Opgave 1:
1:
Hij staat het gebruiksrecht af.
Boek 5:1 BW > eigendom meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan
hebben.
2:
Onmiddellijk houder te goeder trouw.
3:107 lid 4 BW en 3:108 BW. Ze houdt het goed voor zichzelf en draagt het ook zelf.
3:
A: Het is een relatief recht/persoonlijk recht. Je kunt dat recht alleen inroepen
tegenover je wederpartij, niet tegenover eenieder. Die actrice mag de ketting dragen,
en kan ze alleen inroepen tegenover drupsteen.
B: Relatief: Alleen tegenover een bepaald persoon inroepen.
Absoluut: Kan je tegenover iedereen inroepen, eigendomsrecht.
Zakelijk, niet-zakelijk: Een zakelijk recht is bijvoorbeeld een zekerheidsrecht. Een
niet-zakelijk recht rust niet op iets zakelijks, bijvoorbeeld auteursrecht.
Volledig recht: Eigendomsrecht.
Beperkt recht: bijvoorbeeld recht van opstal, afgeleid van eigendomsrecht.
Afhankelijk recht: het is verbonden aan een hoofdzaak, zoals bijvoorbeeld
pandrecht. Afhankelijk recht is ALTIJD een vermogensrecht.
Nevenrecht: ALTIJD gekoppeld aan een vordering, zoals een dwangsom.
C: Het onderscheid is belangrijk vanwege de sterke positie. Een absoluut recht is
sterker dan een relatief recht. Een absoluut recht heeft zaaksgevolg, een relatief
recht niet etc.
4:
Dan was het absoluut geweest en kon ze het tegenover eenieder inroepen.
5:
Het beschikkingsrecht. Hij geeft het in commissie aan Schatrijk. Vertegenwoordiging
in de vorm van een commissie geeft je het recht om erover te beschikken en het te
verkopen.
6:
Je zou kunnen zeggen dat het een toekomstig goed is. Stel dat weet je nog niet, dan
kan het niet want de diamantjes zijn nog in de ketting en is dus nog geen
zelfstandige zaak.
Opgave 2:
1: Hij is eigenaar, onmiddellijk bezitter. Art. 5:1 BW
Hij houdt hem voor zichzelf zonder tussenkomst van de ander. Art. 3:107 lid 1 jo lid 2
BW
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lawtje98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.79. You're not tied to anything after your purchase.