Volledige samenvatting van alle hoorcolleges + verplichte teksten in een overzichtelijke volgorde. Gegarandeerd haal je een voldoende met deze samenvatting, dus als je nog studiestress hebt koop deze snel!
16) Ziet de oorsprong van de filosofie bij de Grieken.
Voor deze was filosofie een implicatie van een manier van leven.
17) Het filosofisch betoog vond zijn oorsprong in een levenskeuze. Dit betoog was ook onderdeel en
uitdrukking van de manier van leven.
18) Hij is niet dol op taal als basis van cognitieve functie.
19) De visie op filosofie als theoretische activiteit is vanaf de middeleeuwen ontstaan.
Hoofdstuk 12, Vragen en perspectieven.
267) Voor het alomvattende christendom dominant werd was een filosofische levenswijze in harmonie
met godsdienst nog mogelijk.
268) Filosofie is altijd een theoretische bezigheid, maar de levenkeuze van de filosoof vormt altijd een
voorwaarde. De maatschappelijke vorming die de filosoof wil bereiking is niet te scheiden van het denken.
270) Filosofie als manier van leven is zeker nog mogelijk, maar wat houdt dat in. De praktijk is iig redelijk
onafhankelijk van het betoog. Het gaat vooral om algemene bewustwordingsprocessen.
272) Als je vroeger als filosoof wilde leven kon je terugvallen op de verschillende scholen. Tegenwoordig
is de filosoof echter alleen, maar je kan de antieke scholen als recepten gebruiken.
273) De scholen lijken universeel over tijd en culturen, bijv stoicisme en ook andere scholen zoals
epicureanism. Hij staat nu positiever tegenover vergelijkende filosofie. Neem bijvoorbeeld de
gecultiveerde onverschilligheid tov het eigen gelimiteerde perspectief, wat zich in Griekenland, India en
China uit.
274) De oosterse filosofie stond sowieso dichter bij de westerse filosofen uit de oudheid; ze doorleefden
hun filosofie waarbij kennis en deugd niet te scheiden waren.
275) Een gevaar is een filosofisch betoog zonder filosofisch leven, maar een filosofisch leven zonder
filosofisch betoog is het grootste gevaar.
276) Je kan je niet van de ellende van de wereld afkeren tegenwoordig en het is goed om als filosoof zo
veel mogelijk goeds proberen te doen, ook al is dat weinig in absolute zin.
,XXX NIET VOOR TENTAMEN! Michiel Leezenberg - Wereldfilosofie als
project en belofte
12) Filosofie nu: strakke scheiding tussen:
● Oosterse en Westerse filosofie
● Levensbeschouwelijke en academische filosofie
Wat is filosofie?
Vakgebied van kritisch denken en conceptuele analyse.
13) Voor 1800: veel meer geintegreerd met religie en sterker dan nu gericht op vragen uit het dagelijks
leven.
Deze laatste vervreemding begon volgens Pierre Hadot al in de middeleeuwen.
14) Niet westerse tradities: orientalistiek, filologische benadering.
Dimensies van denken: kernpunten voor het benaderen van filosofische tradities
● 15) Aard van het denken - soort filosofie in een traditie
● Visie op de wereld - metafysica/wereldbeelden/kosmologieen
● Plaats van de mens - antropologie
● Omgang tussen mensen - politieke en sociale filosofie
● Doel van het leven - o.a. Ethiek en esthetiek
Visies op ‘denken’
Religieuze manieren van denken zijn minder makkelijk van het rationele en conceptuele denkwijzen te
onderscheiden. Zie bijv Confucianisme en Boeddhisme.
16) Hoe kunnen we een denktraditie als geheel kunnen karateriseren?
Verleidelijk om Westers als causaal en Chinees als correlatief te zien bijvoorbeeld, of proces versus
zijnsdenken. Maar wat is het juiste niveau om te karakeriseren?
17) Je zou naar Metaforen kunnen kijken, ziel als spiegel van de werkelijkheid bijv.
Probleem bij deze karakerisaties is de veranderingen die tradities over tijd hebben ondergaan.
