Literatuur :
- N.J. Schrijver, Internationaal publiekrecht als wereldrecht, Inleiding, H. 2, 8.4-8.5, 9.1-9.2, 11
- A. Nollkaemper, Kern van het internationaal publiekrecht, H. 12 (m.u.v. H.12.6.4 en 12.7.1)
Documenten :
- 1933 Convention on the Rights and Duties of States (Montevideo Convention) (EIR, p. 92)
- 1945 Statute of the International Court of Justice (EIR, p. 103)
- 1966 International Covenant on Civil and Political Rights and Optional Protocol (EIR, p. 202
respectievelijk p. 209)
- 1998 Rome Statute of the International Criminal Court (EIR p. 414)
- (Draft) Articles on the Responsibility of States for Internationally Wrongful Acts (EIR, p. 144)
Jurisprudentie :
- International Court of Justice, Case Concerning East Timor (Portugal v. Australia), Judgment on
Jurisdiction and Admissibility of 30 June 1995 (EIR, p. 509)
- International Court of Justice, Case Concerning Armed Activities on the Territory of the Congo
(Democratic Republic of the Congo v. Rwanda), Judgment on Jurisdiction and Admissibility of 3 February
2006 (EIR, p. 558, para. 1, 15, 18, 21-22, 28-29, 38, 64-70)
- International Court of Justice, Obligations Concerning Negotiations Relating to Cessation of the Nuclear
Arms Race and to Nuclear Disarmament (Marshall Islands v. United Kingdom), Judgment on Preliminary
Objections of 5 October 2016 (Blackboard, para. 15-25, 36-59)
LITERATUUR
9 ENKELE MODERNE HOOFDSTUKKEN VAN HET INT. PUBLIEKRECHT ALS WERELDRECHT
Dit hoofdstuk behandelt een selectie van moderne onderwerpen van het internationale publiekrecht als
wereldrecht. Achtereenvolgens zijn dat respect voor de rechten van de mens, supranationaal strafrecht, het
zelfbeschikkingsrecht van volken, wapenbeheersing en ontwapening, bescherming van het leefmilieu en
bevordering van de ontwikkeling van ontwikkelingslanden, en het internationaal recht betreffende
gemeenschappelijke gebieden en hun natuurlijke hulpbronnen.
9.1 Universele rechten van de mens: naar wereldburgerschap
We spreken tegenwoordig van universele rechten an de mens, die waar ook ter wereld door elke overheid
ten opzichte van zijn eigen onderdanen en vreemdelingen moeten worden gerespecteerd en moeten
worden gehandhaafd.
Als reactie op WO II streefden de oprichters van de VN naar de internationaalrechtelijke erkenning van
algemene mensenrechten waarop de nationale staat geen inbreuk mocht maken. De geschiedenis laat ten
eerste en geleidelijke uitbreiding zien van zowel deze rechten als van de groep mensen die deze rechten
kon laten gelden. Ten tweede is vanaf WO I een internationale formulering en erkenning van mensenrechten
zichtbaar.
In 1993, tijdens de Wereldconferentie over mensenrechten in Wenen, werd de Verklaring van Wenen
aangenomen, waarin verklaard werd dat alle mensenrechten universeel, onvervreemdbaar en ondeelbaar
zijn. Dat is na het einde van de Koude Oorlog consistent de beleidslijn van de VN bij dit belangrijke
hoofdstuk van wereldrecht.
Mensenrechten worden vaak onderverdeeld in drie generaties:
1. De eerste generatie mensenrechten wordt gevormd door de zogenoemde burgerrechten en politieke
rechten, zoals neergelegd in het IVBPR en ook in het EVRM als regionaal mensenrechtenverdrag.
2. De tweede generatie mensenrechten zijn de economische, sociale en culturele rechten, voor de
verwezenlijking waarvan veelal een meer actief overheidsoptreden noodzakelijk is.
3. De derde generatie mensenrechten wordt gevormd door de collectieve rechten, zoals het recht op
zelfbeschikking van volken en het recht van minderheden om hun eigen identiteit te behouden.
