Betreft een samenvatting van het vak diagnostiek zoals gegeven in schooljaar 2023/2024. Dit vak is gegeven aan de Universiteit van Amsterdam voor de premaster (forensische) orthopedagogiek
J.A. Tak, J.D. Bosch, S. Begeer, & G. Albrecht (red.) (2014). Handboek Psychodiagnostiek voor de
hulpverlening aan kinderen en adolescenten. De Tijdstroom.
Verschueren, K. & Koomen, H.M.Y (2016, geheel herziene versie). Handboek diagnostiek in de
leerlingenbegeleiding: Kind en context. Garant.
College 1a Verschueren & Koomen: hoofdstuk 1
Tak: hoofdstuk 1
College 1b Tak: hoofdstuk 2
College 2a Tak: hoofdstuk 3
College 2b Tak: hoofdstuk 4
Tak: hoofdstuk 5
Tak: hoofdstuk 7 (waarvan paragraaf 10 alleen leesstof)
College 3a Tak: hoofdstuk 6 (waarvan paragraaf 4.2 alleen leesstof)
College 3b Tak: hoofdstuk 9 (waarvan paragraaf 6.2 alleen leesstof)
Verschueren & Koomen: hoofdstuk 12
College 4a Stams & Asscher: hoofdstuk 14
Stams & Asscher: hoofdstuk 19
College 4b Verschueren & Koomen: hoofdstuk 9
Verschueren & Koomen: hoofdstuk 13
Verschueren & Koomen: hoofdstuk 15
College 5a Stams & Asscher: hoofdstuk 2
Stams & Asscher: hoofdstuk 18
College 5b Tak: hoofdstuk 13
Verschueren & Koomen: hoofdstuk 10
College 6a Tak: hoofdstuk 11, paragraaf 7 en 8 (paragraaf 1, 2, 6, 9 alleen leesstof,
paragraaf 3, 4, 5 overslaan)
Verschueren & Koomen: hoofdstuk 17
Verschueren & Koomen: hoofdstuk 18
College 6b Verschueren & Koomen: hoofdstuk 1
1
, College 1a: inleiding en typen diagnostiek
Tak Hoofdstuk 1: de plaats van diagnostiek binnen het
hulpverleningsproces
Psychodiagnostiek: een vorm van empirisch hypothesetoetsend onderzoek dat wordt verricht om
te besluiten die de hulpverlener moet nemen te onderbouwen
Betrouwbaarheid: ze dienen zo onafhankelijk mogelijk te zijn van het moment van onderzoek, de
onderzoeker of andere toevallige factoren
Validiteit: ze dienen daadwerkelijk betrekking te hebben op datgene wat bedoeld werd te
beschrijven of te toetsen
Empirische cyclus
1. Observatie: het verzamelen en groeperen van gegevens
2. Inductie: het formuleren van hypothesen op basis van de waarnemingen
3. Deductie: het afleiden van toetsbare voorspellingen uit die hypothesen
a. Operationalisering: bij iedere voorspelling worden nu adequate onderzoeksmiddelen
gezocht om de voorspellingen toetsbaar te maken
4. Toetsing: nagaan of de voorspellingen uitkomen door nieuwe gegevens te verzamelen
5. Evaluatie: het terugkoppelen van de uitkomsten van het onderzoek naar de hypothesen:
kunnen zij de toetsing doorstaan of worden ze verworpen?
Beschrijvende diagnostiek: brengt de situatie in kaart
De diagnosticus gebruikt vaak een lijst met te onderzoeken aandachtspunten
(zoekschema/heuristiek)
Onderkennende diagnostiek: er wordt nagegaan of bepaalde problemen aanwezig zijn
De diagnosticus gebruikt vaak gesprekken, observaties en screeningsinstrumenten
Verklarende diagnostiek: onderzoeken en vergelijken van verschillende hypothesen en zo
uiteindelijke veronderstellingen over causale verbanden bevestigen of ontkrachten
Assessment: het vaststellen of meten van de onderscheidende kenmerken van het individu en zijn
of haar situatie
Regulatieve cyclus
1. Probleemherkenning: de eerste oriëntatie op de hulpvraag vindt plaats; onderkend wordt dat
er een probleem is en onderzocht wordt wat de vraag precies is, wie hem stelt, wie betrokken
zijn en welke verantwoordelijkheden zij hebben
- Probleemelementen: welke te onderscheiden problematische aspecten zijn er?
