100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting K4 Omgevingsrecht: Ruimte Leerdoelen $7.00   Add to cart

Summary

Samenvatting K4 Omgevingsrecht: Ruimte Leerdoelen

2 reviews
 144 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

De leerdoelen uitgebreid uitgewerkt (Let op ! Eventuele tabellen kunnen verspringen zodat de tekst niet zichtbaar is, contacteer mij en we lossen dit op ! )

Preview 2 out of 13  pages

  • Yes
  • November 5, 2018
  • 13
  • 2018/2019
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: meveraard2 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: MichaelMetten • 5 year ago

reply-writer-avatar

By: MichaelMetten • 5 year ago

Translated by Google

Note: text is sometimes overlapped by tables so that the text is no longer visible. mss the uploader can do something about that

avatar-seller
Omgevingsrecht: Ruimte | Leerdoelen | K4
Week 1
‘Ruimtelijk bestuursrecht’
Het ruimtelijk bestuursrecht heeft een instrumentele functie. Dit wil zeggen dat het ‘recht’ gericht is op een
bepaald doel. Het doel is hier ruimte. Daarnaast heeft het ook een waarborgfunctie. Dit wil zeggen dat het
een tegenwicht biedt voor de burger tegenover de ingrijpende overheid.

Wro en Bro
De Wro en het bijbehorende Besluit ruimtelijke ordening (Bro) geven regels over de wijze waarop
verschillende plannen voor de verdeling van de ruimte moeten worden vastgesteld. De reikwijdte van de
Wro wordt bepaald door het begrip ‘een goede ruimtelijke ordening’. Eén van de uitgangspunten van de
Wro is dat er een scheiding wordt gemaakt tussen het beleid, de normstelling en de uitvoering. Het
strategisch ruimtelijke beleid wordt vastgelegd in structuurvisies. Juridisch bindende normen voor de
uitvoering van dit beleid worden opgenomen in onder meer bestemmingsplannen, AMvB(‘s) en provinciale
verordeningen. Een ander uitgangspunt is dat de normstelling dient te geschieden door het meest
geschikte overheidsorgaan.

Structuurvisie
Een van de structuurbepalende uitgangspunten van de Wro is dat er onderscheid wordt gemaakt tussen
beleid, normstellig en uitvoering. Het strategisch ruimtelijke beleid wordt vastgelegd in structuurvisies. Op
gemeentelijk, provinciaal en nationaal niveau dienen ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening voor
het gehele grondgebied één of meer structuurvisies te worden vastgesteld. De structuurvisie bevat de
hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling van dat gebied en de hoofdzaken van het te voeren ruimtelijk
beleid. In de structuurvisie zal eveneens meten worden aangegeven op welke wijze de voorgenomen
ontwikkelingen zullen worden verwezenlijkt op grond van art. 2.1 tot en met 2.3 Wro. Naast de verplichte
structuurvisie voor het algemeen ruimtelijk beleid kan ook voor bepaalde aspecten van het ruimtelijk beleid
een structuurvisie worden vastgelegd, waarin de hoofdlijnen van de ontwikkelingen ten aanzien van die
aspecten worden weergegeven. De vaststelling van de structuurvisie voor specifieke aspecten van
ruimtelijk beleid is, in tegenstelling tot de vaststelling van de algemene structuurvisie, niet verplicht op
grond van art. 2.1 lid 2, art. 2.2 lid 2 en art. 2.3 lid 2 Wro.

Totstandkomingsprocedure van een structuurvisie
De Wro kent geen verplichte voorbereidingsprocedures voor een structuurvisie. Wel zal van het voornemen
om een structuurvisie vast te stellen overeenkomstig art. 3:12 Awb kennis moeten worden gegeven in de
dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze. De kennisgeving van het
voornemen tot het vaststellen van een Rijksstructuurvisie in ieder geval in de Staatscourant te worden
gepubliceerd. Bij de kennisgeving wordt vermeld of en op welke wijze publieke participatie zal plaatsvinden.
Die participatie kan bij provinciale en gemeentelijke inspraakverordeningen daarop van toepassing
verklaren. In de structuurvisie zal op grond van art. 2.1.1 Bro uiteindelijk moeten worden verantwoord op
welke wijze burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van de structuurvisies zijn
betrokken. Voor een Rijksstructuurvisie zijn ten behoeve van de parlementaire controle specifieke regels
opgenomen. Een Rijksstructuurvisie mag niet worden vastgelegd voordat de Tweede Kamer daarover heeft
kunnen beraadslagen op grond van art. 2.3 lid 4 Wro. Met de verwezenlijking van een Rijksstructuurvisie
mag bovendien niet worden begonnen voordat de Staten-Generaal daarover heeft kunnen beraadslagen
op grond van art. 2.3 lid 5 Wro.

