Uitwerking van de leerdoelen van het vak Staatsrecht 1 aan de hand van de college aantekeningen. Ik heb hier zelf een 8 mee behaald zonder de punten van de bonustoets.
Uitleggen wat een ‘democratische rechtsstaat’ is, welke elementen hierin een hoofdrol spelen en
uitleggen wat de betekenis en relevantie van deze elementen is;
Het Koninkrijk der Nederlanden wordt gezien als de staat. Nederland is een gedecentraliseerde
eenheidsstaat en het Koninkrijk is een federatie.
• De vereisten van een staat:
o Een gemeenschap van mensen;
o Op een bepaald grondgebied (territoriaal);
o Waarover eenzijdig gezag wordt uitgeoefend door een overheid die over
dwangmiddelen beschikt;
▪ Geweldsmonopolie.
o Erkenning door andere staten.
• Functies van het staatsrecht:
o Legitimeren → geeft de staat legitimeerde macht/ erkend gezag.
▪ Overheidslegitimatie vloeit voort uit soevereiniteit.
▪ Hobbes → overheidslegitimatie is gebaseerd op een sociaal contract.
▪ Rousseau → overheidslegitimatie volgt voort uit volkssoevereiniteit.
o Organiseren →roept ambten in het leven en kent bevoegdheden aan die ambten
toe.
▪ Door decentralisatie en het legaliteitsbeginsel wordt overheidsmacht
beperkt.
o Controleren → reguleren van ambten en hun bevoegdheden.
• Bijzonder karakter van het staatsrecht:
o Het staatsrecht bindt de overheid aan het recht;
o Het roept de staatsorganisatie in het leven en bepaalt hoe deze eruit ziet;
o Het vormt de basis voor de bevoegdheidsverdeling in de staat;
o Het ligt aan de totstandkoming van het andere recht dat door de overheid gemaakt
wordt ten grondslag;
o Het bevat fundamentele rechten die tegen de overheid kunnen worden ingeroepen;
o Handhaving van het staatsrecht is soms lastig, omdat de rechter zich niet met de
wetgevende macht mag bemoeien.
,• Grondregels van een democratische-rechtsstatelijke staatsorganisatie
o Grondregel 1: een overheidsambt mag alleen overheidsgezag uitoefenen, als dat
handelen gebaseerd is op een voorafgaande, algemene, democratische
gelegitimeerde regel.
▪ Legaliteitsbeginsel → bevoegdheid ambt volgt uit wet in formele zin of de
Gw.
• Wet in formele zin → vastgesteld door de regering en de Staten-
Generaal, art. 81 Gw.
▪ Voorafgaand → geeft de rechtsbescherming aan.
▪ Algemeen → geeft gelijke behandeling aan.
o Grondregel 2: de uitoefening van overheidsgezag dien aan controle (door een ander
ambt) te zijn onderworpen.
▪ Vanwege machtenscheiding moet overheidsgezag altijd door een ander
orgaan worden gecontroleerd.
▪ Verschillende soorten controle:
• Rechterlijke controle → rechter controleert de rechtmatigheid.
• Democratische controle → controle door de politiek.
• Democratische rechtsstaat
o Democratie → staatsbestuur door/ in overeenstemming met de wil van het volk
plaatsvindt.
▪ Directe democratie → volk beslist zelf door bijvoorbeeld referenda.
• Soorten referenda:
o Initiërend/ correctief → correctief de wetgever heeft wet
aangenomen en burgers kan de politiek corrigeren. Kan ook
vooraf dan initiërend.
o Bindend of niet bindend referendum →bindend kan niet
want de GW schrijft voor dat het parlement wetten maakt en
niet burgers.
• Opkomstdrempel/ uitkomstdrempel →als niemand komt stemmen
is een referendum niet geldig, dus opkomstdrempel geeft aan
wanneer het geldig is. Bij uitkomstdrempel is referendum alleen
maar geldig als genoeg mensen voor hebben gestemd.
▪ Indirecte democratie → volk kiest volksvertegenwoordiger.
o Rechtsstaat → gebondenheid van de overheid aan het recht.
▪ De vier elementen van de essentie van de rechtsstaat:
• Staatsvrije sfeer → gewaarborgd door klassieke grondrechten/
vrijheidsrechten;
• Legaliteitseis → overheidsingrijpen ligt ten grondslag van een wet.
• Machtenscheiding → verschillende organen controleren elkaar.
• Onafhankelijke rechtspraak → als burger kan je naar een instantie
die losstaat van de overheid.
, welke bronnen van staatsrecht er zijn en hoe deze zich hiërarchisch tot elkaar verhouden;
• Normenhiërarchie:
o Verdragen/ EU-recht
o Statuut
▪ O.g.v. art. 5 lid 2 Statuut hoger dan de Gw.
o Grondwet
▪ In Nederland is de Gw onze formele constitutie.
▪ Verzwaarde wijzigingsprocedure en de rechter toetst de Gw niet.
o Wetten in formele zin
▪ Opgesteld door de regering en Staten-Generaal gezamenlijk, art. 81 Gw.
▪ ‘wet’ in Gw verwijst altijd naar een wet in formele zin.
o Wetten in materiële zin ofwel avv
▪ Besluit dat algemeen en voor herhaalde toepassing vatbaar is, dat bestemd is
om buiten administratie te werken en dat burgers en overheidsorganen
bindt. De bevoegdheid tot het opstellen moet in een wet van formele zin
staan of in de Gw (attributie).
▪ Een wet kan zowel een wet in formele zin zijn als wet in materiële zin zijn,
zoals het BW.
o Algemene maatregel van bestuur (AMvB)
▪ Avv van de regering die bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, art. 89 Gw.
o Ministeriële regeling
▪ Avv van de minister die wordt uitgevaardigd o.b.v. delegatie door een wet in
formele zin of sub-delegatie door een AMvB, omdat ministers geen
geattribueerde bevoegdheid hebben.
o Provinciale verordening
▪ Avv van de provinciale staten, art. 127 Gw.
o Gemeentelijke verordening
▪ Avv van de gemeenteraad, art. 127 Gw.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dunyavanzanten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.