,inhoud
Problem 1 Inner Drives.......................................................................................................................................... 3
Problem 2 external forces..................................................................................................................................... 8
Problem 4 brainpower......................................................................................................................................... 18
Problem 5 personality traits.............................................................................................................................. 25
Problem 6 (in)stability or behaviour.............................................................................................................. 30
Problem 7 nature or nurture............................................................................................................................. 35
Problem 8 personalities in social and cultural context.............................................................................40
2
,Problem 1 Inner Drives
Freudian slip: onbewuste verspreking die verborgen gevoelens/wensen lijken te verhullen.
Hysteria volgens Freud: aanwezigheid van repressie en ontwikkeling van symptomen die indirect of
symbolisch onderdrukte behoeftes en wensen uit.
Twee onderliggende aannames van Freuds opvatting:
1. motivational determinism: gedrag is nooit per ongeluk, het wordt veroorzaakt door mentale
motivationele oorzaken
2. deze oorzaken zijn buiten de persoonsbewustzijn
Topographical model of mind:
- conscious: mentale inhoud waar je constant bewust van bent, op dit moment. Maar een klein
deel van de totale mentale inhoud.
- preconscious: (geheugen) Zijn we niet altijd bewust van, maar kan je wel vrij gemakkelijk en
bewust in je bewust zijn brengen
- unconscious: kan je niet bewust in het bewustzijn terugroepen, want wordt buiten het
bewustzijn gehouden door mechanisme van onderdrukking. Is een opslag voor driften,
gevoelens en ideeën. id zijn vooral driften en dergelijke.
Kritiek: sommige dingen doe je geautomatiseerd chaotisch: onwaarschijnlijk
werkelijkheid.
Unconscious wordt je
persoonlijkheid
gevormd.
conscious en preconscious
beïnvloeden je gedrag en gedachten.
Dreams: dromen hebben twee
vormen van inhoud
1. manifest contant: verhaal van
de droom
- is een wensvervulling symbolisch vertegenwoordigt de vervulling van onbewuste dromen
die onmogelijk vervult kunnen worden in het echte leven.
2. latent contant: zijn de onbewuste ideeën, emoties en drives van de dromen.
- bestaat uit onbewuste wensen.
Onbewuste processen kunnen net zo intelligent, logisch en rationeel zijn als bewuste.
Kijk op het onbewuste benadrukt de verscheiden inhoud die mogelijk onbewust is, zonder speciale
betekenis in verband met seksuele en agressieve inhoud.
Cognitieve kijk van het onbewuste legt niet de nadruk op motivationele factoren.
3
, Structural model of personality: id, ego en superego produceren de complexiteit van het menselijk
gedrag.
ID: (0-18 maand) vanaf de geboorte + volledig onbewust instincten, driften en impulsen. De
onbewuste laag. Alles wat geërfd is.
- Is basis waar later de ego en superego uit voort komen
- pleasure principle: ID streeft naar plezier en vermijd pijn. Behoeftes moeten direct bevredigd
worden. kind janken als hij speelgoed niet krijgt of obesitas = veel eten, want lekkere trek.
- Via primary process thinking: denken zonder logische regels om spanningen (van niet
bevrediging) proberen te ontladen (dagdromen, fantaseren).
Wish fulfillment: inbeelden van iets wat de behoefte bevredigd (werkt alleen op korte
termijn) je hebt trek alleen kan niet eten dus beeld een chocoladereep in.
- Je hebt twee soorten driften/instincten:
Life/sexual instinct (eros): voortplanting en leven (honger, seks, libido)
o Libido: seksuele/agressieve drift (is synoniem voor eros).
Death instinct (thanatos): iedereen wil onbewust terug naar de dood (zelfmoord:
apoptosis).
o Agressie: zelfvernietigende behoeftes die men naar andere uit/afreageert.
Ego (18mnd-3jaar, voor die tijd wordt je vooral door ID geleid): ontstaat en neemt energie uit ID
door buitenwereld te betrekken is uitvoerende gedeelte van persoonlijkheid.
- reality principle: testen van de realiteit om de spanning te vertragen tot dat het juiste
object en omgevingscondities zijn gevonden. Je betrekt de realiteit bij het overwegen van
opties en risico’s.
- Via secondary process: realiteit, logisch nadenken, plannen en cognitieve mentale
processen. Je krijgt voldoening door gepast tijdstip of drift te koppelen aan iets uit de
werkelijkheid. je hebt honger en pakt een koekje waardoor drift is voldaan.
reality testing: nagaan of dit plan kan werken (kijken of het koekje je honger stilt).
- veranderd door de tijd (ID niet) en heeft eigen energiebron.
Superego (4jaar): morele kant: waarden afwegen conscious, pre- en unconscious.
- Introjection: waardes van de ouders (en omgeving) tot je nemen, vormt je superego
- Superego is onder te verdelen in twee subsystemen:
Ego-ideal: regels/standaarden over goed gedrag: streven van ouders (belonen)
Consciounce: regels over slecht gedrag: verbod van ouders (straffen)
- 3 doelen: streven naar perfectie; ego dwingen om moreel te handelen ipv rationeel; id
impulsen voorkomen/tegengaan die tegen de maatschappij in gaan.
acceptabel (superego) en realistisch is (ego strenght).
3 types of anxiety: (conflicten tussen id, ego en superego)
- realistic anxiety: angst. Dit type van angst is aanwezig wanneer een externe bron een
gevaar voor je vormt. Bijv. als er een grote man met een mes voor je staat. In dit geval wordt
het ego ‘lastig gevallen’ met een externe threat. Bij de twee andere gevallen is dit intern
- neurotic anxiety: direct conflict tussen id en ego. Je hebt geen oplossing wat er intern
gebeurt. Je hebt onbewuste driften en wordt bang, maar hebt geen oplossing.
- Moral anxiety: conflict tussen ego en superego. Zaken die je morele waardes tegengaan
bent op dieet, maar eet toch vet
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittgruntjes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.27. You're not tied to anything after your purchase.