Verdachte > artikel 27 Sv.
Materieel > artikel 27 lid 1 Sv, vermoeden. Je mag pas dwangmiddelen aanwenden als is voldaan aan dit artikel. Als er
geen redelijk vermoeden is, is er niet voldaan aan dit artikel.
Formeel > artikel 27 lid 2 Sv. Verdachte krijgt de naam verdachte zodat die rechten krijgt. Is niet nadat vervolging is
aangevangen, maar overlapt of is er zelfs voordat iemand als verdachte wordt aangemerkt.
Zit dus verschil in procesfase!
Er moet een redelijk vermoeden van schuld zijn voor inzet dwangmiddelen:
1. Vermoeden strafbaar feit > ‘vermoedelijke daderschap’.
2. Vermoeden redelijk > niet louter subjectief. Moet dus ook uit objectieve omstandigheden blijken. Een redelijk
vermoeden wordt redelijk snel aangenomen.
3. Vloeit voort uit feiten en omstandigheden > ‘feiten en/of omstandigheden’. Zit ook al beetje in tweede
criterium.
Er vindt toetsing plaats of iemand verdachte is. Toetsing ex ante: je toetst op het moment van handelen. Niet ex post.
Redelijk vermoeden op grond van aangifte, ambtshalve constatering, opsporingsambtenaren en anonieme tip.
Anonieme tip mag maar beschikbare informatie moet in voldoende mate beschikbaar zijn en er moet enige vorm van
verificatie zijn.
Artikel 6 EVRM kent formeel verdachte begrip. Als ze van materieel zouden uitgaan betekent dat pad verdachte is bij
redelijk vermoeden van schuld. Je hebt dan geen rechten. Als je als verdachte wordt aangemerkt in wat voor fase dan
ook heb je rechten die je kan ontlenen aan internationale en nationale regelgeving.
Staande houden – artikel 52 Sv
Hieraan hoef je niet te voldoen, je mag weglopen en hoeft geen antwoord te geven – geen strafbaar feit in de zin van
artikel 184 Sr. Als je wordt vastgepakt (wat agent mag doen) en je rukt je los met geweld, levert dat wel
wederspannigheid op (180 Sr). Je mag je niet met geweld ontdoen aan opsporingsambtenaren. Levert vaak wel
gevolg op: aanhouding is mogelijk.
Iedere opsporingsambtenaar is bevoegd identiteit verdachte vast te stellen op de wijze als bedoeld in artikel 27a lid 1
Sv. In dit artikel wordt bepaald dat je vragen mag stellen over vaststellen identiteit, voornaam, adres enzovoort. Doel
is duidelijk: vaststellen identiteit. Moet ook gaan om verdachte: in de zin van 27 lid 1 Sv. Je moet altijd voldoen aan
het materiele verdachte begrip.
Vorderen personalia op grond van artikel 8 lid 1 Politiewet (redelijkerwijs op grond van politietaken maar daar
wordt snel aan voldaan) jo. Artikel 2 van de Wet op identificatieplicht.
Niet meewerken levert een strafbaar feit op (447 e Sr).
Mogelijkheid tot identificatiefouillering (55b Sr).
Staande houden v. stopbevel op grond van artikel 160 lid 1 WVW. Staande houden is vrijblijvend, maar
stopbevel zijn heel weinig vereisten voor. Er hoeft ook geen reden voor te worden gegeven. In literatuur
wordt gek gevonden dat je bij staande houden niet hoeft te stoppen maar bij een stopbevel wel. Je weet niet
wat ze doen.
Aanhouding heterdaad – artikel 53 Sv + 128 Sv.
Als het er dik bovenop ligt moet je het noemen. Het moet gaan om verdachte in de zin van artikel 27 lid 1 Sv.
Heterdaad is wanneer het strafbare feit wordt ontdekt of terstond nadat het is begaan. Omtrent elk strafbaar feit.
Gepast geweld is toegestaan (artikel 7+9 Politiewet). Doel is verhoren van de verdachte, voorgeleiden.
1
, Aanhouding buiten heterdaad – artikel 54 Sv.
128 Sv moet je ook altijd noemen. Moet om een opsporingsambtenaar gaan in opdracht van de OvJ, moet gaan om
een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Wanneer voorlopige hechtenis feit is, artikel 67 Sv. Gepast
geweld is ook toegestaan wat volgt uit artikel 7+9 van de Politiewet. Officier kan ook mondeling een bevel geven,
daarna kan het papierwerk dan nog worden gegeven. Mondeling geven van bevel is best snel mogelijk. Als er sprake
is van vluchtgevaar, dan kan je super spoed inzetten.
Verhoor – 29 Sv
Hoedanigheid van verdachte verhoord.
Vragen moeten betrekking hebben op het vermoedelijk gepleegde feit.
Geen ongeoorloofde druk en je bent niet tot antwoorden verplicht.
Niemand kan worden gedwongen mee te werken aan eigen veroordeling, artikel 6 lid 1 EVRM. Dit is het nemo tentur-
beginsel,
Geen valse informatie maar je mag wel slim omgaan met de feiten die je hebt.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JJPJN24. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.