Wat is Sociale Exclusie (SE)?
Een term voor wat er kan gebeuren als men met meerdere/ gecombineerde problemen kampen, zoals bv.
Werkeloosheid, dakloosheid, ziekte, laag inkomen, een criminele omgeving, familieproblemen.
Een toevoeging hieraan:
SE ontstaat waar er verschillende factoren meespelen, die een individu mee neemt in een neerwaartse spiraal.
Armoede wordt gezien als multdimensionaal:
Laag inkomen, geen of onvoldoende toegang tot lichamelijke en/of mentale zorg; educate; woonvoorzieningen
en ouderen-voorzieningen. Ook telt de woonomgeving en de kwaliteit van het leven mee.
Armoede is waar men geen toegang heef tot zaken waar het overgrote deel van de samenleving wel toegang
tot heef- waardoor men in armoede chronisch in het nadeel staat.
De Europese commissie kwam in 2001 tot de volgende beleidsvormen om exclusie en het risico hier toe
natonaal tegen te gaan:
Voorzieningen als werk, educate, voorzieningen en hulp moeten voor iedereen toegankelijk zijn
Exclusie en de risico’s hiertoe moeten worden voorkomen
De meest kwetsbare moeten geholpen worden
Eenieder die met exclusie te kampen heef moet gemobiliseerd worden, om exclusie te over komen.
De meest kwetsbare kunnen worden gezien als slechte slapers, schoolverlaters, tenermoeders, gevangenen,
mensen met mentale problemen, kinderen die onder toezicht staan, families met problemen.
De hulp hiervoor moet preventeve hulp zijn, zodat deze groep vanaf de start alles uit hun leven kunnen halen.
Het is bij SE belangrijk dat je weet dat armoede niet per defnite samen gaat met exclusie!
Defnites van Sociale Exclusie/ inclusie
1. Een term voor wat er kan gebeuren als men met meerdere/ gecombineerde problemen kampen, zoals
bv. Werkeloosheid, dakloosheid, ziekte, laag inkomen, een criminele omgeving, familieproblemen.
2. SE ontstaat waar er verschillende factoren meespelen, die een individu mee neemt in een neerwaartse
spiraal.
3. Exclusie is een proces, waar een individu of een groep binnen de maatschappij niet mee kunnen in de
normale gang van zaken.
4. Armoede is waar men geen toegang heef tot zaken waar het overgrote deel van de samenleving wel
toegang tot heef- waardoor men in armoede chronisch in het nadeel staat. Deze brede omschrijving
van armoede valt samen met het opkomende concept van SE.
5. Het proces waar een individu en zijn gemeenschap wordt gepolariseerd, sociaal gediferenteerd en als
ongelijke wordt gezien.
6. Het dynamische proces waar in een individu wordt uitgesloten van sociale, economische, politeke en
culturele systemen- die bepalend zijn voor de sociale integrate van een persoon in de samenleving.
7. Het gebrek aan toegang, of de uitsluitng van toegang tot relates, gebruiken en actviteiten.
8. Een individu is SE wanneer hij A) zich bevindt in een samenleving, maar B) voor redenen buiten zijn
macht niet kan meedoen met normale actviteiten binnen een samenleving, en C) hij of zij dat wél zou
willen.
9. Inadequate sociale partcipate, gebrek aan sociale integrate en gebrek aan macht.
10. SE is breder dan alleen armoede- het is het onvermogen te partciperen in economische, sociale,
politeke en culturele systemen. En heef de eigenschap van afstand en vervreemding van de
mainstream samenleving.
11. Sociale inclusie is de ontwikkeling, capaciteit en mogelijkheid te partciperen in economische, sociale,
politeke en culturele systemen.
12. Een samenhangend geheel van het proces waaruit men breekt van economie, politek en de
samenleving- waardoor er stapsgewijs een persoon/ groep/ gemeenschap/ omgeving als
, minderwaardig wordt geacht, in relate tot kernen van macht, hulpbronnen en bestaande normen en
waarden.
