Juridische en gedragswetenschappelijke aspecten van de politie (BKULC02A1B)
Other
Lesnotities JGWAP enkele teksten
137 views 3 purchases
Course
Juridische en gedragswetenschappelijke aspecten van de politie (BKULC02A1B)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Dit is een zeer volledige bundel. Zowel de lesnotities als de samenvatting van de teksten zijn volledig en correct. Voorbeelden/ casussen van in de les inclusief!
Juridische en gedragswetenschappelijke aspecten van de politie (BKULC02A1B)
All documents for this subject (11)
Seller
Follow
crimikaro
Content preview
Juridische en gedragswetenschappelijke
aspecten van politie
INLEIDING: POLITIEFUNCTIE, -BESTEL EN POLITIERECHT
Politiefunctie
De vraag: ‘waarom hebben wij politee? ‘Kunnen we nog zonder politee?’ Neen, we kunnen niet zonder
polite en het komt in veel landen en soorten samenlevingen voor, ze vervullen dus een cruciale functe’ Dit
is de vraag naar de politefuncte’
In een democratsche rechtstaat, niet in een dictatuur, kan er gezegd worden dat de politiefunctie
Een insttutonele functe is,
Die de bescherming van de maatschappelijke orde beoogt
En waarbij de uitoefening van fundamentele rechten mogelijk wordt gemaakt’
(= drie cruciale kenmerken)’ Insttutoneel verwijst naar insttutes, instellingen:
De polite instellingen zelf
Maar ook de politeoverheden: zowel de bestuurlijke (burgemeester, gouverneur, …), als de
gerechtelijke (onderzoeksrechter, minister van justte, openbaar ministerie, …)
Dit bestaat ook in een dictatuur, maar de rechtstaat maakt daar typisch van: gericht op de fundamentele
rechten (grondrechten, mensenrechten)’ Wij hebben polite vanuit dat doel’ We beschermen de
maatschappelijke orde, als het rustg is, en er geen storingen zijn, dan kunnen we onze rechten uitoefenen’
Dit staat in twee belangrijke weten beschreven:
WPA: Wet op het politieambt, wet van 5 augustus 1992.
In Art’ 1 wordt al gezegd dat het belangrijk is voor de fundamentele rechten’ In het tweede lid wordt
leterlijk gezegd dat de polite moet bijdragen tot de bescherming van de individuele rechten en vrijheden
en ook tot de democratsche ontwikkeling van de maatschappij’
WGP: Wet op geïntegreerde politiedienst.
Staat in Art’ 123 omschreven’ Moeten de rechten van de mens in acht nemen’ Fundamentele rechten
‘klinkt? goed, maar is niet altjd evident en kan vragen oproepen’ Bijvoorbeeld: Terroristen die binnenkort vrij mogen
komen. Ze willen geen hulp, enkel strafeinde. Bij voorwaardelijke invrijheidsstelling zouden ze voorwaarden krijgen en dat willen ze
niet.
Bovenstaande was het juridische van de politefuncte’ Wat men echt doet is te verduidelijken met RORON:
Vijf politefunctes (dit is meer empirisch en criminologisch)’
Raad geven: Proberen vermijden dat burgers slachtofer worden van een misdrijf’ Bijvoorbeeld:
campagnes voeren.
Ontradend werken: We gaan mensen met slechte ideeën proberen te ontraden, proberen
voorkomen dat ze tot de daad over gaan’ We gaan preventecampagnes starten, camera?s,
aanwezig zijn op straat, …
Regulerende werken: Er is dus al een probleem, op een bepaalde plaats’ Je gaat je specifek daarop
richten omdat je weet dat er daar een probleem is’
o Bijvoorbeeld: De oude markt, op donderdagnacht is het daar goed, maar vrijdagnacht en zaterdagnacht loopt
daar ontzetend veel crapuul. Als je controles doet als polite heb je succespercentage van 50% (denk: mensen
1
, met drugs, mensen met wapens, veroordeelden, illegalen, …). Je kent het probleem, je weet het te lokaliseren en
je tracht het te reguleren.
