW twee criteria voor een bestanddeel:
• Wat er naar verkeersopvatting bij hoort– art. 3:4 lid 1 BW
• Zeer hechte fysieke verbinding, wat niet zonder schade
kan worden lostgemaakt – art. 3:4 lid 2 BW
Ter zake van de vraag of apparatuur geplaatst in een
bedrijfsgebouw volgens verkeersopvatting moet worden
aangemerkt als bestanddeel van het gebouw, gaat het erom dat bij
het ontbreken van die apparatuur die bedrijfsgebouw als
onvoltooid moet worden beschouwd. Het gaat niet om de functie
die de apparatuur vervult in het productieproces van in het dat
gebouw uitgeoefende bedrijf, aldus de HR.
(2) Beperkte rechten
Een beperkt recht ontstaat als de eigenaar bepaalde bevoegdheden afsplitst en aan
een ander verleend (art. 3:8 BW). Het vestigen van beperkte rechten kan alleen uit
de wet limitatief opgesomde typen (gesloten stelsel).
• Gesloten stelsel, je kan ze niet zelf verzinnen
(3)
, (a) Zekerheidsrechten
Strekt ertoe om rechthebbende meer zekerheid te verlenen bij het verhaal
van zijn vorderingsrecht.
• Hypotheekrecht (BW 3) (registergoed)
• Pandrecht (BW 3) (niet-registergoed)
(b) Gebruiksrechten
Geeft bepaalde bevoegdheden tot gebruik voor de beperkt gerechtigde.
• Vruchtgebruik (BW 3)
• Erfpacht (BW 5) (zakelijk recht, registergoed)
• Erfdienstbaarheid (BW 5) (zakelijk recht)
• Opstal (BW 5) (zakelijk recht)
(3) Rechten op immateriële goederen
(iii) Persoonlijke rechten (relatieve rechten)
Is een aanspraak jegens een bepaalde persoon. Vaak heeft het betrekking op twee personen:
schuldeiser en schuldenaar
(1) Vorderingsrecht
Het onderscheid is te scherp aangezet omdat veel persoonlijke rechten ook ‘recht
op een zaak’ hebben. Wie een fiets in bruikleen heeft, heeft een persoonlijk recht
maar ook recht op de fiets.
• Niet-register goederen
• Geen eigendom op vorderingsrecht?
Dat heeft de wetgever niet opgenomen in de ‘nieuwe’ BW. Men is geen
eigenaar van bijv. een vorderingsrecht (men kan alleen eigenaar zijn van
zaken), maar men moet zeggen ik ben de meest absoluut gerechtigde tot
het vorderingsrecht. We kunnen wel zeggen dat men eigenaar is (dus een
absolute recht heeft tegen over de rest voor die vordering) en een relatief
recht heeft op de schuldenaar.
Voorrangsregels
• Botsing van twee beperkte rechten
(4)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zidanews123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.18. You're not tied to anything after your purchase.