Samenvatting literatuur van het vak inkomstenbelasting aan de RUG. Dit is de voorgeschreven van week 5. Dit zijn H3.2.28, 3.5, 3.7, en H6 van het boek: 'Inkomstenbelasting 2023, 19e druk FED fiscale studieserie'.
6.1 ALGEMEEN...................................................................................................................................9
6.1.1 INLEIDING.........................................................................................................................................9
6.1.2 VOLGORDE VAN AFTREK.......................................................................................................................9
6.1.3 DRUKKENDE UITGAVEN EN REDELIJKERWIJS GEDRONGEN VOELEN.................................................................9
6.1.4 NEGATIEVE PERSOONSGEBONDEN AFTREK................................................................................................9
6.2 ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN........................................................................................................10
6.2.1 INLEIDING.......................................................................................................................................10
6.2.2 ONDERHOUDSVERPLICHTING OP GROND VAN HET FAMILIERECHT................................................................10
6.2.3 AFKOOPSOMMEN VAN UITKERINGEN EN VERSTREKKINGEN........................................................................10
6.2.4 KOSTEN VAN BIJSTANDSVERHAAL.........................................................................................................11
6.2.5 VEREVENINGSBETALINGEN..................................................................................................................11
6.2.6 SCHADEVERGOEDINGEN.....................................................................................................................11
6.2.7 LEVENSONDERHOUD INGEVOLGE EEN DRINGENDE MORELE VERPLICHTING....................................................11
6.3 VERLIEZEN OP BELEGGINGEN IN DURFKAPITAAL....................................................................................11
6.4 LEVENSONDERHOUD VAN KINDEREN..................................................................................................11
6.5 SPECIFIEKE ZORGKOSTEN................................................................................................................11
6.5.1 INLEIDING.......................................................................................................................................11
6.5.2 SPECIFIEKE ZORGKOSTEN....................................................................................................................12
6.6 WEEKENDUITGAVEN VOOR GEHANDICAPTEN.......................................................................................13
6.7 SCHOLINGSUITGAVEN....................................................................................................................14
6.8 MONUMENTENPANDEN.................................................................................................................14
6.9 GIFTEN......................................................................................................................................14
6.9.1 INLEIDING.......................................................................................................................................14
6.9.2 DEFINITIES......................................................................................................................................14
6.9.3 PERIODIEKE GIFTEN...........................................................................................................................15
6.9.4 ANDERE GIFTEN...............................................................................................................................15
6.9.5 GEEN GIFT: CONTANT GELD EN QUASILEGATEN.......................................................................................15
6.9.6 GIFTEN AAN CULTURELE INSTELLINGEN..................................................................................................15
, 3.2.28 De oudedagsreserves
a. Inleiding
De oudedagsreserve is in 2023 afgeschaft omdat deze niet meer noodzakelijk was om de
oudedagsvoorziening te realiseren. Sinds 2023 kan hij niet meer opgebouwd worden, maar
bestaande reserves kunnen wel gebruikt worden. De regeling valt onder overgangsrecht (art.
10a.29 lid 1 IB).
In de oudedagsreserve konden ondernemers winsten reserveren voor hun oude dag,
hierover werd geen belasting betaald maar dit werd belast op het moment van uitkering (art.
3.53 lid 1 sub c IB). Deze reserve viel vrij bij de staking, dit leidt tot stakingswinst wat dan
belast is (art. 3.79 IB).
b. Gerechtigden
Een oudedagsreserve kon worden aangewend door ondernemers die aan het urencriterium
voldeden (art. 3.67 IB). Ook buitenlands belastingplichtigen kwamen hiervoor in aanmerking
omdat het een winstbepaling is (HR), ook voor uren in het buitenland gemaakt.
Als je de AOW-gerechtigde leeftijd (art. 7a AOW) hebt bereikt mag je de oudedagsreserve
niet meer aanvullen, maar vrijvallen mag nog uitgesteld worden.
c. Toevoegingen
De oudedagsreserve kan sinds 2023 niet meer aangevuld worden door het vervallen van art.
3.68 IB. Toevoegingen bedroegen een percentage van de winst dat afgesteld werd op de
pensioenrichtleeftijd, met een max van €9632. De toevoegingen kon niet meer zijn dan het
verschil tussen de reserve en het ondernemingsvermogen.
Deze reserve kwam ten laste van de winst, derhalve kwam ze tegemoet aan ondernemers
om een oudedagsvoorziening op te bouwen. Art. 3.69 IB bood nog modelijkheiden om extra
toevoegingen te doen in uitzonderlijke gevallen.
d. Afnemingen
De vervallen artikelen blijven van kracht als overgangsrecht (art. 10a.29 IB) wat de afname
van de reserve betreft. De reserve neemt af met een bedrag van lijfrente premies of het
bedrag waarmee de reserve het ondernemingsvermogen overtreft (art. 3.70 IB). Dit laatste
overigens alleen in bijzondere situaties (staking, niet-voldoen urencriterium of AOW-leeftijd
bereiken).
Bij staking moeten alle reserves worden gerealiseerd (art. 3.61 IB), deze reserve valt namelijk
onder het winstregime.
e. Meer ondernemingen
De reserve wordt per ondernemer opgebouwd, bij meerdere ondernemingen is de grondslag
dus de gezamenlijke winst (art. 3.72 lid 1 IB), maar enkel voor binnenlandse ondernemingen.
f. Inbreng in een bv
Bij inbreng in een bv geldt de doorschuifregeling, maar niet voor de oudedagsreserve (art.
3.65 lid 2 IB). De reserve valt dan vrij (Art. 3.70 lid 1 IB), maar met toepassing van de
stakingsaftrek. Deze reserve kan dan als lijfrente worden aangewend (art. 3.128 IB).
3.5 Periodieke uitkeringen en verstrekkingen
3.5.1 Algemeen
Periodieke uitkeringen zijn in box I belast (afd. 3.5 IB), hoewel het vermogensrechten (box III)
zijn is hiervoor gekozen. Lijfrentes bij een eigen bv vallen onder ROW (art. 2.14 IB).
Lijfrentes zijn een specifieke vorm van periodieke uitkeringen (art. 1.7 IB). Uitkeringen zijn in
geld en verstrekkingen in natura, maar dezelfde regels zijn van toepassing. Er is geen sprake
van een periodieke uitkering indien er rechten/plichten tegenover de uitkering staan (HR).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller larsroelfs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.07. You're not tied to anything after your purchase.