o Bijvoorbeeld: Camera’s hangen op plaatsen waar veel diefstal is, gerichte controles, verlichtng hangen
(ruimtelijke ordening)
Onderzoeken van misdrijven: Je onderzoekt misdrijven om de daders te proberen vaten, bewijzen
te verzamelen…
Nazorg: De polite heef een verwijzingsfuncte’ Ook slachtoferopvang, vb’ na woninginbraak komt
de polite op bezoek (preventeambtenaar)
Waarom is er nu zoveel aandacht voor die politee Zij hebben een geweldsmonopolie’ Hierdoor hebben ze
een bijzonder sterke posite, die dus ook aanleiding kan geven tot misbruik (enkel de polite mag geweld
gebruiken)’ Door de bijzonder sterke posite in de samenleving en daarom is er belang aan bepaalde
weten, er moeten waarborgen ingebouwd worden en er is nood aan toezicht’
Uit de politefuncte vloeien opdrachten uit’ Dit zijn er in feite drie (eerste twee gaan we veel nodig
gebruiken in dit opleidingsonderdeel, de derde amper):
Bestuurlijke opdrachten van politie: Bestuurlijk verwijst in dit vak altjd naar de handhaving van
openbare orde’ Het proberen vermijden van de verstoring van openbare orde’
Vb’ betogen mag, is een recht, maar polite moet hierbij dan wel de orde bewaren’ Hoe laat is de
betoginge Waare Wanneere Zo kan de polite de nodige maatregelen nemen’
Heef niets te maken met misdrijven’
Gerechtelijke opdrachten van de politie: Hier gaat het over strafrechtelijk onderzoek en het
opsporen van misdrijven’ Kijkt wie het gepleegd zou kunnen hebben, waarom het gepleegd zou
kunnen zijn, bewijzen verzamelen…
Verlenen van de ‘Sterke Arm’: Gaat over de ‘arm? van de polite, ze verlenen fguurlijk hun arm’
Deze is sterk omdat ze geweldmonopolie hebben’ De polite verleent diensten aan andere
personen die geen geweld mogen gebruiken’ Bijvoorbeeld: Een gerechtsdeurwaarder die einduitspraak wil
verlenen aan verliezende partj. Polite kan eventueel meegaan en als het uit de hand loopt eventueel geweld gebruiken.
Dit gebeurt vaak bij stakingen, ‘wilde’ stakingen die uitbreken in een bedrijf. Men probeert te overleggen maar als dat niet
lukt kan het zijn dat polite versterkt. Het kunnen soms traumatsche ervaringen zijn, bij echtscheidingen hebben de ouders
een afspraak over hoe het hoedenecht gaat. Soms gaat dat niet goed, de moeder of vader wilt het kind niet afgeven. In
veel gevallen is het al geweest dat de polite moet langskomen om het kind ‘weg te nemen’.
Wat we nodig om die opdrachten uit te oefenen zijn bevoegdheden, de polite moet misdrijven opsporen;
gerechtelijk’ Je hebt een set van bevoegdheden nodig die toelaten misdrijven te kunnen uitoefenen’ De
bevoegdheden moeten bijdragen aan de fundamentele rechten’
2
,Politiebestel
Het gaat over de reguliere (klassieke, gewone) politiediensten, op dit moment de lokale en de federale
polite’ Voor 1998 waren dat de rijkswacht, de gerechtelijke polite en de gemeentepolite’
Ook bijzondere politiediensten’ In België zijn die er nu niet meer’ Tot 1998 hadden we deze diensten nog
(luchtvaartpolite (1), spoorwegpolite (2) en zeevaartpolite (3))’ Nu geïntegreerd in de federale polite’
Het derde zijn de inspectiediensten’ Deze bestaan ook in België’ Je hebt de milieu-inspecte, de sociale
inspecte, de fscale inspecte… Het lijkt een politetaak, maar toch gaat het over verschillende diensten’ Ze
houden zich maar met 1 aspect van het leven bezig’
Waarom zijn de inspectediensten opgericht vanaf ?60e Polite en justte hadden geen tjd, capaciteit en
gespecialiseerde kennis’ De wetgever wou hierbij helpen door deze aparte diensten op te richten’
Er kan niet bij benadering gezegd worden hoeveel inspectediensten er zijn (er zijn er heel veel, bovendien
nog eens per gewest verschillend)’ De wetgever mag dit regelen, maar hij zegt vervolgens ook dat er
misdrijven aan gekoppeld worden (is niet altjd goede keuze)’ De weten en decreten zijn heel complex’ Je
creëert buiten het strafwetboek nog allemaal nieuwe strafweten’ Deze diensten worden dus niet aan
polite gegeven maar aan inspecte zodat de polite zich hier niet nog mee moet bezighouden’
Het begrip politieoverheid: Omschreven in Art’ 3 WPA’ De overheid die in de wet wordt aangewezen om
juridische politemaatregelen te nemen’ De polite zelf zal de maatregelen uitvoeren’ Bijvoorbeeld: Een moskee
waar radicale predikers elkaar opzoeken voor radicale ordeverstoringen kan gesloten worden. Het is dus de politeoverheid die dit
Essentieel begrip zeggenschap: Wie heef
mag doen. In dit geval was dat burgemeester, maar de polite zal uitvoeren.
