Thim Hogeschool voor Fysiotherapie (THIM)
Fysiotherapie
HOC
All documents for this subject (14)
6
reviews
By: reijengamees • 3 year ago
By: jannethorup • 5 year ago
By: nicoleblok • 5 year ago
By: cdorlyn • 5 year ago
By: hamedsabri755 • 4 year ago
By: alishya • 5 year ago
Seller
Follow
thimvdlaan
Reviews received
Content preview
Inhoud
Doelstellingen thema 3...........................................................................................................................6
Week 1:..............................................................................................................................................6
De student kan de vier kenmerken van methodisch handelen in het eigen handelen gebruiken.. 6
De student kan het eigen handelen in de explorateve fase van het hulpverleningsproces op
systematek en doeltrefendheid waarderen.....................................................................................7
De student kan de vier strategieën van probleemoplossing met praktsche voorbeelden
illustreren. De student kan voor- en nadelen van de verschillende strategieën voor
probleemoplossing toelichten........................................................................................................7
De student kan het fysiotherapeutsche proces bewust sturen door best practce overwegingen.
........................................................................................................................................................9
De student is in staat drie voorbeelden te benoemen van best practce beslissingen...................9
De student kan door het interpreteren van de gegevens uit de verwijzing een vroege hypothese
ten aanzien van het gezondheidsprobleem formuleren. De student kan op basis van de gegevens
uit de verwijzing een vroege hypothese formuleren met betrekking het screeningsbesluit..........9
De student kan het gezondheidsprobleem inventariseren door interpretate van screening- en
/of verwijsgegevens........................................................................................................................9
Week 2:............................................................................................................................................11
De student kan het onderscheid maken tussen screening en diagnostceren..............................11
De student kan de kenmerken van de anamnese benoemen.......................................................12
De student kan open- en gesloten gesprekvormen onderscheiden.............................................13
De student kan de categorieën van de fysiotherapeutsche anamnese met voorbeelden
illustreren.....................................................................................................................................13
De student kan de categorieën van de fysiotherapeutsche anamnese vastleggen in een
gesprekformulier voor de anamnese............................................................................................13
Week 3..............................................................................................................................................14
De student kent het begrip 'screening' en 'verwijzing' en kan mogelijk relevante gegevens in een
schrifelijke verwijzing voor een fysiotherapeutsch consult benoemen......................................14
De student ken het begrip 'initële' hypothese en de begrippen PIP's/NPIP's..............................15
De student kan uit de informate van de aanmelding en verwijzing een initële hypothese
opstellen en deze ordenen inzake de aard van het gezondheidsprobleem, de indicate voor
fysiotherapie, de prognose, de inhoud en richtng van het onderzoek en/of behandeling..........16
De student is zich bewust van mogelijke invloeden van eigen 'life events' en ervaringen, 'life
events ' en eigen meningen van patënten (PIP's), de inhoud van de verwijzing en EBP op de
initële hypothese en kan deze invloed herkennen en ordenen...................................................16
De student kan de opbouw van het fysiotherapeutsch onderzoek beschrijven..........................16
De student kent de doelstellingen van de diverse onderdelen van het fysiotherapeutsch
onderzoek (koppeling naar behandel(sub)doelen).......................................................................16
, De student kan het handeling-georiënteerd werken herkennen in het fysiotherapeutsch
onderzoek.....................................................................................................................................18
Week 4..............................................................................................................................................18
De student kan een classifcate maken volgens de ICF met hulp van het RPSformulier..............18
De student kan met hulp van het ingevulde RPS formulier een aantal gegeven initële
hypothesen, 'bijstellen' met hulp van de anamnese info en ordenen op mate van
waarschijnlijkheid ........................................................................................................................19
De student kan met hulp van het ingevulde RPS-formulier benoemen wat de te onderzoeken
items in het onderzoeksplan zijn..................................................................................................20
De student kan de onderzoeksitems ordenen op systematek. De student kan de doelstelling van
het passief, weerstand en spierlengte onderzoek benoemen......................................................20
De student kan beredeneren op welke wijze, voor welke gewrichten van de schouderregio en in
welke bewegingsrichtngen, het passief en spierlengte onderzoek uitgevoerd dienen te worden.
