Boom Juridische studieboeken - Kern van het Europees recht
In deze samenvatting is de volledige stof van de voorgeschreven literatuur en de hoorcollege- en werkgroep-aantekeningen verwerkt! In de samenvatting wordt telkens verwezen naar de artikelen die relevant zijn voor het tentamen om zo de stof beter te begrijpen. Daarnaast worden de voorgeschreven arr...
Week 1: Europese bescherming van mensenrechten
Het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele
Vrijheden (EVRM) is in 1950 gesloten in het kader van de Raad van Europa, die los staat van
de Europese Unie en waarvan 46 staten lid zijn. Bij het EVRM in Straatsburg gaat een
Europese rechter van een zekere afstand na of een land zich heeft gehouden aan de meest
elementaire normen van een eerlijk proces en menswaardige behandeling.
De Raad van Europa is opgericht op 5 mei 1949. In het Statuut van de Raad van Europa
bevestigden de lidstaten het belang dat zij hechten aan individuele vrijheid en de beginselen
van de democratische rechtsstaat (the rule of law). Met het toetreden van steeds meer
landen groeide de Raad van Europa uit tot een organisatie van 46 lidstaten.
Het beleid van de Raad wordt op hoofdlijnen bepaald door het Comité van Ministers. Zij
komt één keer per jaar bijen op het niveau van ministers van Buitenlandse Zaken, maar het
Comité vergadert wekelijks ‘at deputy level’. Het Comité van Ministers heeft geen
supranationale bevoegdheden in tegenstelling tot de Raad van de Europese Unie. Het
Comité neemt zijn besluiten niet bij meerderheid van de stemmen maar bij consensus.
Het Comité kan ook de tekst van verdragen vaststellen (EVRM). Een verdrag zoals het EVRM
is een juridisch bindend document maar is pas bindend als de staat tot ratificatie ervan
overgaat.
De Parlementaire Vergadering bestaat uit 324 leden en evenveel plaatsvervangende leden.
De leden worden in tegenstelling tot het Europees Parlement niet direct verkozen, zij zijn
reeds lid van de nationale parlementen van de lidstaten en hebben een zogenaamd
dubbelmandaat. De Vergadering heeft anders dan het Europees Parlement geen wetgevende
bevoegdheden.
Het Comité en de Vergadering worden ondersteund door een onafhankelijk secretariaat met
ruim 2000 medewerkers, onder leiding van de Secretaris-Generaal (SG).
Het belang van internationale maatregelen om nieuwe schendingen van mensenrechten te
voorkomen nam n.a.v. de Tweede Wereldoorlog toe. Dit werd vastgelegd in het VN-Handvest
(1945). Desondanks bevatte het VN-Handvest nauwelijks concrete verwijzingen naar
mensenrechten. Deze lacune werd gevuld op 10 december 1948, toen de Algemene
Vergadering de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aanvaarde. Op 4
november 1950 werd het EVRM in Rome ondertekend om de naleving van mensenrechten
daadwerkelijk te kunnen verzekeren.
Het EVRM had relatief bescheiden doelstellingen. Het Verdrag bevat geen sociaal-
economische rechten zoals het werk of toegang tot gezondheid. Art. 1 EVRM bevat de
basisverplichting. Het EVRM beschermt “een ieder”. De bescherming beperkt zich overigens
wel tot personen die “ressorteren onder de rechtsmacht” van de betrokken staat. Het EVRM
is in de loop der tijd uitgebreid d.m.v. een serie van protocollen. Dat zijn aparte verdragen
die bindend zijn voor de staten die ook het desbetreffende protocol hebben geratificeerd.
Om te besluiten hoe en wie ervoor moet zorgen dat de mensenrechten daadwerkelijk
zouden worden verzekerd werd er een Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM)
,opgericht en er kwam een individueel klachtrecht (facultatief). Individuen konden alléén
klagen tegen Verdragspartijen die het individuele klachtrecht hadden erkend, en het Hof zou
zich alleen kunnen uitspraken over klachten gericht tegen de staat die expliciet zijn
rechtsmacht had aanvaard. Klachten konden na uitputting van nationale rechtsmiddelen
worden ingediend bij de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens. De Commissie
ging allereerst na of de klacht binnen haar bevoegdheid viel en ontvankelijk was.
- Zo nee? De Commissie verklaarde de klacht niet-ontvankelijk.
- Zo ja? De Commissie ging na of een minnelijke schikking kon worden bereikt tussen
de klager en de betrokken staat.
Indien geen schikking werd getroffen kon de zaak worden voorgelegd aan het EHRM, mits de
betrokken staat de rechtsmacht van dat Hof had aanvaard, was dat niet het geval dan werd
de zaak afgedaan door het Comité van Ministers.
Het Hof was samengesteld uit onafhankelijke rechters, voor iedere lidstaat van de Raad van
Europa één. In beginsel werd een zaak behandeld door een kamer van zeven rechters, in
bijzondere gevallen voorgelegd aan het plenaire Hof.