het voor het zeggen over de polite’ Valt uiteen in twee aspecten:
Gezag: Toezien op de polite, leidinggeven aan de polite bij concrete actes en ook de prioriteiten
bepalen van politewerken’
Beheer: Beheer heef te maken met het feit dat de structuur geld kost, iemand moet beslissen
hoeveel geld vb’ de federale polite krijgt’ Op dit moment moeten wij zeer veel capaciteit besteden
worden aan misdrijven’ Dit zijn de ministers of het lokaal
niveau’ Het is extern bestuurd’
Waarom valt dit uiteen in 2 aspectene Als je dit beide ook aan de
polite geef (gezag en beheer), dan is de polite veel te sterk’ Er
moet een evenwicht zijn in de staat’
Politierecht
Er is ontzetend veel politerecht, de codex is niet alles’ Daarnaast is er ook nog de grondwet, het wetboek
van strafvordering… Het politerecht zit dus verspreid over ontzetend veel bronnen’ Twee verklaringen
waarom er zoveel politierecht is:
Polite heef heel machtge posite, er moet dus veel geregeld worden (in elk land, elke democrate)
België is een klein land met veel wetgeving’
De politestructuur voor 1998 heef veel problemen en schandalen gekend’ Dit zal duidelijk worden in de
volgende hoofdstukken’ Het heef ook te maken met de hervormingen’
3
, DEEL I. HISTORISCHE ACHTERGRONDEN VAN HET HUIDIGE
BELGISCHE POLITIEBESTEL
1 De periode vóór de Belgische onafhankelijkheid
Terrorisme valt niet uit de lucht, dat heef een achtergrond’ Er zijn mensen die ervoor gewaarschuwd
hebben’ In 2002-2003 zelfs al in zeer dringende termen’ De historische achtergronden van ons politebestel
hebben we nodig om goed te kunnen vaten wat er nu eigenlijk aan de hand is’ Dat bestaat dus, deel 1: de
historische schets bevat zes hoofdstukken waar we geleidelijk aan komen tot de dag van vandaag’
Hoofdstuk 1 gaat over de periode voor de Belgische onafankelijkheid, de periode voor 1830’ Van daar
wordt verdergegaan tot de dag van vandaag’
1.1 De Franse oorsprong van de “Belgische” politie
De polite zoals wij die vandaag kennen (in heel West-Europa) heef zijn oorsprong in Frankrijk’ De wortels
van ons politestelsel liggen in Frankrijk in de 17e en 18e eeuw’ Er zijn twee niveaus nodig’ Dit zijn niveaus
die als rode draad door de geschiedenis gaan lopen’ Deze rode draden zijn nutg, omdat de student per
rode draad alle elementen uit de geschiedenis bij elkaar brengt ( wordt naar gevraagd in het examen)’ De eerste
rode draad is het verschil of het onderscheid op lokaal niveau en het niveau van de staat (centraal)’ Voor
het lokaal niveau heb je de 17e eeuw nodig’
Wat gebeurde er in de 17e eeuw in Frankrijk? In de 17e eeuw in Frankrijk werd in de grote steden een
politekorps gecreëerd, wat daarvoor nog niet bestond’ In de grotere steden in de 17e eeuw begonnen
politekorpsen te ontstaan’ De eerste stad was Parijs, omdat dit de hoofdstad was’ In 1667 had Parijs als
eerste een korps van polite, omdat die bestuurlijke/ gemeentelijke overheden van mening waren dat zij
het nodig hadden de rust in de gemeente te handhaven:
Om te kunnen zien wat er in de gemeente gebeurt’
Om onrust te vermijden
Om eventueel strafare feiten op te sporen
Dus het bestuur, de burgemeesters, waren van mening dat zij een operatonele arm nodig hadden’ Een
verlengde arm, een korps, dat de bovenstaande punten voor hen ging uitvoeren op lokaal niveau’ Alleen in
de steden was op dat moment een lokale polite’ Dit was het lokale niveau in de 17e eeuw’ Later in het
begin van de 18e eeuw (1720) ontstond de evolute ook op centraal niveau’ In 1720 was te zien dat de
Franse staat een eigen politekorps creëerde, los van de steden’ De korpsen in de steden waren alleen
bevoegd voor hun eigen stad (territoriaal beperkt)’ De staat als centrale overheid was van mening dat ook
zij een korps nodig hadden om grotere onrusten te bestrijden en om de natonale veiligheid te bewaken,
want dat konden stedelijke korpsen niet’ De centrale overheid had een eigen operatonele arm nodig, en
zij schiepen in 1720 een natonaal korps dat bekend kwam te staan als de Natonale Marécchausséce’ Dit was
het startpunt’
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller crimikaro. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.