......................................................................................................................................................20
De student kan beredeneren op welke wijze voor welke spieren van de schouderregio, het
weerstand onderzoek uitgevoerd dient te worden......................................................................21
De student kan de meetnstrumenten en testen die gebruikt kunnen worden voor een eerste
screening van de schoudergordel- en bovenarmproblemen beschrijven en hun doelstelling
benoemen en de student kent de naam, afortng en doelstelling van de besproken
meetnstrumenten........................................................................................................................21
De student weet binnen welk domein van het ICF de besproken meetnstrumenten ingezet
kunnen worden............................................................................................................................22
Week 5:............................................................................................................................................24
De student kent onderdelen van het oriënterend onderzoek......................................................24
De student kan uit het volledig ingevulde RPS-formulier onderzoek items selecteren................24
De student kan de in punt 2 geselecteerde onderzoekitems met hulp van EBP meetnstrumenten
en de in punt 1 genoemde systematek ordenen tot een logisch geheel wat rekening houdt met
de genoemde uitgangspunten van een onderzoeksplan..............................................................25
De student kan, een op de genoemde uitgangspunten, gefundeerd besluit nemen over de keuze
van het meetnstrument...............................................................................................................26
De student kan, een op de genoemde uitgangspunten, gefundeerd besluit nemen over de keus
van de onderdelen uit het oriënterend onderzoek.......................................................................26
Week 6:............................................................................................................................................26
De student benoemt de interpretates / de outcome van het actef bewegingsonderzoek.........26
De student benoemt de interpretates / de outcome van het passief bewegingsonderzoek.......26
De student benoemt de interpretates / de outcome van het weerstand onderzoek..................26
De student selecteert de grondmotorische eigenschap aan de hand van gegevens uit het actef,
passief en weerstand onderzoek bij schouderklachten................................................................27
De student beschrijf aan de hand van een eenvoudige schoudercasus; de initële, de bijgestelde
hypothese en het onderzoeksplan................................................................................................27
, De student kan een classifcate maken volgens de ICF met hulp van het RPSformulier..............28
De student kan met hulp van het ingevulde RPS formulier een aantal gegeven initële
hypothesen, 'bijstellen' met hulp van de anamnese info en ordenen op mate van
waarschijnlijkheid.........................................................................................................................28
De student kan met hulp van het ingevulde RPS-formulier benoemen wat de te onderzoeken
items in het onderzoeksplan zijn..................................................................................................29
De student kan de onderdelen van het oriënterend onderzoek benoemen................................29
De student kan uit het volledig ingevulde RPS-formulier onderzoekinterventes selecteren.......29
De student kan, een op de genoemde uitgangspunten, gefundeerd besluit nemen over de keus
van de onderdelen uit het oriënterend onderzoek.......................................................................30
Doelstellingen thema 4:........................................................................................................................31
Week 1..............................................................................................................................................31
De student kan uit het volledig ingevulde RPS-formulier onderzoek items selecteren voor het
lichamelijk onderzoek. (begrip)....................................................................................................32
De student kan, een op de genoemde uitgangspunten, gefundeerd besluit nemen over de keus
van de onderdelen uit het oriënterend onderzoek (begrip).........................................................32
De student herkent de doelstellingen van m.t.t. binnen thema 4................................................32
De student kan de kenmerken van de verschillende fase van fis & posner beschrijven............33
Week 2:............................................................................................................................................34
De student kan uit een gegeven patëntencasus de items voor de fysiotherapeutsche diagnose
ordenen. (Begrip)..........................................................................................................................34
De student kan de items uit de anamnese en het onderzoek benoemen en motveren welke
mogelijk van invloed zijn op het te verwachten eindresultaat en het beloop van de
fysiotherapeutsche behandeling. (kennis)...................................................................................34
De student kan uit een gegeven patëntencasus belangrijke prognostsche items selecteren en
motveren waarom deze items in deze casus een invloed hebben het te behalen eindresultaat
en het beloop van de fysiotherapeutsche behandeling. (begrip)................................................34
De student kent het begrip indicate en kan benoemen welke items uit de anamnese en het
onderzoek van belang zijn voor het besluit wel/niet fysiotherapie geïndiceerd..........................34
De student kan de trainingsweien binnen de trainingsleer beschrijven.....................................35
De student kan de opbouw van krachiraining benoemen...........................................................36
De student kan de submaximaal test beschrijven........................................................................36
De student kan de base line test beschrijven...............................................................................37
OAC 5 FMH 2 De Rehaboom / kracht (KT)....................................................................................37
Wanneer sla je stappen over binnen de opbouw van kracht binnen het PRT systeem?..............39
Welke stappen sla je over?...........................................................................................................39
Week 3:............................................................................................................................................39
De student kent de diverse onderdelen en de inhoud daarvan in het behandelplan diagnose.
