Samenvatting van de hoorcolleges van het vak Stedenbouw/ Bouwkunde die gegeven wordt op de opleiding Vastgoed & Makelaardij Saxion Hogeschool, leerjaar 2 - kwartiel 4
Waarom dit moduul?
• Vastgoed is een product met waarde. Oog krijgen voor de kwaliteit
• van de gebouwde omgeving is belangrijk !
• De kwaliteit van de gebouwde omgeving wordt mede bepaald door de stedenbouwkundige
opzet en architectonische kwaliteiten (waarde locatie)
• Essentieel om de basis van stedenbouw en architectuur te begrijpen voor gebieds- en
vastgoedontwikkeling
• Stedenbouwkundigen en architecten communiceren vaak in beeldtaal. Hiermee lijken ze
soms een andere taal te spreken dan vastgoedprofessionals
• Vastgoedprofessionals krijgen bij nieuwbouw en bestaande gebouwen al snel te maken met
een architect
Tijdsperioden
Tijdsperioden binnen de stedenbouw:
• Oudheid (ca. 1000 voor Chr. tot 500 na Chr.)
• Middeleeuwen (ca. 500 tot 1500 na Chr.)
• Renaissance (ca. 1400 tot 1600 na Chr.)
• Nieuwe tijd (ca. 1600 tot 1800 na Chr.)
• Moderne tijd (vanaf 1800 tot ca. 1960)
• Hedendaags (1960 – 2000 )
• 21e eeuw => op zoek naar nieuw evenwicht publiek en privaat domein, nieuwe vormen van
opdrachtgeverschap, nieuw (economisch) speelveld
Stadsplattegrond
Bezoekers in een onbekende stad gebruiken (nog steeds)
vaak een plattegrond.
Redenen:
- Weg vinden, oriëntatie belangrijke punten
- Informatiebron voor functioneren van de stad
- Geroutineerde lezer herkent structuren
De verwachtingen t.a.v. een stad komen niet altijd uit.
Stadsbeelden veranderen, maar de structuur van de
stadsplattegrond verandert niet zo snel. Het componeren van de
stadsplattegrond is de essentie van de stedenbouwkundige.
De invloed van eigendom
Eigendomsverhoudingen Amsterdam (in 1986)
• Wit: privaat (oude kern)
• Geel: gemeente
• Rood: erfpacht gemeente
Waarom is dit zo gegroeid ?
De gemeente wilde de macht houden over de gronden.
Vroeger was veel grond in eigendom van private personen,
dit is echt de oude kern. De gemeente kwam later om
gronden in erfpacht te houden en de gele in eigendom.
,De 5 “lagen” van stedenbouw
• Grond
• Stadsplattegrond
• Openbare ruimte
• Bebouwing
• Gebruik
(een goed voorbeeld hiervan is de kop van zuid, Rotterdam, zie hoofdstuk 1)
Perspectief stedenbouw 21e eeuw
Stedenbouw heeft in Nederland een lange geschiedenis
Vanaf de late middeleeuwen: Veel voorbeelden van een planmatige aanleg en ordening van stad en
land.
- Rationele ordening van ‘droogmakerijen’ (o.a. polders)
- Grote stadsuitbreidingen als bijvoorbeeld de Amsterdamse grachtengordel
- Opgaven steeds complexer
Landmeetkunde (o.a.. Kadaster) en civiele techniek waren de belangrijkste instrumenten van de
eerste stedenbouwkundigen en vormden een belangrijke basis voor de professionalisering.
Veranderende tijden!
De samenleving verandert voortdurend. De laatste jaren steeds sneller, o.a. door (technologische)
ontwikkelingen. Ook in de stedenbouw en architectuur staat de wereld daarom niet stil.
Ontwerptaal
• Ontwerpen van deze tijd zijn beter te begrijpen als je de ontwerptaal verstaat en een beeld
hebt van wat daaraan is voorafgegaan.
• Een discussie over mooi of lelijk, over leefklimaat en herstructurering, over publieke ruimte
en privé domein, wordt eenvoudiger als je oog hebt voor de nuances in de vormgeving van
de gebouwde omgeving.
• Het begrijpen en spreken van beeldtaal waar architecten en stedenbouwkundigen graag
gebruik van maken komt de kwaliteit van het vastgoed ten goede.
Beeldtaal
“Partituur”:
(Van Italiaans: partituur, indeling) is in de muziek het volledige overzicht, meestal op papier, van een
muziekstuk, waarin alle afzonderlijke partijen onder elkaar genoteerd staan.