Het Hof is tegenwoordig strenger geworden: het neemt alleen nog klachten in behandeling
als werkelijk aan alle formele voorwaarden is voldaan. Wel krijgt de klager nog de
gelegenheid het gebrek te herstellen, maar als dat niet lukt binnen de gestelde termijn (vier
maanden na de laatste uitspraak van de nationale rechter), dan is het einde oefening.
Door het toenemende aantal klachten was het noodzakelijk om verschillende maatregelen te
nemen om de efficiency te vergroten. Het Elfde Protocol voorzag in de vervanging van de
Commissie en het Hof door één orgaan: het ‘nieuwe’ Hof, en tradop 1 november 1998 in
werking. Het individuele klachtrecht en de rechtsmacht van dit Hof zijn niet langer facultatief
van aard. Tegelijkertijd kwam een nieuw gebouw beschikbaar: het Palais des droits de
l’homme, waarbij de omvang van het nieuwe Hof wordt bepaald door het aantal
Verdragspartijen. De rechters worden benoemd voor een periode van negen jaar en zijn niet
herkiesbaar.
Bij de huidige Straatsburgse pocedure (Titel II van het EVRM) wordt een klacht na registratie
toegewezen aan de ‘rechter-rapporteur’, die verantwoordelijk is voor de voortgang van de
behandeling. Veel klachten worden voorgelegd aan een Comité van drie rechters (art. 28
EVRM), komt het Comité niet tot een dergelijke beslissing, of is de rechter-rapporteur
meteen al van oordeel dat de klacht een kans maakt, dan wordt de klacht voorgelegd aan
een Kamer van zeven rechters. Om ervoor te zorgen dat de Kamer altijd over voldoende
informatie beschikt over het recht van de aanklagende staat, is bepaald dat de ‘nationale’
rechter ex officio deel uitmaakt van de Kamer.
De ontvankelijkheidsvoorwaarden staan genoemd in art. 34 en 35 EVRM:
1. Klacht van natuurlijke personen, NGO’s en groep personen.
2. Tegen een verdragspartij.
3. Rechten door EVRM geschonden.
4. Individuen kunnen alleen klagen indien zij stellen zelf slachtoffer van een schending
te zijn. Zij hebben geen actio popularis.
5. Klagers moeten de nationale rechtsmiddelen hebben uitgeput voordat zij een klacht
bij het EHRM kunnen indienen.
6. De klager dient zich binnen vier maanden nadat de uiteindelijke nationale beslissing
definitief is geworden, tot het EHRM te wenden.
, 7. Klachten mogen niet anoniem worden ingediend (Blondje-arrest).
8. De Klacht moet een wezenlijk nadeel hebben geleden.
9. Een klant wordt afgewezen indien kennelijk ongegrond (Schuitemaker-arrest).
Verklaart de Kamer de klacht ontvankelijk en zijn de partijen niet tot een minnelijke schikking
bereid, dan doet de Kamer uitspraak over de merites. Het Hof bezit niet de bevoegdheid om
nationale handelingen ongedaan te maken. Het Comité ziet echter wel toe op de
tenuitvoerlegging van de uitspraken van het Hof (art. 46 EVRM). Indien een zaak aanleiding
geeft tot een “ernstige vraag” betreffende de interpretatie van het EVRM, dan kan de Kamer
afstand van rechtsmacht doen ten gunste van een Grote Kamer die uit zeventien rechters
bestaat (art. 30 EVRM).
Art. 43 EVRM biedt “in uitzonderlijke gevallen” een intern appel (rehearing). Indien een
Kamer een uitspraak heeft gedaan waarvan een van de partijen meent dat deze apert onjuist
is, dan kan de zaak binnen drie maanden worden verwezen naar de Grote Kamer. Een panel
van vijf rechters. In gevallen waarin onherstelbare schade dreigt, kan het Hof voorlopige
maatregelen nemen.
In 2004 werd overeenstemming een pakker maatregelen bereikt om het EHRM nóg
efficiënter te laten werken d.m.v. Protocol 14, en dit protocol is sinds 1 juni 2010 van kracht.
Dit leidde ertoe dat het Hof nu een klacht niet-ontvankelijk kon verklaren, ook al is deze
wellicht gegrond. Meer efficiency wordt bereikt doordat ongegronde zaken kunnen worden
afgedaan door een enkelvoudige kamer (art. 27 EVRM). Het Comité van drie rechters kreeg
een bevoegdheid erbij: ze konden ook ‘kennelijk gegronde zaken’ afdoen en dus schendingen
constateren (art. 28 EVRM). O.g.v. Protocol 14 is de zittingstermijn van zes naar negen jaar
verandert. Protocol 14 voorziet in de mogelijkheid dat ook de Europese Unie (EU) toetreedt
tot het EVRM.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dylanmfs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.