- Protectieve factoren: welke hulpbronnen spelen een rol (zowel op lichamelijk, psychisch en
sociaal gebied)?
- Geschiedenis van het probleem en de voorgaande hulpverlening en diagnostiek
2. Probleemdefiniëring: formuleren van een (ontstaans-)theorie; het formuleren van het
verband tussen alle aspecten
- Gericht op contextfactoren, positieve elementen en veranderbaarheid
- Doelen als herstel van zelfregulatie en empowerment
3. Handelingsmogelijkheden: hoe kunnen de in voorgaande genoemde doelen bereikt worden?
- Brainstorming: welke opties zijn er?
- Kosten-baten analyse: alternatieven worden afgewogen door te kijken welke interventies het
best aansluiten bij de probleemdefinitie, bij de normen en waarden en motivatie van de
hulpvrager en bij de kennis, vaardigheden en mogelijkheden van de hulpverlener
4. Planning van de interventie: concrete afspraken wie wat gaat doen, waar, wanneer,
waarmee, wie het coördineert en welke criteria worden gehanteerd om te beoordelen of het
plan werkt en wanneer de doelen (op korte en lange termijn) voldoende zijn bereikt
5. Uitvoering van de interventie: de interventies worden nu uitgevoerd zoals afgesproken; de
monitoring moet twee aspecten van het proces bewaken:
- Of de interventie wordt uitgevoerd zoals deze gepland was (treatment integrity of
implementation fidelity)
- Of de interventie het gewenste en verwachte effect heeft
6. Evaluatie van de effecten: besluiten of de interventie voldoende heeft gewerkt, afgesloten
kan worden of juist dient te worden voortgezet – al dan niet in aangepaste vorm – of dat er een
verwijzing naar een andere vorm van hulp nodig is
2
,Fase Hoofdvraag Type onderzoek Te nemen beslissingen Algemeen werkzame
factoren
1. Probleemherkennin Wat is er aan de hand? Screening van Hulpvraag, motivatie en betekenis Aansluiting op motivatie
g probleem Rechten en plichten hulpvrager hulpvrager
Screening van context en anderen Goede relatie hulpvrager
(biopsychosociaal: Hypothesen over de aard hulpverlener
probleemelementen Eerste taxatie van de ernst
en protectieve Eerste taxatie van de veiligheid
factoren) Is verder onderzoek nodig?
Screening van Wie gaat ermee verder?
voorgeschiedenis
2. Probleemdefiniëring Wat is de verklaring? Gericht onderzoek om Wat verklaart de problemen? Gedeelde visie op het
hypothesen te toetsen Wat staat centraal? probleem en de doelen
Wat is veranderbaar? Focus op zelfregulatie als
Definitieve taxatie ernst doel
Definitieve taxatie veiligheid
Keuze algemene
interventiedoelen
3. Handelingsmogelijk Welke oplossingen zijn er; Literatuuronderzoek Welke interventie is hier effectief, Interventie in proportie
heden bedenken en welke kan hier werken (is Dialoog met sluit aan bij de hulpvrager en is met ernst
afwegen haalbaar, betaalbaar en hulpvrager haalbaar? Ingreep uitvoerbaar in
effectief) en waarom? Welke concrete doelen worden omgeving hulpvrager
nagestreefd? Ingreep sluit aan bij
motivatie
4. Planning Hoe gaan we het doen? Afstemming op Afspraken over wie, wat, waar, Helder, concreet,
beginniveau van wanneer, waarmee en hoe lang gestructureerd
hulpvrager Ondersteuning hulpverlener Afstemming op de
Afstemming op de Coördinatie en communicatie hulpvrager
organisatie van de Vastleggen criteria evaluatie Accorderen door
hulpverlener Vastleggen van het plan hulpvrager
5. Uitvoering Gaat alles volgens plan? Monitoring van de Worden afspraken uitgevoerd? Uitvoering volgens plan
uitvoering Welke effecten en bijeffecten zijn Goede werkrelatie
Monitoring van de er? Facilitering en
effecten Noodzakelijke bijstellingen ondersteuning van
Is er reden om te evalueren? uitvoerders
6. Evaluatie Wat was het effect? Wat Effectmeting Effect in ogen hulpvrager en Concrete criteria
hebben we geleerd? Reflectie hulpverlener Teamleren
