100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Vastgoedmanagement 2 - Vastgoed & Makelaardij, leerjaar 2 - kwartiel 2 $8.04
Add to cart

Summary

Samenvatting Vastgoedmanagement 2 - Vastgoed & Makelaardij, leerjaar 2 - kwartiel 2

3 reviews
 43 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de hoorcolleges van het vak Vastgoedmanagement 2 die gegeven wordt op de opleiding Vastgoed & Makelaardij Saxion Hogeschool, leerjaar 2 - kwartiel 2

Preview 4 out of 36  pages

  • November 6, 2018
  • 36
  • 2017/2018
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: melanie_vanheck • 4 year ago

review-writer-avatar

By: joostmokkink1997 • 5 year ago

review-writer-avatar

By: jurrouwenhorst • 4 year ago

avatar-seller
Samenvatting Vastgoedmanagement 2 2018

Week 2.1
1. Inleiding en geschiedenis
volkshuisvesting in Nederland

Vastgoedmanagement in een schema
 Strategisch
 Tactisch
 Operationeel


De woningmarkt
Hoe kan de woningmarkt ingedeeld
worden?
Hoofdindeling:
– Markt voor koopwoningen
– Markt voor huurwoningen

Per deelmarkt is er weer een nadere onderverdeling te maken, zogenoemde niches:
– Nieuwbouw
– Bestaande bouw

Maar ook naar woningtype:
– Vrijstaande woningen
– Twee-onder-één kap woningen
– Hoekwoningen
– Appartementen
– Et cetera

Kenmerken woningmarkt
• Onmisbaarheid > functie: veilig, droog en warm
• Fixatie van de plaats (immobiliteit)
• Kosten huisvesting beslaat aanzienlijk deel van inkomen personen
• Lange levensduur
• Lange productietijd
• Hoge waarde per transactie
• Transacties zijn kostbaar

Actoren woningmarkt
• Overheid
• Woninginrichters
• Makelaars
• Bouwers
• Projectontwikkelaars
• Beleggers (institutionele, particulieren en woningcorporaties)
• Financiers
• Juristen (notaris)

,Woningmarkt
• Is de woningmarkt belangrijk voor iedereen?
• Volkshuisvesting (= het huisvesten van bevolking) raakt iedereen!
• “Elke beslissing over eisen aan bouw, over criteria voor woningverdeling en over de
hoogte van huren, toeslagen, hypotheekeisen en belastingen heeft grote gevolgen
voor de bewoners” (Van der Werf, 2013).

Problemen woningmarkt
• Lange wachttijden huursector.
• Ontbreken huursegment voor middeninkomens.
• Scheefwonen en gebrekkige doorstroming in huursector.
• Kloof tussen huur- en koopsector is groot.
• Gebrekkige doorstroming koopmarkt door “onder water hypotheken” en beperkte
financierbaarheid door banken (aangescherpte eisen ten opzichte van voor de
kredietcrisis).
• Stijgende koopwoningprijzen afgelopen decennia, omslag vanaf 2008 toen een sterke
daling, anno 2017 stabilisering c.q. stijging van prijzen van koopwoningen (mede
ingegeven door de lage rentestand!).
• Hoge (aflossingsvrije) hypotheekschuld (Rijksoverheid, z.d.).
• Toename netto woonlasten ((Rijksoverheid, z.d.).
• Nieuwbouw komt moeizamer van de grond.
• Leefbaarheidsproblemen in diverse wijken (Stayeart et al, 2009).

Geschiedenis volkshuisvesting
• Geschiedenis volkshuisvesting in Nederland:
– Volkshuisvesting in de periode van industrialisatie (1850-1945).
– Volkshuisvesting vanaf de wederopbouw tot begin jaren zeventig.
– De recente geschiedenis van het wonen (vanaf 1970).
– De woningmarkt in de 21ste eeuw.

