Samenvatting van het vak 'Inkomstenbelasting en Toeslagen'. Gemaakt met aantekeningen van de les en het boek 'Praktisch Fiscaalrecht 2018/2019'. Inclusief 13 pagina's aan oefenvragen met antwoorden.
Inkomstenbelasting en toeslagen samenvatting per week (week 4= roostervrij),
inclusief oefenvragen.
Week 1: Belastingrecht en kennismaken met inkomstenbelasting
Inkomsten overheid
1. Directe belastingen
2. Indirecte belastingen= met een tussenpersoon (verkoper) zoals BTW
3. Premies volksverzekeringen
4. Premies werknemersverzekeringen
Belasting= algemene verplichte betaling aan de overheid door een rechtssubject, waartegen
geen individuele prestatie van die overheid aan dat rechtssubject bestaat→ dus je kan niet
eisen waar je geld naartoe gaat of weten waarvoor het wordt gebruikt.
Legaliteitsbeginsel art. 104 Gw→ belastingen worden geheven uit kracht van een wet.
Retributie= bedrag naar de overheid en je weet wat ermee wordt gedaan, een concrete
tegenprestatie.
Paspoort (betalen voor je paspoort)
Marktkraam (betalen voor je kraam)
Doel van belastingen
1. Het financieren van voorzieningen: gezondheidszorg, wegen/dijken, onderwijs, politie,
rechtspraak, WWB
2. Gedrag stimuleren of ontmoedigen: milieuvriendelijk gedrag bevorderen, alcohol en
roken ontmoedigen. Investeren in jonge ondernemers
Draagkrachtbeginsel: inkomstenbelasting naar inkomen, de sterkste schouders dragen de
zwaarste lasten = progressief belastingtarief
Profijtbeginsel: de persoon die profijt heeft van een voorziening betaalt er ook voor, zoals
wegenbelasting en hondenbelasting.
Oefening: Maartje komt net van het werk, gaat tanken en boodschappen doen en gaat naar
haar huis (koopwoning). Met welke belastingsoorten heeft Maartje mee te maken?
Inkomstenbelasting (salaris)
Loonbelasting (salaris)
Accijns (benzine)
Wegenbelasting (auto)
Bpm (auto registratie)
Omzetbelasting (BTW bij boodschappen)
Overdrachtsbelasting (woning)
Gemeentebelasting (onroerendezaakbelasting eigen woning)
Waterschapsbelasting (eigen woning)
Soorten belastingen
Inkomstenbelasting: inkomsten natuurlijke personen
Vennootschapsbelasting: winst van rechtspersonen
Loonbelasting: loon werknemer, voorheffing op de IB, vrijwel gelijk aan IB
Omzetbelasting: levering goederen en diensten van ondernemers
Dividendbelasting: winstuitkering aandelen, voorheffing op IB
Erfbelasting: over erfenissen
Schenkbelasting: over schenkingen
Pagina 1 van 29
, Kansspelbelasting: over gewonnen geld
Overdrachtsbelasting: verkrijgen onroerend goed
Motorrijtuigenbelasting: bij het hebben van een auto of motor
Bpm (wet belasting personenauto´s en motorrijwielen): registratie voertuig
Accijns: alcohol, tabaksproducten, frisdranken en brandstoffen
Provinciale en gemeentelijke belastingen: onroerendezaakbelasting,
hondenbelasting, waterschapsbelasting, kwijtschelding, parkeerbelasting
Bronnen belastingrecht
Wet
1. Ondersteund door Uitvoeringsregelingen en Uitvoeringsbesluiten
Eenvoudige totstandkoming: geen parlement alleen minister van Financiën, bij
uitvoeringsbesluit wel ministerraad en Raad van State
Handig bij snel veranderend belastingrecht
Wel ondoorzichtig
Uitvoeringsregeling= Algemene Maatregel van Bestuur
Uitvoeringsregeling= Ministeriële regeling
Verdragen
Jurisprudentie
ABBB: gedragsregels overheid
Inkomstenbelasting met een boxensysteem
Voor natuurlijke personen art. 1.1 en 2.1 Wet IB
Binnenlands belastingplichtig (wereldinkomen)
Buitenlands belastingplichtig (inkomen uit NL belast in NL)
Over het wereldinkomen art. 2.1-1-a Wet IB
Eventueel zorgen de landen er onderling voor dat er niet dubbel belasting wordt
geheven
Verdragen ter voorkoming van dubbele belasting
art. 7.8 lid 6 Wet IB→ kwalificerende buitenlandse betalingsverplichtingen
Woonplaats ex 4 AWR→ feitelijke omstandigheden: inschrijving BRP, woonplaats
gezin en plaats waar sociale activiteiten worden verricht
Boxensysteem
Box 1: Inkomen uit werk en woning art. 2.10 Wet IB
1 schijf→ 36,55 %
2 schijf→ 40,85 %
3 schijf→ 40,85 %
4 schijf→ 51,95 %
Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang art. 2.12 Wet IB
Tarief 25 %, meer dan 5 % aandelen in besloten vennootschap
Box 3: Vermogen art. 2.13 Wet IB
Tarief 30 %
1 januari is peildatum
Forfaitair rendement art. 5.1 Wet IB
Persoonsgebonden aftrek op inkomen art. 6.1 Wet IB
Eerst verminderen in box 1, is er geld over dan naar box 3 en dan box 2. Dit kan niet
verder dan nihil (0) dan gaat het restant naar volgend jaar
Heffingskortingen art. 8.1 Wet IB
Belastingen in de drie boxen min heffingskorting en reeds betaalde loonbelasting
(loonheffing=voorheffing)
Pagina 2 van 29
, Pagina 3 van 29
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller klentjes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.