18) Een andere factor is de mate waarin een traditie oraal is.
Aard van de moderniteit moet ook worden meegenomen.
19) Voormoderne tradities kenden vaak geen begrip van cultuur en religie, deze zijn door de moderniteit
in niet westerse tradities geïntroduceerd.
19) Ook de moderne visie op filosofische tradities kan veranderen.
De opvatting over taal kan ook in de analyse worden betrokken.
,20) inclusief de grenzen van de taal en het redeneervermogen.
Wat is de wereld?
Kosmologieën gaan vaak voorbij de waarneembare wereld, en duiden ook moreel en normatief (bijv
ubuntu gedachte).
21) Behelst ook het ontstaan van de kosmos.
Plus, ontologische vragen, zijn de bouwstenen van de kosmos stabiel of illusoir, in die laatste categorie
valt Pantheisme dat in verschillende tradities en Spinoza kan worden teruggevonden.
Alsmede, de behandeling van tijd.
22) Wat is de mens?
Gaat over de plaats van de mens in de natuur. Vragen als:
● Is de mens vrij
● Is er een esentieele zelf, of zelfs een (al dan niet onsterfelijke) ziel, en hoe kijken tradities naar
het onderscheid tussen het materiele en het immateriele.
● 23) Hoe gaan tradities met sexe en gender om.
Persoon en gemeenschap
Uit welke onderverdelingen bestaat ‘de gemeenschap’.
Wat is de wenselijkheid van verschillende samenlevingsvormen.
24) Wat is de legitimiteit van macht.
Ethiek, esthetiek en levenskunst
25) De vraag ‘wat moet ik doen?’
Volgens Hadot worstelden de Grieken hier al voornamelijk mee.
Tradities en denkers hebben hier verschillende antwoorden op:
● Afzondering of actief leven
● Focus op leven op aarde of hiernamaals
● Leven uitbreiden of uitdoven
26) Westerse traditie lijkt ‘wat is waarheid’ als fundamentele vraagstelling te hebben maar ook deze heeft
een focus op hoe we ons zouden moeten gedragen.
De verwestersing van de filosofie en het ontstaan van de comparatieve en de interculturele
filosofie
26) Hegel heeft hier flink aan bijgedragen.
27) Deze vond dat praktijkgerichte filosofie nog geen deel van de van vrije Rede (algemene Geest).
28,29) Orientalism (1978) en Black Athena (1988) droegen bij aan bekritiseren van eurocentrisme.
, 30) deze waren echter erg eenzijdig, de moderne visie is dat moderniteit zich in interactie met lokale
factoren heeft gevormd, die dus niet alleen maar slachtoffer waren.
32) er is wel een dualisme geïntroduceerd tussen Westers materialisme en Oosterse spiritualiteit.
[zal wel niet helpen om niet westerse tradities als theoretische constructies serieus te nemen]
Brugfiguren
Westerse brugfiguren zijn: Leibniz, Schopenhauer, Nietzsche en de ambivalente Heidegger.
33) Methoden en technieken
● 34) Talenstudie: oudste techniek maar gedaan door niet-filosofen. Vertalingen vaak onderhevig
aan aanvechtbare filosofische en religieuze aannames.
● 35) Comparatieve filosofie: variabelen proberen te vinden, zoals Libbrecht met zijn assen van
energie en informatie.
● 37) World philosophy: alle tradities als gelijkwaardig en zoektocht naar dezelfde trends.
● 38) Interculturele filosofie: luisteren naar niet-westerse stemmen.
Methoden
● Filologie
● Hermeneutiek, Gadamers versmelting van horizonten. Nog steeds vanuit eigen perspectief.
● 39) Frans differentiedenken
● Genealogische, macht gebaseerde analysen. Nietzsche en Foucault..
● Analytische taal gebaseerde benaderingen
● 40) Marxistische benaderingen, Gramsci’s dominantie gebaseerde benadering en dekolonisatie
beweging.
Tot slot
Limitaties mbt scope en behandeling van de moderniteit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mishaelvanluipen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.24. You're not tied to anything after your purchase.