Hoofdstuk 11
11.1 Gezondheidsproblemen voorkomen
De huid beschermt tegen:
- Overhitting:
● Verwijding van huidbloedvaten (rode huid) (meer warmteafvoer)
● Zweetklieren verdampen vocht (onttrekt ook warmte uit het bloed)
- Onderkoeling:
● Vernauwing van huidbloedvaten -> bleke huid
● Haren overeind (bij mens = kippenvel) geeft een dikkere isolerende laag
● Rillen: warmteproductie
● Vetlaag in onderhuids bindweefsel isoleert
- Huidkanker:
● Invloed van Uv-licht
1. Speciale cellen in de kiemlaag: melanocyten maken melanine (bruin
worden): werkt als een parasol schild boven de kernen zodat DNA
wordt beschermd (voorkomt dus kanker)
2. Huid wordt dikker
- Uitdroging
- Beschadiging
- Binnendringen van ziekteverwekkers/gif/vocht
- Vitaminetekort: vitamine D wordt onder invloed van licht in de huid aangemaakt
Dus: Als je het koud hebt vernauwen je bloedvaten en er stroomt minder bloed doorheen.
Als je het warm hebt verwijden je bloedvaten zich, er kan hierdoor meer bloed door je
bloedvaten stromen, dit helpt je om af te koelen.
Van buiten naar binnen bestaat de huid uit:(binas 87A)
1. Opperhuid:
- Hoornlaag: Gaat vochtverlies tegen en voorkomt binnendringen van bacteriën en
virussen.
- Levende cellen
- Kiemlaag(onderste laag opperhuid)= bij zon gaan pigmentcellen meer pigment
maken-> je wordt bruiner. Pigment werkt als een uv-filter.
2. Lederhuid:(stevige constructie van bindweefsel)(onder andere):
- Zweetklieren
- Talgklieren
- Zintuigen
- Spieren met haren
3. Onderhuids bindweefsel:
- Scheidslijn tussen de huid en de spieren en pezen.
- Het beschermt de onderliggende organen en bepaalt de veerkracht van de huid en
lichaamsvorm.
- Bestaat vooral uit vet, bindweefselschotten en bloedvaten.
Een teek kan wel door de hoornlaag komen, maar er is een kleine kans dat je besmet wordt.
Het kan een probleem opleveren wanneer, vanuit de speekselklieren of maaginhoud van de
teek, de bacterie terecht komt in de bloedvaten van de lederhuid, dan is het een:
infectie= besmetting.
Gezond = (een evenwichtssituatie): psychisch, lichamelijk en sociaal welbevinden
, De mens is een eenheid van: geest, lichaam en ziel (psychosomatische eenheid) Balans
van factoren die van invloed zijn op je gezondheid:
Kleding+voeding+ontspanning+ademhaling+besmetting =
stress+afweer+beweging+uitscheiding+verbranding
Infectieziekten worden veroorzaakt door:
1. Prion = ingewikkelde eiwitten die zichzelf kopiëren BSE (Boviene Spongiforme
encefalopathie) of gekke koeienziekte bij de mens (hersenen worden aangetast)
2. Virus = eiwitmantel met DNA of RNA erin (BMR = bof, mazelen, rodehond) griep,
Pfeiffer polio en Hiv(Virus is geen organisme: het heeft geen eigen stofwisseling
en kan zich niet zelfstandig voortplanten).
3. Bacteriën = eencelligen die 10x zo klein zijn als menselijke cellen -> antibioticum
werkt alleen tegen bacteriën bijv. tbc (tuberculose), lepra, cholera, dysenterie,
tetanus. (Micro-organisme)
4. Eencellige diertje = bijv veroorzaker malaria (micro-organisme)
5. Meercelligen = bijv. wormen, lintworm en spoelworm
6. Schimmel = zwemmerseczeem
Incubatietijd = tijd die verloopt tussen het begin van een infectie en het zichtbaar worden
van de ziektetekens.
Andere oorzaken van ziekten:
- Ongezonde leefstijl
- Straling(kanker)
- Welvaart (bijv. overgewicht leidt tot suikerziekte en hart/vaatziekten)
- Erfelijke factoren
- Psychische factoren
- Omgevingsfactoren (griepvlaag)
11.2 Barrières en antistoffen
Antistoffen zijn stoffen die gifstoffen of ziekteverwekkers onschadelijk maken. Niet overal is
er huid om te beschermen(84J). Maar als er toch nog bacteriën of virussen binnendringen
komen de witte bloedcellen in actie:
Deze witte bloedcellen vooral macrofagen, kunnen van vorm veranderen, uit een haarvat
kruipen en binnengedrongen bacteriën, virussen en schimmels in zich opnemen door
fagocytose. Daarna breken ze deze af met enzymen. Ze zijn niet specifiek, ze maken geen
onderscheid tussen verschillende bacteriën.
Antiserum is bloedplasma met antistoffen(specifiek). Een dier krijgt een hoeveelheid gif
ingespoten. Het dier gaat antistoffen maken, die worden afgetapt en dat is als geneesmiddel
te gebruiken. Artsen gebruiken het als je een verzwakt afweersysteem hebt of in tijdnood.
Je kan ook antistoffen krijgen op deze manier:
Monoklonale antistoffen(antistoffen van 1 type): afkomstig van één kloon snel
delende muizencellen. Een muis krijgt gifstof en de witte bloedcellen gaan
antistoffen maken → die zitten in de milt, laboranten isoleren die witte
bloedcellen en laten elke cel samensmelten met een tumorcel. De cel maakt de
goede identieke antistoffen.
11.3 inenten: ja of nee?
Ook in Binas 84J
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isisepema. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.