Literatuur :
- N.J. Schrijver, Internationaal publiekrecht als wereldrecht, Inleiding, H. 6
- A. Nollkaemper, Kern van het internationaal publiekrecht, H. 6
Documenten :
- 1969 Vienna Convention on the Law of Treaties (EIR, p. 131)
- 1986 Vienna Convention on the Law of Treaties between States and International organizations or
between International Organizations (EIR, p. 141)
Jurisprudentie :
- International Court of Justice, Case Concerning Delimitation and Territorial Questions Between Qatar and
Bahrain (Qatar v. Bahrain), Judgment on Jurisdiction and Admissibility of 1 July 1994 (EIR, p. 507)
- Case Concerning the Gabcikovo-Nagymaros Project (Hungary/Slovakia) I.C.J. Reports 1997 (EIR, p. 512,
para. 15-25, 46, 89-110)
LITERATUUR
6 VERDRAGENRECHT
Het verdragenrecht betreft het geheel van regels met betrekking tot het sluiten, de toepassing, de
interpretatie, het wijzigen, het opschorten en het beéindigen van verdragen. De regels met betrekking tot
verdragen zijn in een proces van eeuwen gegroeid en nu neergelegd in het Weens Verdragenverdrag 1969
(WVV), in werking getreden in 1980. Hoewel het verdrag slechts van toepassing is op de verdragen
gesloten na het inwerkingtreding van het WVV zelf, zijn de gewoonterechtelijke regels die daarin zijn
neergelegd dus ook van toepassing op verdragen die voor die tijd gesloten zijn.
Het WVV betreft de regels aangaande verdragen gesloten tussen staten. Naast dit verdragenverdrag
bestaat ook het Verdrag inzake het Verdragenrecht tussen staten en internationale organisaties en tussen
internationale organisaties onderling van 1986. Dit verdrag is mutatis mutandis nagenoeg identiek aan het
Weens Verdragenverdrag van 1969, maar nog steeds niet in werking getreden.
Verdragen zijn in beginsel geschreven overeenkomsten tussen staten. Het komt de duidelijkheid en
rechtszekerheid ten goede als overeenkomsten in geschreven vorm gesloten worden. Daarom hebben veel
staten, waaronder Nederland, de voorkeur voor geschreven overeenkomsten. De doorslaggevende factor is
dat staten door middel van het sluiten van deze overeenkomsten een wilsovereenstemming op schrift
stellen en bindende verplichtingen aangaan ten opzichte van de andere partij(en). In beginsel kan een
staat immers niet tegen zijn wil aan een verdrag gebonden worden.
6.1 Totstandkoming van verdragen
aan het daadwerkelijke sluiten van verdragen gaat vaak een lang onderhandelingsproces vooraf. Naast het
aantal staten dat betrokken is bij de onderhandelingen is de duur van dit proces ook afhankelijk van het
onderwerp en de doelstellingen van het verdrag. De onderhandelingsfase van een verdrag is niet
onderworpen aan regels van internationaal recht. De onderhandelingen dienen echter wel te goeder trouw
te geschieden. Personen die namens hun nationale staat deelnamen aan de onderhandelingen dienen
daartoe over een volmacht te beschikken.
Als er overeenstemming bereikt is over de inhoud van het verdrag wordt de tekst van het verdrag
vastgesteld. Met het paraferen van elke pagina van de tekst van het verdrag of met het stemmen daarover
staat de inhoud definitief vast. Vervolgens leggen de onderhandelaars het verdrag ter ondertekening voor
aan hun regering. Het ondertekenen van het verdrag heeft allereerst tot gevolg dat de inhoud van het
verdrag vaststaat en de onderhandelingen ten einde zijn (WVV art. 10). De ondertekening schept niet de
verplichting om te ratificeren.
, Indien het eenvoudige zaken betreft, treedt een verdrag direct na ondertekening in werking. Doorgaans is
voor inwerkingtreding van een verdrag echter goedkeuring vereist door het nationale parlement én een
minimumaantal ratificaties. Verdragen worden dan ook vaak ondertekend onder voorbehoud van nationale
parlementaire goedkeuring. Partijen zijn na ondertekening nog niet gebonden aan de regels van het
verdrag, maar wel gehouden niet in strijd met de strekking en het doel (object and purpose) van het
verdrag te handelen (art. 18 WVV).
Verdragen worden volgens ons nationale staatsrecht door de koning gesloten, in de praktijk door of met
machtiging van de regering. Na de nationale goedkeuring van een verdrag zal de staat een oorkonde van
bekrachtiging neerleggen bij de depositaris van het verdrag, ondertekend door het staatshoofd.
Inwerkingtreding van het verdrag vindt normaal gesproken plaats als beide partijen het verdrag hebben
ondertekend en bekrachtigd (bilateraal) of als een bij een multilateraal verdrag bepaald aantal staten het
verdrag heeft bekrachtigd. Wanneer een staat partij wordt bij een verdrag na het verstrijken van de termijn
voor ondertekening of na de inwerkingtreding van het verdrag, wordt dit toetreding genoemd.
Fasen in de totstandkoming en binding van verdragen
- Onderhandeling
- Parafering
- Ondertekening
- Goedkeuring
- Bekrachtiging of toetreding
- Inwerkingtreding
6.2 Voorbehouden bij ratificatie
Nadat een verdrag is ondertekend staat de inhoud in beginsel vast. Een staat kan wel nog een voorbehoud
maken ten opzichte van de bepalingen uit het verdrag. De staat verklaart dan uitdrukkelijk zich niet te
binden aan die specifieke verdragsbepalingen. Het maken van voorbehouden is in beginsel aan regels
gebonden die direct in het verdrag zelf te vinden zijn. Als het verdrag niets bepaalt hierover, dan voorzien
de artikelen 19-20 WVV in algemeen geldende regels daarvoor. De algemene regel is dat het maken van
voorbehouden toegestaan is, tenzij het voorbehoud in strijd is met het doel en de strekking van het verdrag.
Er zijn echter ook verdragen die uitdrukkelijk het maken van voorbehouden uitsluiten.
6.3 Interpretatie van verdragen
Voor het uitleggen van de reikwijdte en de betekenis van verdragen zijn de artikelen 31-32 WVV leidend.
Hiervan is in jurisprudentie herhaaldelijk ook de status van internationaal gewoonterecht toegekend.
Interpretatiemethoden verdragen:
1. Primaire [art. 31 WVV]
- Objectieve of grammaticale methode
- Teleologische methode
- Verdragspraktijk of aanvullende verdragen
2. Supplementaire [art. 32 WVV]
- Subjectieve of historische methode
6.4 Toepassing en geldigheid
In beginsel gelden verdragen slechts tussen de verdragsluitende staten. Derde staten zijn derhalve in
principe niet gebonden aan de rechten of plichten uit een bepaald verdrag (art. 34 WVV). Onder
omstandigheden kunnen verdragsluitende staten echter expliciet rechten toekennen of plichten opleggen
aan derde staten. Verdragsverplichtingen gelden meestal voor het geheel van het grondgebied van een
staat. In beginsel kan een staat zich niet aan zijn verdragsverplichtingen onttrekken door een beroep te
doen op tegenstrijdige verplichtingen die voortvloeien uit een ander verdrag. Uitzondering daarop vormt
artikel 103 VN-Handvest. Ook geldt dat een later verdrag boven een eerder verdrag gaat en een specifiek
verdrag boven een algemeen verdrag.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roméepostma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.19. You're not tied to anything after your purchase.