Teamleren Terugkoppeling naar voorgaande
fasen
Stoppen, doorgaan of verwijzen
3
, Afstand: een onderzoekende houding en uitstellen van een oordeel
Nabijheid: persoonlijke presentie en veiligheid
Eerlijkheid impliceert het garanderen van vertrouwelijkheid en openheid over met wie wel
en iet wordt overlegd en de redenen daarvoor
Betrouwbaarheid betekent afspraken nakomen, op tijd zijn en voorspelbaar zijn door van
tevoren de te ondernemen acties te bespreken
Betrokkenheid blijkt bijvoorbeeld concreet uit het opvragen en lezen van de noodzakelijke
stukken
Respect gaat over de directie omgang en het consciëntieus aantekeningen maken en het
respectvol bespreken van de hulpvrager in teamoverleg
Culturele verschillen: tastbare zaken, waarden, normen, minder zichtbare basiswaarden waarvan
men meestal niet bewust is (zoals de mate waarin een individu zich verbonden voelt met zijn
groep)
Om intercultureel competent te werken zijn attitudes, kennis, zelfkennis, vaardigheden en
technische inzichten van belang
Kleine machtsafstand: het is normaal dat kinderen onderhandelen met hun ouders, een
eigen mening wordt gewaardeerd en er is ruimte voor het stellen van kritische vragen
Grote machtsafstand: kind zal niet gauw tegen een hulpverlener zeggen dat hij iets niet
begrijpt
Individualisme: gericht op het individu
Collectivisme: loyaliteit aan de groep gaat voor alles
Masculiniteit: de mate waarin competitie van belang is en de rollen van mannen en
vrouwen op emotioneel gebied van elkaar gescheiden zijn
Vermijding van onzekerheid: wat leidt tot veel formele en informele regels waarbij
voorspelbaarheid hoger wordt gewaardeerd dan creativiteit
Gerichtheid op de lange termijn: waarbij zelfdiscipline belangrijker wordt gevonden dan
vrije tijd
De waardering voor plezier en genot: wat mede bepaalt waar men zijn geld aan
uitgeeft
Laagcontext-cultuur: de context van mededelingen doet er niet zo doe; de boodschap is
expliciet, gestructureerd en de letterlijke betekenis is van belang. Er is aandacht voor de kern,
daarna voor de bijzaken
Grote persoonlijke ruimte (aanraking wordt vermeden)
Individualisme (wees jezelf)
Monochrone tijdsopvatting (tijd is geld)
Hoogcontext-cultuur: uitspraken zijn vaker figuurlijk bedoelt, de betekenis hangt vaak sterk
samen met de context en de gebaren die daarbij gemaakt worden en werkt men vanuit die context
toe naar de kern
Goed gesprek belangrijker dan op tijd komen voor je volgende afspraak
Kleine persoonlijke ruimte (aanraken gebeurt vaker)
Veel aandacht voor de juiste vorm
Dichotomie: verwijst naar situaties waarin twee tegenovergestelde of contrasterende ideeën,
concepten of categorisaties worden gepresenteerd. Het is een manier om complexe zaken te
vereenvoudigen door ze te reduceren tot twee uitersten of keuzes
Cultuur is geen feitelijk gegeven, maar een sociaal construct dat vorm krijgt onder invloed van de
maatschappelijke en politieke context
Binnen iedere cultuur is er sprake van grote variatie door verschillen in
- Leeftijd: ontwikkelingsfase en daaraan gekoppelde ervaringen
- Ontwikkelingsniveau: talenten en handicaps
- Beroepssocialisatie: wat men heeft geleerd in opleiding en beroep
- Religieuze en subculturele ervaringen: gewoonten, waarden en normen
- Sekse en seksuele oriëntatie
Contact met dominante cultuur
Ja Nee
Behoud van eigen Ja Integratie Separatie
cultuur Nee Assimilatie Marginalisatie
Expliciteren: dat de hulpverlener kan uitleggen wat hij doet en waarom maakt overleggen en
samenwerken mogelijk
Accountability: verantwoorden van het handelen en legitimering
Liability: aansprakelijkheid
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lens-chevron0d. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.69. You're not tied to anything after your purchase.