Gestructureerde samenvatting van het volledige vak Psychodiagnostiek (PMH001) aan de Open Universiteit.
In de samenvatting (Nederlandstalig)komen alle hoofdstukken aan bod van de reader: Psychodiagnostiek in de Gezondheidspsychologie.
- De samenvatting is in chronologische volgorde van de hoo...
1 PSYCHODIAGNOSTIEK BINNEN DE GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE
1.1 Gezondheidspsychologie: werkveld
Gezondheidspsychologie: werkvelden
Psychodiagnostiek is een onderzoeksproces gericht op het doen van psychologische uitspraken over
personen. Psychodiagnostiek in gezondheidspsychologie wordt toegepast bij mentale klachten als
gevolg van fysieke gezondheidsproblemen of bij fysieke en mentale klachten door een ongezonde
leefstijl. Ook kan het ingezet worden als gespreksinstrument om het algemeen welzijn te versterken.
Psychodiagnostiek binnen de gezondheidspsychologie kan in verschillende settingen plaatsvinden. De
aard van diagnostiek verschilt per setting. De gezondheidspsycholoog is onder andere gericht op:
- Het diagnosticeren van de aard en ernst van psychische klachten.
- Het diagnosticeren van de aard en ernst van somatische klachten of onverklaarbare klachten.
- De psychosociale gedragsaspecten in relatie tot ziekte en gezondheid.
Er zijn twee typen psychologen te onderscheiden. Daarnaast zijn er aanvullende registraties, titels of
aantekeningen: psycholoog NIP | BAPD | registratie als leefstijlcoach | registratie als seksuoloog.
Type Voorbeelden
Basispsycholoog Geen wettelijk beschermde titel: heeft een master maar beperkte bevoegdheden.
- Altijd onder supervisie werken van iemand met wettelijke titel.
- Gezondheidspsycholoog: gericht op relatief normale psychosociale gedragsaspecten.
GZ-psycholoog Wettelijk beschermde titel: Wet BIG.
- GZ-psycholoog: tweejarige postdoctorale opleiding.
- Klinisch psycholoog: gericht op afwijkend, slecht aangepast en disfunctioneel gedrag.
Bv iemand met een ernstig ongeluk: later last van flashbacks en nachtmerries.
Gezondheidspsychologie: populatie
Gezondheidspsychologie is gericht op het versterken van het aanpassingsvermogen en eigen regie
over sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven. De hulpverlening wordt onder andere
geboden aan chronische ziekten en bij mentale gezondheidsklachten. Er is veelal geen uitgebreid
psychodiagnostisch onderzoek. Uitgebreidere psychodiagnostiek vindt plaats bij zwaardere klachten
in een GZ-psychologensetting. Een GZ-psycholoog mag zelfstandig psychodiagnostiek verrichten.
- Gezondheidspsychologie Gericht op positieve gezondheid: het versterken van aanpassing en
eigen regie voeren over sociale, fysieke en emotionele uitdagingen.
1.2 Gezondheidspsychologie: werkwijze
Gezondheidspsychologie: verwijzing
In eerste instantie wordt de cliënt verwezen door een huisarts of medisch specialist. Wanneer er
sprake is van een praktijk voor basis-ggz kan het ook middels DTF, maar voor een vergoeding is een
verwijzing nodig. Het psychodiagnostisch onderzoek beoordeelt of de cliënt aan het juiste adres is. In
overleg met de cliënt wordt bepaald of hij bij jou onder behandeling blijft, of doorverwezen wordt. Er
wordt onderscheid gemaakt tussen een interne en externe doorverwijzing:
- Interne doorverwijzing Verwijzing naar een andere afdeling | ander zorgprogramma.
- Externe doorverwijzing 1. Terugverwijzing naar huisarts of medisch specialist.
