Thema 4 - Classificatie en diagnostiek
In thema 1 stonden we stil bij het lastige onderscheid tussen normale en abnormale gedachten,
gevoelens en gedragingen. Je maakte kennis met de verschillende benaderingswijzen om tegen
normaliteit, abnormaliteit en psychopathologische verschijnselen aan te kijken. Om ordening
aan te brengen in psychopathologische verschijnselen bestaan erclassificatiesystemen. Een
voorbeeld van een classificatiesysteem voor psychopathologische verschijnselen is deDSM-5.
Om vast te stellen of er sprake is van een bepaalde vorm van psychopathologie wordt
diagnostiek bedreven. Er bestaan verschillende gestructureerde en ongestructureerde
methoden om het psychologisch functioneren van cliënten te onderzoeken. Diagnostiek dient er
uiteindelijk toe om een eventuele begeleiding en behandeling adequaat af te stemmen op de
behoefte van de cliënt. In thema 4 maak je kennis met algemene en meer specifieke aspecten
van classificeren en van klinische diagnostiek.
Studietaak 4.1 Classificatie
Binnen allerlei takken van wetenschap trachten wetenschappers verschijnselen te ordenen in
een beperkt aantal rubrieken. Op het terrein van de psychopathologie is lange tijd de
rangordening van ‘geestesziekten’ van Kraepelininvloedrijk geweest. Sindsdien zijn
classificatiesystemen voor psychopathologie verder ontwikkeld en momenteel zijn de gewijzigde
vijfde editie van deDiagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5-TR)en de elfde
editie van deInternational Classification of Diseases (ICD-11)de meest invloedrijke systemen. In
deze studietaak staan we stil bij het begrip classificatie en de ethische kanttekeningen van
classificatie. Ook komt de inhoud van de DSM-5-TR en van de ICD-11 aan bod en de
tekortkomingen van de DSM. Ten slotte worden een aantal alternatieven beschreven.
H9: Classificatie
Er zijn uiteenlopende opvattingen over hoe psychopathologie geclassificeerd moet worden. De
DSM en ICD zijn de meest invloedrijke systemen.
9.1 Wat is classificeren?
Classificeren = het ordenen van menselijke gedragingen, ervaringen, belevingen en gedachten en
is gebaseerd op het vaststellen van symptomen.
Syndroom/stoornis = een groep symptomen die vaak samen voorkomen.
Een classificatiesysteem is nuttig als de subtypen stoornissen te onderscheiden zijn in
nosologische eenheid (volgens medisch model):
● Oorzaken (etiologie)
● Ontwikkeling
● Prognose
● Behandeling die effectief werkt
,Kraeplin (1900): maakte voor het eerst een rangordening van geestesziekten naar analogie van
lichamelijke ziekten. Hij beschreef psychiatrische beelden en afzonderlijke symptomen en
groepeerde deze.
Classificatie kan verwijzen naar:
● het stellen van een diagnose.
● beschrijving van klassen; een taxonomie vaststellen.
Diagnostiek kan verwijzen naar:
● classificatie van klachten vna de client (in de praktijk vaak gebruikt).
● het proces van op systematische wijze ordenen, wegen en interpreteren van informatie
over de psychische klachten van een client.
○ Etiologische diganostiek: onderzoek naar verklaring van klachten.
○ Prognostische diagnostiek: onderzoek naar beloop van stoornis.
○ Indicatiestelling voor passende behandeling
Classificatie en diagnostiek worden veel door elkaar gebruikt, maar dit moet volgens Akwa GGZ
(2022) uit elkaar gehouden worden.
9.1.1 Soorten classificatie
Vier soorten classificatie:
1. Categoriale en dimensionele classificatie:
Categoriale classificatie= een indeling in afzonderlijke klassen die duidelijk van elkaar zijn
afgegrensd (= wel/niet lijden aan stoornis).