Verhuur woonruimte
• Voor de Tweede Wereldoorlog was de verhuur van woonruimte vooral een zaak voor
particulieren.

• Voordelen voor hen:
– Huur komt maandelijks binnen.
– Waarde vastgoed doorgaans stijgende lijn.
– Na de Tweede Wereldoorlog veranderde samenstelling woningmarkt sterk.

Samenstelling woningmarkt
• Na de Tweede Wereldoorlog
veranderde samenstelling
woningmarkt sterk:


Volkshuisvesting 1850 - 1900
• Industrialisatie > trek van platteland naar stad
• Nachtwakersstaat > overheid moest zich zo min mogelijk met de burgers bemoeien en was
er voornamelijk voor het verzorgen van de veiligheid en (in mindere mate) de
(volks)gezondheid van de burgers.
• Zorg voor huisvesting werd niet als overheidstaak gezien (zo waren er geen bouweisen).
Zorg voor huisvesting (zoals bouwen) werd overgelaten aan de particuliere markt.
• Te weinig goedkope woningen waren beschikbaar om de groei van arbeiders op te vangen.
Huurprijzen in de steden stegen sterk in deze periode en dit werkte speculatie met vastgoed
door particuliere beleggers in de hand.

,Volkshuisvesting 1850 – 1900
Gevolg: “revolutiebouw “in deze periode > met inferieure bouwmaterialen werden in een
hoog tempo hele woonwijken gebouwd. Woningenwaren van slechte kwaliteit door slecht
materiaal, slecht geschoolde arbeiders en bouwfraude. Verder werden bestaande (kleine)
woningen gesplitst met als gevolg sociale misstanden (onvoldoende hygiëne, besmettelijke
ziektes, (drank)misbruik et cetera).

Een deel van de gegoede burgerij (o.a. artsen, ingenieurs en juristen) kon de slechte
leefomstandigheden van de arbeidsklasse niet langer aanzien en nam het initiatief tot
ingrijpen. Ook fabrikanten zagen in dat arbeiders beter konden werken als ze beter
woonden.

Het begin van de aanzwellende stroom initiatieven voor het huisvesten van de
arbeidersklasse was het oprichten van de eerste coöperatieve bouwvereniging in 1852. In
1899 was dit gestegen tot een aantal van 112 verenigingen (met gemiddeld 70 woningen in
eigendom).

Door de “verzuiling” kende men verschillende woningbouwverenigingen voor verschillende
delen van de bevolking.

Verzuiling
Wat is verzuiling?
• Verzuiling is de verdeling van een samenleving in groepen op levensbeschouwelijke of
sociaal-economische basis, waarbij de groepen in bepaalde mate van elkaar zijn
afgeschermd. Dit kan worden bereikt door het oprichten van op de levensbeschouwing
gebaseerde instituties als scholen, verenigingen, partijen, vakbonden, omroeporganisaties,
kranten en ziekenhuizen.

• De scheiding tussen levensbeschouwingen wordt wel als verticaal omschreven, terwijl die
tussen sociale klassen dan horizontaal loopt. Levensbeschouwelijke zuilen omvatten dan
meerdere sociale klassen.

Eerste coöperatieve bouwvereniging
• De vereniging ten Behoeve der Arbeidersklasse was de eerste coöperatieve
bouwvereniging
• Particulieren leenden, tegen lage rente, het kapitaal aan de woningbouwvereniging zodat
deze kwalitatief redelijke en goedkope woningen konden bouwen.

Volkshuisvesting 1850 - 1900
Toch werden op deze wijze te weinig woningen gebouwd om het grote probleem op te
lossen. De particuliere markt bleef belangrijk in het voorzien aan de woningbehoefte (al dan
niet door revolutiebouw!).