, Voor het toezicht op naleving van mondiale mensenrechten bestaan verschillende mechanismen. Dit zijn de
belangrijkste toezichts- en nalevingsmechanismen onder de VN-mensenrechtenverdragen:
1. Rapportageplicht
Staten hebben de verplichting elke vijf jaar te rapporteren over de inspanningen die zijn verricht om de
mensenrechtensituatie in hun land te verbeteren (self-reporting). Naast naming en shaming zijn de
sanctiemogelijkheden onder dit mechanisme gering, omdat de conclusies en het advies van het
verdragscomité niet bindend zijn.
2. Statenklachtrecht
Staten kunnen onder verschillende mensenrechtenverdragen een klacht indienen over de
mensenrechtensituatie in een andere staat. Het statenklachtrecht is meestal slechts van toepassing als
zowel de klagende staat als de aangeklaagde staat de bevoegdheid om deze klacht te behandelen
uitdrukkelijk hebben toegekend aan het desbetreffende verdragsorgaan.
3. Zelfstandig onderzoek
Onder dit handhavingsmechanisme kan het verdragsorgaan besluiten een onderzoek in te stellen naar
de mensenrechtensituatie in een staat, vanuit het perspectief van de bepalingen uit het verdrag. Het
rapport dat naar aanleiding van een dergelijk onderzoek wordt opgesteld is in beginsel niet bindend en
ook niet openbaar. Bij wijze van pressiemaatregel kan het echter openbaar gemaakt worden.
4. Individueel klachtenrecht
Onder sommige verdragen is het mogelijk om als individu een klacht in te dienen tegen een staat
wegens het schenden van zijn of haar mensenrechten. Met uitzondering van het EVRM is het
individuele klachtenrecht facultatief van aard. Een individu kan dus pas een klacht indienen indien de
nationale staat het verdragscomité gemachtigd heeft klachten van onderdanen in behandeling te
nemen. Voorwaarden aan het individuele klachtenrecht:
1. De klager dient zelf slachtoffer te zijn an de schending (dus geen actie popularis)
2. Alle nationale rechtsmiddelen dienen te worden uitgeput
3. Er gelden termijnen voor het indienen van een klacht en de reactie daarop van het orgaan
4. Het comité vraagt eerst, na het ontvankelijk verklaren, de staat om een reactie
Mondiale bescherming mensenrechten
- Verdragsorganen
- Rapportageplicht
- Statenklachtrecht
- Zelfstandig onderzoek
- Individueel klachtrecht
- VN-Mensenrechtenraad met onder meer Universal Periodiek Review
- Algemene Vergadering
- Veiligheidsraad
9.2 Naast rechten ook plichten van de mens: supranationaal strafrecht
Na WO II kwam de behoefte om de volkenrechtelijke verbodsbepalingen ook te richten tot het individu
achter de staat en deze individuen strafrechtelijk verantwoordelijk te stellen oor niet-naleving van bepaalde
internationale verbodsbepalingen. Door het Charter voor het internationale oorlogstribunaal Neurenberg
kwam het internationale strafrecht als nieuw rechtsgebied tot leven.
Uit het adagium dat aan dit nieuwe rechtsgebied ten grondslag ligt volgt dat uitdrukkelijk werd bepaald dat,
in geval van strijd tussen de volkenrechtelijke plicht en enig nationaal wettelijk bevel, het individu de
volkenrechtelijke plicht moet laten voorgaan. Tegenwoordig bestaan er verschillende internationale
tribunalen en strafhoven waardoor individuen vervolgd kunnen worden voor internationale misdrijven.
Een grote doorbraak op het gebied van het internationale strafrecht en van het wereldrecht is de oprichting,
overeenkomstig het Statuut van Rome van 1998, van het Internationaal Strafhof in Den Haag. Dit Hof vormt
een onafhankelijke internationale organisatie, maar werkt nou samen met de VN. Staten die geen partij zijn
bij het Statuut van Rome kunnen niet door het Internationaal Strafhof vervolgd en berecht worden. Het Hof
heeft rechtsmacht over genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven. Daarnaast werkt
het Hof op basis van complementariteit. Dit houdt in dat het Hof alleen een zaak zal behandelen indien die
lidstaat niet bereid is, of de mogelijkheid niet heeft om tot vervolging of berechting over te gaan. Veel grote
landen zijn echter nog geen partij bij dit verdrag, vandaar dat het internationale strafrecht nog niet als
internationaal gewoonterecht of volwaardig wereldrecht bestempeld kan worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roméepostma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.19. You're not tied to anything after your purchase.