2. Verwijzing naar gespecialiseerde instelling, zoals slaapkliniek.
In het werkveld wordt veel multidisciplinair samengewerkt. Dit geeft een holistische benadering. Het
biopsychosociaal model wordt vaak gebruikt. Een voorwaarde van de samenwerking is dat disciplines
op de hoogte zijn van theoretische uitgangspunten en elkaars vakjargon. Enkele professionals zijn:
Psycholoog | Maatschappelijk werker | Specialist | Fysiotherapeut | Diëtist | Leefstijlcoach | Huisarts
1
,Gezondheidspsychologie: psychodiagnostische taak
Psychodiagnostiek dient als ondersteunende functie in het hele hulpverlenerstraject. Vaak vindt het
plaats bij de aanmelding, maar het kan ook gedurende het traject aangevuld worden. Bijvoorbeeld bij
stagnatie van het herstel of nieuwe inzichten gaandeweg. De diagnostiek heeft twee doelen:
- Indicatie Nagaan of de cliënt voor hulp aan het juiste adres is.
- Klachten Aard en ernst van de klachten onderzoeken: hoe de klachten kunnen worden
begrepen en hoe de cliënt het beste geholpen kan worden.
Middels medisch dossiers, observaties, meetinstrumenten en aanvullend medisch onderzoek kunnen
symptomen geclusterd worden. Hiermee kunnen disfunctionele gedragsclusters (= syndromen) in
kaart gebracht worden. Daarnaast is het belangrijk de zwakke en sterke kanten van de cliënt en diens
omgeving te achterhalen. Er zijn vijf domeinen in de psychodiagnostiek bij gezondheidspsychologie.
Domein Aspecten Voorbeeld
Intelligentieonderzoek Niveau en structuur van iemands intelligentie. - WAIS | WISC | DAT
- Cognitieve functies | Intellectuele functies - Drenth-serie | Raven
Persoonlijkheidsonderzoek Persoonlijkheidskenmerken in kaart brengen. - MMPI-2 | NPV-2
- HEXACO | NEO-PI-R
Projectief onderzoek Exploratief aanvullend op sterkere domeinen. - TAT (Them. Apper. Test)
(= indirecte methode) Het gaat om hoe de cliënt omgaat met de taak: - ZAT (Zin Aanvul Taak)
deze is vaak ongestructureerd en onduidelijk. - Rorschachtest
- Voorkeuren | Reactiewijze | Thema
Neuropsychologisch onderzoek Hogere cognitieve functies: het verband tussen - Verbale leertaak
hersenen en gedrag. - Stroop-kleur-woordtaak
- Aandacht | Geheugen | Taal | Motoriek
Probleemgericht onderzoek Screening naar andere relevante klachten en - SCL-90 (Symp Checklist)
hoe men met de problemen omgaat. - Utrechtse Copinglijst
- Vermoeid | Angst | Ongezonde leefstijl
2 DE DIAGNOSTISCHE CYCLUS IN DE PRAKTIJK
2.1 De diagnostische cyclus en type hulpvragen
Diagnostische cyclus: achtergrond en stappen
Vroeger werd gebruik gemaakt van de empirische cyclus voor experimenteel onderzoek. De
overeenkomst tussen experimenteel onderzoek en diagnostiek is dat ze beiden gericht zijn op het
helder krijgen van de onderzoeksvraag. Echter, wetenschapsonderzoek is gericht op generaliseerbare
antwoorden terwijl diagnostiek gericht is op de individu of specifieke groep. Daarom is het
hypothesetoetsend model ontwikkeld. Dit model staat bekend als de diagnostische cyclus van De
Bruyn genoemd en benadrukt het cyclische proces. Het model kent vier stappen die overlappen met
de empirische cyclus.
Klachtenanalyse Probleemanalyse Verklaringsanalyse Indicatieanalyse
Diagnostische cyclus: aanmelding en hulpvragen
Het diagnostisch onderzoek begint met de aanmelding van de cliënt. De psycholoog richt zich hier op:
- Inschatten In hoeverre het professioneel verantwoord is de opdracht te accepteren.
- Helderheid Aangeven wat de cliënt kan verwachten: werkwijze, kosten en procedure.
- Opdrachtgever In kaart brengen wie de opdrachtgever en de cliënt zijn.
Er zijn vijf type hulpvragen te onderscheiden. Het is vaak een combinatie van verschillende type
vragen bij een bepaalde hulpvraag. Het type hulpvraag volgt zich vaak op:
Onderkenning Verklaring Indicatie Toewijzing
Hulpvraag Beschrijving Voorbeeld
Onderkennen Het in kaart brengen van bepaalde kenmerken. - ‘Heeft mijn kind dyslexie?’
2
, d - ‘Ben ik te afhankelijk van anderen?’