, Week 2
Bestemmingsplan
Een bestemmingsplan is een juridisch bindend plan, waarin algemeen verbindende voorschriften voor het
gebruik van de grond worden gegeven. In een bestemmingsplan wordt door de gemeenteraad (art. 3.1 lid 1
Wro), voor het gehele gebied ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening de bestemming van het plan
begrepen grond, aangewezen. Je kan hierbij bijvoorbeeld denken aan bestemmingen zoals ‘wonen’,
‘recreatie’, ‘kantoren’, etc. Het bestemmingsplan bevat een ‘verbeelding’ zoals in art. 1.2.1 lid 2 Bro, regels
o.g.v. art. 3.1 lid 1 en een toelichting o.g.v. art. 3.1.6 Bro.




1 De gemeenteraad stelt voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer bestemmingsplannen
vast, waarbij ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening de bestemming van de in het plan begrepen
grond wordt aangewezen en met het oog op die bestemming regels worden gegeven. Deze regels betreffen
in elk geval regels omtrent het gebruik van de grond en van de zich daar bevindende bouwwerken. Deze
regels kunnen tevens strekken ten behoeve van de uitvoerbaarheid van in het plan opgenomen
bestemmingen, met dien verstande dat deze regels ten aanzien van woningbouwcategorieën uitsluitend
betrekking hebben op percentages gerelateerd aan het plangebied.
2 De bestemming van gronden, met inbegrip van de met het oog daarop gestelde regels, wordt binnen een
periode van tien jaar, gerekend vanaf de datum van vaststelling van het bestemmingsplan, telkens opnieuw
vastgesteld.
3 Telkens indien de gemeenteraad van oordeel is dat de in het bestemmingsplan aangewezen bestemmingen
en de met het oog daarop gegeven regels in overeenstemming zijn met een goede ruimtelijke ordening, kan
hij, in afwijking van het tweede lid, besluiten tot verlenging van de periode van tien jaar, genoemd in dat lid,
met tien jaar. In aanvulling op artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht plaatsen burgemeester en
wethouders de kennisgeving van het besluit tot verlenging tevens in de Staatscourant en voorts geschiedt
deze langs elektronische weg.
4 Indien niet voor het verstrijken van de periode van tien jaar, genoemd in het tweede of het derde lid, de raad
onderscheidenlijk opnieuw een bestemmingsplan heeft vastgesteld dan wel een verlengingsbesluit heeft
genomen, vervalt de bevoegdheid tot het invorderen van rechten (geen bouwleges) terzake van na dat tijdstip
door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten die verband houden met het bestemmingsplan.
5 Van overschrijding van de in het tweede lid bedoelde periode doen burgemeester en wethouders schriftelijk
mededeling. Zij leggen deze mededeling bij het bestemmingsplan waarin de bestemming van de grond
laatstelijk is aangewezen, ter gemeentesecretarie voor een ieder ter inzage. Artikel 3:12, eerste lid, van de
Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing. Van de terinzagelegging wordt tevens
mededeling gedaan in de Staatscourant en voorts langs elektronische weg.

Het bestemmingsplan dient voor elke bestemming een doeleindebeschrijving te bevatten, waarbij per
bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven op grond van art. 3.1.3 Wro. Met het oog op de
aangewezen bestemming worden regels gegeven voor het gebruik van de grond en van de zich daar
bevindende bouwwerken zoals bedoelt in art. 3.1 lid 1 Wro. Voor zover nodig kunnen in het
bestemmingsplan ook regels worden gegeven omtrent een daarin opgenomen uitwerkingsplicht,
wijzigingsbevoegdheid of bevoegdheid om nadere eisen te stellen. Het bestemmingsplan moet digitaal
beschikbaar worden gesteld. Het bestemmingsplan gaat verder vergezeld van een toelichting, waarin ten
aanzien van het aantal aspecten een motivering van de in het plan gemaakte keuzes moet worden
neergelegd op grond van art. 3.1.6 Bro. Deze toelichting is van belang voor de uitleg van de voorschriften
van het plan en de toelichting op de ruimtelijke ontwikkeling in het gebied. De toelichting maakt evenwel
geen onderdeel uit van het bestemmingsplan en is dan ook niet juridisch bindend.

Regels met het oog op de aan de grond gegeven bestemmingen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneverklaren. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.00  2x  sold
  • (2)
  Add to cart