(Kennis).........................................................................................................................................39
, De student kan SMART behandeldoelen formuleren op partcipate, actviteiten en
stoornisniveau op basis van een gegeven patëntencasus . (Begrip)............................................39
De student kan uit een gegeven patënte casus belangrijke prognostsche items selecteren en
motveren waarom deze items in deze casus een invloed hebben het te behalen eindresultaat
en het beloop van de fysiotherapeutsche behandeling(tjdslijn). (begrip)..................................39
De student herkent op basis van anamnestsche gegevens in welke fase van herstel de patënt
zich bevindt..................................................................................................................................40
De student herkent wanneer en welke stap er kan worden overgeslagen binnen de
krachtpiramide.............................................................................................................................41
De student beschrijf welke factoren invloed hebben op de te nemen stappen binnen de
krachtsopbouw.............................................................................................................................41
De student herkent de opbouw van kracht binnen het fysiologisch herstelproces......................41
De student weet hoe een oefenboek er uit ziet en kan deze toepassen binnen de DTO’s oefenen
en sturen......................................................................................................................................41
Week 4:............................................................................................................................................41
De student kan met gebruikmaking van de KNGF Evidence Statement Subacromiale klachten en
bijbehorende fowchart (samenvatngskaart) gegevens uit anamnese en onderzoek vertalen
naar een behandelplan.................................................................................................................41
De student begrijpt de terminologie behorende tot de casuïstek en de begeleidende literatuur.
......................................................................................................................................................41
De student kan de begrippen behorende tot de diagnostek en behandeling van subacromiale
klachten uitleggen........................................................................................................................41
Thema 5................................................................................................................................................41
Week 2..............................................................................................................................................41
De student kan beschrijven hoe de LWK gestabiliseerd wordt vanuit de drie sturingssystemen. 41
De student kan de begrippen instabiliteit, neutrale zone, motor control impairment en muscle
onset uitleggen.............................................................................................................................42
De student kan klinische symptomen benoemen voor de LWK....................................................43
De student kent de clinical predicton rules voor de LWK............................................................43
De student kan de drie fasen van het Motor Learning Model benoemen en de verschillen tussen
de fasen benoemen......................................................................................................................43
De student is in staat om het doel van een richtlijn in het algemeen te benoemen....................45
De student kent de epidemiologie van aspecifeke lage rugklachten in Nederland.....................45
De student is in staat om de rode lijn of de opbouw van de richtlijn lage rugpijn te herkennen. 45
De student kent de inhoud van de KNGF richtlijn lage rugpijn 2013............................................45
De student is in staat de richtlijn lage rugpijn te interpreteren....................................................45
De student kan de inhoud van de richtlijn relateren aan een probleemstelling...........................45
Week 3:............................................................................................................................................45
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thimvdlaan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.73. You're not tied to anything after your purchase.