Ten eerste illustreren deze defnites 2 levels binnen het geheel (Punt 5, 9, 12):
Ze laten zien dat het draait om processen, structuren en eigenschappen van de samenleving als geheel
Maar laten ze ook zien wat de beleving, structurele oorzaken en context van de individuen die met SE
te kampen hebben zijn
Ten tweede: Ondanks dat de defnites duidelijk en precies zijn- betekend dit niet dat ze empirisch zijn. Wel
helpen ze het fenomeen te conceptualiseren. Dit is dus geen meetbare defnite/ operatonele defnite -> dit is
een compromis tussen concept en helderheid en tussen theoretsche en praktsche meetbaarheid.
Ten derde: Meerdere defnites koppelen exclusie aan actviteiten die als ‘normaal’ worden gezien, of
beschikbaar zijn voor ‘de gemiddelde inwoner’/ de samenleving. Maar de beleving hiervan is normatef, en
gebonden aan tjd en oordeel.
Ten vierde hebben de defnites het ook over keuze en toegankelijkheid (punt 5, 6, 7, 11). De vraag is hier ook
wel of diegene die ervoor kiezen niet te partciperen als buitengesloten behandeld kunnen of moeten worden.
Maar dit roep ook de vraag over toegankelijkheid op. Men kan hier met negateve- en positeve vrijheid te
maken hebben, die invloed hebben op SE.
Negateve vrijheid: Keuzevrijheid. eeen externe krachten die je tegen kunnen houden in het maken
van een keuze.
Positeve vrijheid: behoef capaciteit, toegankelijkheid en middelen als educate, geld, informate en
transport.
Ten vijfde: De Nice criteria onderscheid specifek de risicofactoren: (eebrek aan de) toegankelijkheid tot
goederen, middelen, dienstverlening en arbeid. Werkeloosheid wordt hier gezien als consttutef aan SE.
Alternatef gezien zou je kunnen zeggen dat deze risico’s een grote rol zijn in het ontwikkelen van SE- of die de
kans op SE en armoede vergroten.
Het kan ook zijn dat beide optes waar zijn.
In het zoeken naar risicofactoren is het verschil tussen factor/drijver en uitkomst belangrijk. Het verschil tussen
deze 2 is namelijk niet absoluut. In het proces naar SE kunnen de vele verschillende uitkomsten ook drijvers
bevaten.
Oppenheim suggereert dat het belangrijk is om je te focussen op SE, in plaats van op armoede. SE heef
meerdere oorzaken, is relatoneel en bevat meerdere, niet tastbare aspecten als het verliezen van macht,
status, eigenwaarde en verwachtngen. Een ander belangrijk aspect binnen SE is politeke exclusie, en het
onvermogen om hier invloed op uit te oefenen. Dit onvermogen kan komen door gebrek aan tjd, middelen,
telefonie, transport en taalkunde.
Respect en erkenning spelen hier een interessante rol. Vele literaire studies lijken zich hier om te bekommeren,
met het oog op het gebrek aan respect en erkenning tegenover de buitengesloten groepen/ mensen.
Stgmatsering van armoede en etniciteit spelen hier een grote rol. Dit zie je terugkomen in punten 4 en 11 van
de defnites.
In andere studies lijkt de kwaliteit van leven de bovenhand te hebben. Hoewel dit een belemmering in SE kan
zijn, ontstaat er hierdoor onduidelijkheid over andere, net zo belangrijke aspecten binnen SE.
Sommige geleerden benadrukken weer dat aanhouding over tjd belangrijk is, en de efecten die deze heef
over toekomstplannen- hoewel dit zeker mee speelt, zijn de uitkomsten van verschillende nadelige
omstandigheden zeer verschillend van elkaar (vb. opgroeien in armoede, slechte woonomstandigheden,
langdurige werkeloosheid).
Wel zie je hier terugkomen dat uitkomsten van een bepaalde situate óók een drijver/ risico factor kan zijn.
