Samenvatting van de nummer 28-70 van Compendium over de rechtshandeling. Voorgeschreven literatuur voor Inleiding Burgerlijk Recht en Verbintenissenrecht
Een rechtshandeling is een handeling die ziet op een beoogd rechtsgevolg. Er zijn eenzijdige
rechtshandelingen (tot stand gebracht door één persoon) en meerzijdige rechtshandelingen (tot
stand gebracht door twee of meer personen, zoals de overeenkomst). Een eenzijdige rechtshandeling
kan gericht zijn tot één of meerdere personen (bv. opzeggen van de huurovereenkomst, ontslag) of
niet-gericht zijn (bv. het maken van een testament).
29 Het begrip ‘de partij bij de rechtshandeling’
De partij bij een rechtshandeling is degene die deze tot stand brengt. Bij eenzijdige niet-gerichte
rechtshandelingen is maar één partij betrokken. Bij eenzijdige gerichte rechtshandelingen is één
partij en ook een geadresseerde betrokken. Bij meerzijdige rechtshandelingen zijn minstens twee
partij betrokken, de partij en de wederpartij(en).
30 Titel 3.2
De voor alle rechtshandelingen geldende regels staan in titel 3.2 (Rechtshandelingen). Ook titel 6.5.2
is van belang.
31 Overeenkomstige toepassing buiten het vermogensrecht: 3:59
Boek 3 handelt over Vermogensrecht. Art.3:59 is een schakelbepaling en verklaart bepalingen buiten
het vermogensrecht overeenkomstig van toepassing, zolang de aard zich er niet tegen verzet.
32 Het tot stand komen van rechtshandelingen
De totstandkoming van rechtshandelingen is gebaseerd op een dubbele grondslag:
De geopenbaarde wil (door middel van een verklaring, art. 3:33 BW).
Het opgewekte vertrouwen (art. 3:35 BW). Deze grond kan de rechtshandeling slechts laten
ontstaan als de wil ontbreekt.
33 De eerste grondslag: de geopenbaarde wil, art. 3:33
De wil moet door een verklaring zijn geopenbaard. Deze verklaring is in beginsel vormvrij en kan
daardoor ook worden afgeleid uit gedragingen (art. 3:37 BW).
34 Het moment waarop rechtshandelingen tot stand komen, art. 3:37
Om het moment te bepalen waarop de rechtshandeling tot stand komt, gebruikt de wetgever de
genuanceerde ontvangsttheorie (art. 3:37 lid 3 BW): hoofdregel is dat de verklaring werking heeft
, vanaf het moment waarop zij degene aan wie zij is gericht heeft bereikt (verklaring moet dus zijn
ontvangen; het speelt geen rol of de ander kennis heeft genomen van de verklaring). Deze verklaring
heeft ook haar werking wanneer die de ander niet op tijd heeft bereikt en de oorzaak daarvan voor
risico van de geadresseerde komt. De bewijslast rust echter op de afzender wanneer deze stelt dat
de verklaring de ander heeft bereikt. Een verklaring die al is verzonden kan door een tweede
verklaring worden ingetrokken, maar deze tweede verklaring moet de andere verklaring wel eerder
of gelijktijdig bereiken (art. 3:37 lid 5 BW). In het geval van een mondelinge verklaring is intrekking
feitelijk onmogelijk.
35 Een discrepantie tussen verklaring en wil
Het is ook mogelijk dat de wil afwijkt van de verklaring, bijvoorbeeld door een geestelijke stoornis of
een misverstand. In principe zal degene die een beroep doet op de afwijking (discrepantie) deze
moeten bewijzen. De rechtshandeling komt dan niet tot stand op grond van art. 3:33, omdat de
verklaring de wil niet heeft geopenbaard. De rechtshandeling kan alleen tot stand komen als dit
wordt gerechtvaardigd op grond van het opgewekt vertrouwen, art. 3:35. De wetgever heeft in
artikel 3:34 BW enkel de geestelijke stoornis nader geregeld.
36 Het bewijzen van discrepantie ingeval van een geestelijke stoornis, art. 3:34
Men moet dan bewijzen dat er op het moment van het afleggen van de verklaring een (tijdelijke of
blijvende) geestelijke stoornis bestond en het verband aantonen tussen de stoornis en de verklaring
(stoornis belette redelijke waardering van de belangen of de verklaring werd onder invloed van de
stoornis gedaan). Er is nog een wettelijk vermoeden: de verklaring wordt vermoed te zijn gedaan
onder invloed van de stoornis als de rechtshandeling voor de gestoorde nadelig was. Als dit wordt
bewezen, dan wordt er vanuit gegaan dat de wil heeft ontbroken en daardoor is de rechtshandeling
vernietigbaar (een eenzijdig niet-gerichte rechtshandeling is echter nietig).
37 De tweede grondslag: het opgewekt vertrouwen, art. 3:35
Dit artikel beschermt de geadresseerde of de wederpartij (B) in het geval van een discrepantie. Er
moet zijn voldaan aan de volgende vereisten:
Een verklaring of gedraging van A.
B interpreteerde deze verklaring of gedraging als een tot hem gerichte verklaring met een
bepaalde betekenis.
De opvatting van B kwam overeen met de zin die hij in de gegeven context met recht aan A’s
verklaring mocht toekennen.
B moet dus gerechtvaardigd hebben vertrouwd op een door A gewekte schijn.
38 De beschermingswijze bij art. 3:35
Als aan voorgaande vereisten is voldaan, kan A zich jegens B niet beroepen op het ontbreken van een
met de verklaring overeenstemmende wil. De rechtshandeling is dan op grond van artikel 3:35 jo.
3:33 BW geldig tot stand gekomen. De beschermde hoeft zich echter niet op art. 3:35 te beroepen.
Als art. 3:35 achterwege blijft, kan de andere partij het ontbreken van zijn wil wel inroepen. De
rechtshandeling is dan niet tot stand gekomen. .
38a ‘Nadeel’ als kenmerk bij art. 3:35
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elizabethxxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.17. You're not tied to anything after your purchase.