Verklarend Het zoeken naar een locus van verklaring. - ‘Waarom voel ik me ongelukkig?’
- Interne locus (= persoonskenmerken) - ‘Hoe komt het dat ik pijn heb?’
- Externe locus (= omgevingskenmerken) - ‘Welke factoren houden dit in stand?’
- Inducerende condities (= ontstaan ervan)
- Continuerende condities (= in stand houden)
- Predisponerende factor (= erfelijk of langer
bestaand vanuit de jeugd)
- Luxerende factor (= percipiterend: bv ontslag)
Indicerend Het zoeken naar stappen om je doel te behalen. - ‘Hoe leer ik omgaan met de pijn?’
- Predictie (= tussenstap: uitkomst voorspellen) - ‘Welke behandeling is goed voor mij?’
Selecterend Het kijken vanuit de conditie i.p.v. de persoon. - ‘Welke cliënt is het meest gebaat bij…?’
- ‘Welke kandidaat is geschikt voor…?’
Toewijzend Keuze voor één persoon bij één specifieke conditie. - ‘Past deze behandeling bij deze cliënt?’
2.2 De diagnostische cyclus: stappen
Diagnostische cyclus: stap 1 – klachtenanalyse
Bij de klachtenanalyse staat het in kaart brengen van de klachten en hulpvraag centraal. Het is vooral
belangrijk om als psycholoog verheldering te krijgen en duidelijkheid te geven over de werkwijze.
Beschrijving Aandachtspunten voor de psycholoog
Het in kaart brengen van klacht en hulpvraag: - Duidelijkheid geven over werkwijze
- Verhelderen van de klachten en hulpvragen - Respecteer het subjectieve karakter
- Verhelderen van hoe de cliënt er tegenaan kijkt - Bewaak de interne consistentie
- Concretiseren van de hulpvraag betekenis - Bereik consensus over de hulpvraag
Diagnostische cyclus: stap 2 – probleemanalyse
Bij de probleemanalyse staat verdere verkenning en koppeling aan theorie centraal: het diagnostisch
scenario en de onderzoeksopzet worden bepaald. Het is belangrijk als psycholoog meer duidelijkheid
over de situatie te krijgen. Je kunt gebruik maken van heteroanamnese of observatie. Het is cruciaal
niet te snel een richting op te gaan. Als het probleem in kaart is gebracht kan een onderzoeksopzet
opgesteld worden. Het type hulpvraag bepaalt welke specifieke theoretische modellen relevant zijn.
- Onderkennende vraag Bv normgegevens | DSM-5 model.
- Verklarende vraag Bv samenhang gezondheidsdeterminanten | stress en coping.
- Indicatie / selectie / toewijzing Bv predictieve validiteit van interventies.
Beschrijving Aandachtspunten voor de psycholoog
Verdere verkenning en koppeling met theorie: - Formulering van gedrags- of situatiebeschrijving
- Helderheid krijgen over de situatie van de cliënt - Nagaan of empirische kennis aansluit
- Koppelen aan algemene kennis en theorie - Gebruik van meest recente classificatie
- Beschrijven en ordenen van de problemen - Afsluiting met onderzoeksopzet en -vragen
- Opstellen van toetsbare onderzoeksvragen
Diagnostische cyclus: stap 3 – verklaringsanalyse
De verklaringsanalyse kent meerdere deelstappen. In eerste instantie worden hypothesen opgesteld
en bepaald hoe deze getoetst kunnen worden. Vervolgens vindt de hypothesetoetsing plaats. Het is
belangrijk dat de juiste constructen en methoden gekozen zijn. Zo is een vragenlijst niet adequaat bij
iemand met cognitieve problemen. Een observationele vragenlijst van een naaste is beter passend.
De psycholoog moet eveneens bepalen met welke normgroep de cliënt vergeleken wordt. Dit is een
onderdeel van de toetscriteria. Na uitvoering van het onderzoek wordt de betrouwbaarheidsinterval
van ruwe scores berekend en worden ruwe scores omgezet naar genormeerde scores.
De psycholoog gaat vervolgens na of de hypothese bevestigd of verworpen moet worden. Idealiter
wordt er gebruik gemaakt van expliciete hypothesen. Dit helpt de diagnosticus om oordeelfouten te
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hva99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.68. You're not tied to anything after your purchase.