Dimensionele classificatie= de mate waarin iemand een klacht vertoont bepaalt de
plaats die deze persoon in het classificatiesysteem krijgt toegekend.
➔ Voordeel: Ernst is beter aan te duiden.
In de praktijk: graag een wel/niet-uitspraak doen; bij dimensionele classificatie wordt er
dan gebruik gemaakt van eencut-off-punt.
2. Monothetische en polythetische classificatie:
Monothetische classificatie= de leden van een klasse hebben een of meer specifieke
kenmerken met elkaar gemeen die voorwaarde vormen voor het lidmaatschap van de
klasse.
Polythetische classificatie= leden van een klasse hebben een groot aantal kenmerken
gemeenschappelijk, maar delen niet noodzakelijk een specifiek kenmerk.
➔ Voordeel: Sluit goed aan bij de wereld zoals deze dagelijks beleefd wordt.
➔ Nadeel: Het is per definitie moeilijk overeenstemming te bereiken over wat
precies onder een bepaalde klasse of stoornis wordt verstaan.
◆ overlap tussen stoornissen en geringe betrouwbaarheid tot gevolg.
3. Classificatie op grond van symptomen en op grond van pathogene (ziekteverwekkende)
mechanismen:
, Beschrijvende classificatie= het classificeren op basis van symptomen die aan de
buitenkant waarneembaar zijn of door een cliënt wordt gerapporteerd en dus te
beschrijven is.
Etiologische classificatie= op basis van etiologie van klachten en pathogene
mechanismen (e.g.structurele diagnostiek).
4. Hiërarchische en nevenschikkende classificatie:
Nevenschikkende classificatie = wanneer de klassen binnen een systeem allemaal
dezelfde rang hebben; iedere klasse heeft haar eigen bestaansrecht en cliënten kunnen
meerdere classificaties krijgen.
Hiërarchische classificatie = bepaalde klassen hebben de hoogste rang, gevolgd door
klassen die lager in rang staan; cliënten kunnen slechts één classificatie krijgen.
9.1.2 Classificatie in context
Beoordeling van gedrag als normaal of abnormaal is onderhevig aan maatschappelijke en
culturele factoren. Het subjectieve en professionele referentiekader van de diagnosticus kan ook
invloed hebben.
9.1.3 Criteria voor adequate classificatie
➔ Betrouwbaarheid:
◆ Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid= wanneer een classificatiesysteem door
verschillende beoordelaars tot eenzelfde oordeel leidt.
◆ Test-hertestbetrouwbaarheid= wanneer herhaalde classificatie door dezelfde
beoordelaar de cliënt telkens in dezelfde klasse geplaatst wordt.
In de praktijk wordt er vaak voor interbeoordelaarsbetrouwbaarheid als maatstaf voor
betrouwbaarheid gekozen omdat bij test-hertest er verschillende meetmomenten
moeten zijn waarin er geen behandeling plaatsgevonden heeft; dit duurt lang.
Betrouwbaarheid is groter naarmate de symptomen nauwkeuriger zijn beschreven en de
informatie op een gestandaardiseerde manier wordt verzameld.
➔ Validiteit= de mate waarin iets overeenkomt met de werkelijkheid.
◆ Constructvaliditeit/begripsvaliditeit= beschrijft in hoeverre een
classificatiesysteem ook daadwerkelijk classificeert wat de ontwerpers ermee
beogen te classificeren. Bepaald door verschillende meetmethoden te
vergelijken.
● Convergente validiteit= er is sprake van overeenstemming tussen de
gegevens die verkregen zijn via verschillende methoden en instrumenten
die hetzelfde begrip beogen te meten.
● Divergente validiteit= er is GEEN sprake van samenhang tussen
verschillende methoden of instrumenten die elk een ander begrip
beogen te meten.
◆ Predictieve validiteit= de voorspellende waarde die een classificatiesysteem
heeft voor prognose of de uitkomst van behandeling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller denisekoppes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.65. You're not tied to anything after your purchase.