Enig paternalisme (bepalen voor anderen wat goed voor hen is) kwam er overigens ook
kijken bij het ingrijpen van een deel van de gegoede burgerij: Men stelde zelfs
woningopzichteressen aan die de bewoners moesten opvoeden tot beschaafde burgers.
• Enschede: De Krim en Sebastopol
• Enschede kende ook echte arbeiderswijken. Tevens ontstonden hier ook
bouwverenigingen. Zo werden in 1861 door de Enschedese Bouwvereniging 33
arbeiderswoningen gebouwd.
• Nog altijd wonen er in Enschede oude Krimfamilies, onder andere op Velve-
Lindenhof, de Laares en het plaatselijke woonwagenkamp. (Bron: Enschede-stad,
2013).

`

, Interventies
Motieven om te in te grijpen:
• Sociale bewogenheid van deel van gegoede burgerij;
• Eigen belang van fabrikanten (gezonde werknemers kunnen harder werken!);
• Angst voor revolutie;
• Politieke verschuivingen; arbeidersverenigingen begonnen druk uit te oefenen voor
betere huisvesting;
• Risico’s volksgezondheid.

Woningwet 1901
Als gevolg van aanhoudende maatschappelijke druk blijft de overheid niet langer aan de
zijlijn toekijken > De Woningwet 1901 werd ingevoerd.

Doel > De kwaliteit van de woningen verbeteren en slechte woningen tegengaan.
Hoe? > Door in de wet een aantal zaken te regelen:

1. Opstellen bouwvoorschriften (bouwverordening) door gemeenten waarin wordt
vermeldt aan welke eisen nieuwe en bestaande woningen moeten voldoen.

2. Invoering van een bouwvergunning waardoor er zonder toestemming van de
gemeente niks meer kon worden gebouwd en verbouwd. Hierdoor controle of aan
bouwverordening wordt voldaan.

3. Gemeenten kregen ook een controlerende taak bij bestaande bouw (“Bouw- en
woningtoezicht”). Zij konden eigenaren verplichten tot onderhoud of het doen van
verbeteringen. Tevens mogelijkheid gemeente tot onbewoonbaarverklaring,
ontruiming en onteigening in de ergere gevallen.

4. Gemeenten moesten bestemmingsplannen gaan opstellen voor de stad.
(Huurdersvereniging Amsterdam, z.d.)

5. Financiële steun voor (sociale) woningbouw voor daartoe aangewezen partijen; Dit waren
partijen die specifiek in het belang van de volkshuisvesting werkzaam waren, te weten:
• Gemeentelijke woningbedrijven
• “Toegelaten instellingen” > bijzonder particulier initiatief die alleen op het gebied van
de volkshuisvesting actief mochten zijn > denk aan coöperatieve bouwvereniging

Overigens bleef de particuliere markt (beleggers) leidend voor de realisatie van woningen. Er
was maar een beperkte financiële steun aanwezig.

De financiële steun van de overheid bestond uit goedkope kredieten (Rijksvoorschotten) en
jaarlijkse bijdragen om de bouw en exploitatie van kwalitatief betere, maar toch goedkope
woningen mogelijk te maken (de sociale huurwoningen). Wel golden er strikte richtlijnen en
normen waar deze woningen aan moesten voldoen (de zogenaamde “Woningwetwoningen”)
en er moest verantwoording worden afgelegd aan de overheid om in aanmerking te kunnen
komen voor financiële steun. (Huurdersvereniging Amsterdam, z.d.).

In de eerste tien jaren na invoering van de wet werd hier zeer weinig hiervan gebruik
gemaakt en werden er weinig woningen gebouwd door deze partijen. Pas toen de
particuliere woningbouw wegviel tijdens en na de Eerste Wereldoorlog, werd er meer gebruik
van gemaakt (mede door verlaging rente en grondprijzen voor sociale woningbouw) en
kwamen er steeds meer woningbouwverenigingen (Huurdersvereniging Amsterdam, z.d.).
Coöperatieve bouwverenigingen en gemeentelijke woningbedrijven > voorlopers
woningcorporaties

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller WRensen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.04
  • (3)
Add to cart
Added