Concluderend kan een defnite van SE, die veel aspecten uit de verschillende besproken defnites bevat, zijn:
, Socnale exclusne ns een complex en mulidnmensnonaal proces. Het gebrek of ontkennnng van
hulpbronnen, rechten, goederen en dnensten, het onvermogen om mee te doen met ‘normale’
acivntenten en relaies, dne voor het overgrote deel van de samenlevnng e晔el beschnkbaar ns nn socnale,
economnsche, culturele en polnieke ssstemen. Het heef nnvloed op zoe晔el de ke晔alntent van het leven
van een nndnvndu, als voor de gelnjkhend en samenhang van de samenlevnng als geheel.
Deze defnite bevat niet de structurele problemen van ongelijkheid, polarisate, sociale beweeglijkheid en
dichtheid.
Dnepe exclusne
Diepe exclusie (DE) is multdimensionaal en bevat benadeling op meerdere vlakken.
Wijde exclusie verwijst naar diegene die benadeeld worden op een enkel aspect.
eeconcentreerde exclusie gaat over problemen geconcentreerd in een bepaalde wijk of locate.
Vanuit de overheid bestaan de volgende ideeën over SE:
Het is relatef en relatoneel
Het is multdimensionaal
Het toereiken van hulp vanuit de overheid moet samengaan met het toepassen van persoonlijke
verantwoordelijkheid
SE zit ingebed in machtsrelates die bekwaamheid en keuzes van individuen verplichten en bepalen
Overheden lijken armoede centraal te houden als indicator voor SE- hier wordt arbeid gezien als een manier
om uit materiele armoede te komen, maar ook als integrerende factor op zich. Het gebrek aan inkomen en
hulpbronnen heef direct invloed op woonomgeving, ondervoeding, slechte gezondheid, dakloosheid, onveilige
buurten en sociale discriminate en -exclusie.
Een meer recentere studie legt de nadruk op de erkenning en respect jegens men uit armoede.
SE bevat het gebrek aan toegang tot sociale diensten, toegang tot arbeid, en de mogelijkheid tot sociale
partcipate, omdat zij door armoede niet aan de norm van dieet, behuizing en deelname van actviteiten
kunnen voldoen.
Het model wat dominant is in de EU focussed zich dus op arbeid. Door toegang tot de arbeidsmarkt te
vergaren, zal hierbij ook het respect op economisch en sociaal gebied vergroot worden.
De vraag is hier of DE een opzichzelfstaand fenomeen is van SE als geheel, of voort komt uit diverse drijfveren.
In het licht van bestaande defnites van SE is dit erg onduidelijk.
In het licht van de groote van het probleem, zijn de volgende 2 punten belangrijk:
Het verschil moet worden belicht tussen de macro-drijfveren die SE doen toenemen (of de specifeke
aspecten hier binnen- zoals dakloosheid). Én tussen de oorzaken en correlate van individuele
kwetsbaren tot SE. Hierbij is het ook belangrijk risicofactoren en triggers te onderscheiden. Risico’s
gaan over de kwetsbaarheid van een groep die gedeelde kenmerken heef, en triggers hebben direct
invloed op een individu.
Het vaststellen van “oorzaak”. Dit is in sociale studies moeilijk- hier kun je beter correlate, associate
en relates demonstreren. Maar zelfs dan is het moeilijk de relate tussen drijver en SE moeilijk vast te
stellen- of de drijver richtng geef aan SE of oorzaak is.
Wel zijn er domeinen die gedeeltelijk overeenkomen met de drijvers: Laag inkomen, werkeloosheid, gebrek aan
educate, slechte gezondheid (zowel fysiek als mentaal, middelen misbruik, etc), slechte behuizing, gebrek aan
transport, geweld en de angst hiervoor.
Hoewel we ons hier op DE concentreren, is het op te merken dat in relate tot geconcentreerde exclusie,
gemeenschapsproblemen hier minder efect hebben dan individuele oorzaken.
Armoede is een geïdentfceerde gedeelde factor binnen alle dimensies van exclusie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmay1999. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.