De dirigent kan in de partituur met één blik het totale verloop van de muziek overzien
Dit is wat een goede stedenbouwkundige doet op basis van de stadsplattegrond
Beeldtaal
“Eilanden”:
Aaneengesloten stuk uitgeefbaar privé grondgebied (serie bouwkavels) dat door openbaar gebied
(netwerk) wordt omsloten
,New York, USA
Stadsplan Manhattan (1811) “Een sterk ontwerp”
‘Grid’ als stedenbouwkundige structuur
• Zonder rekening te houden met de topografie, rationeel
• Neutraal stratenpatroon (orthogonaal stelsel)
• Regelmatige verdeling met vierkante ‘eilanden’ met kavels
• Bijzonderheid van individuele gebouwen
‘Streets’:
De verkeersontsluiting tussen de havenfronten (oost – west), 200
smalle straten
‘Avenues’:
De verbinding met het achterland (noord – zuid), 16 brede straten
om de 250m
Broadway: afwijking in het grid => Central Park.
De stadsplattegrond is na ruim 200 jaar bijna ongewijzigd terwijl de bouwmassa, verkeer, bewoners
zijn verveelvoudigd.
Belangrijke verandering in de 20e eeuw in de aard van het stedenbouwkundig werk
Naast:
- preparatie en indeling van het grondvlak
- aanleg openbare werken (civiele opgave)
werden door stedenbouwkundigen voortaan ook
- de architectuur van de bebouwing (o.a. beeldkwaliteitsplan)
- verdeling van functionele programma’s over de stad
Bekende voorbeelden:
• Berlage- Amsterdam Zuid (combi architectuur en stedenbouw, 1917)
• Van Eesteren - Uitbreidingsplan van Amsterdam AUP (functionele planning, 1932)
1966 Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO):
Formaliseert de nauwe relatie tussen functionele planning en stedenbouwkundig ontwerp.
Internationaal werd Nederland als een paradijs gezien voor planners en ontwerpers. De wijze van
denken die ten grondslag ligt aan deze plannen en de WRO heeft de stedenbouw in sterke mate
bepaald.
Het AUP 1932 en Plan Zuid Berlage zijn het resultaat van een kernachtige consensus tussen
opdrachtgevers en publieke sector over de gewenste vorm van de stad.
Opmaat van naar publiek en privaat !
Vanaf de jaren ‘80-’90 doen zich relatief grote veranderingen voor binnen de stedenbouw:
- Terugtredende overheid
- Hernieuwde belangstelling voor cultuur en historie
- Naoorlogse wijken: monotoon, saai, geen identiteit, star
- Meer ruimte voor projectontwikkelaars
- Actief grondbeleid (overheid / markt / corporaties)
- Toenemende individualisering
- Sneller opeenvolgende stedelijke programma’s
- Recente kredietcrisis
Zoektocht naar nieuwe balans tussen sociale samenhang en individuele vrijheid!
, Wisselwerking publiek & private ruimte
Collectieve afspraken en regels die worden vastgelegd => de basis voor stedenbouw.
Continu spanningsveld:
Factoren:
• Macht (bestuur, politiek) => verkiezingen
• Rechtszekerheid (wetten & regels) => bestemmingsplan
• Cultuur (normen & waarden, trends )
De stedenbouwkundige speelt bij het ontwerpproces in op alle 3 factoren.
Opdracht publieke vs. private ruimte
Hertzberger ‘lessons’ for students in architecture (2016):
1. Publieke ruimte vs. private ruimte
2. Een gebied is in meer of mindere mate privaat:
• Toegankelijkheid,
• Verantwoordelijkheid
• Relatie tussen privé eigendom en toezicht en beheer.
3. Oplopende verschillen in territoria
4. Zonering van publieke en private ruimte
5. Van gebruiker naar bewoner
6. De “tussenruimte”
7. Privé claims op de publieke ruimte
8. Het concept achter de publieke ruimte
9. De straat
10. Publieke ruimte - spontaan
11. Publieke ruimte - bedacht
12. Publieke toegang tot private ruimte
Voorbeelden Publieke vs. Private ruimte
Vb. Je eigen kavel/ woning (private ruimte) en de oude markt in Enschede (voor publiek toegankelijk)
maar de kerk kan zowel publieke als private ruimte zijn. Het is in eigendom van een gemeenschap,
maar wel publiek toegankelijk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller WRensen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.