DBG blok 1.1 voeding bij gezondheid en ziekte 7e druk - Stegeman
All documents for this subject (1)
1
review
By: melissapobletenuñez • 5 year ago
Seller
Follow
chanelperdok
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 1
1.2 Factoren die een rol spelen bij het ontstaan van een voedingspatroon en voedingsgedrag
Het ontstaan van een bepaald voedingspatroon en voedingsgedrag, wordt bepaald door een aantal
factoren:
- Omgevingsfactoren: klimatologische-, geografsche-, technologische, politeke- en
economische factoren
- Sociaal-culturele factoren
- Persoonsgebonden factoren: fysiologische- en psychologische factoren
1.3 Het ontstaan van het huidige voedingspatroon (1850-1980)
De industriële revolute bracht grote veranderingen in ons voedingspatroon:
- De groeiende welvaart: De periode na 1950 kenmerkt zich door een aanbod van steeds meer
overvloedig luxere voedingsmiddelen. Voedsel was ruimschoots aanwezig en er werd steeds
minder zuinig mee omgegaan. voedingsmiddelen industrie legt zich toe op de
ontwikkeling van bewerkte producten.
- De gewijzigde woon- en werkomstandigheden: In de tweede helf van de 19 e eeuw, trokken
steeds meer mensen van plateland naar de stad om in fabrieken te werken. Door lage lonen
werkten vrouwen en kinderen mee in fabrieken. De zuigelingensterfe was hoog. Begin 20 e
eeuw kwam hier verandering in. verbeterde woon en werk situate.
- De vernieuwingen in landbouw en veeteelt: Veeteelt in de problemen door concurrente
vanuit het buitenland en de opkomst van de margarine industrie. Landbouw prijzen daalden,
boeren zochten ander werk. Omstreeks 1900 meer samenwerking, daardoor
schaalvergrotng landbouwmachines en er ontstonden fabrieken voor het bereiden van
melkproducten. De landbouw wordt in de 20 e eeuw steeds intensiever en grootschaliger, bio-
industrie ontstond.
- Het ontstaan van een voedingsindustrie: De industrie nam grote delen van de
voedselbewerking over en paste nieuwe technieken toe. Toevoeging van
conserveermiddelen, enz.
- De opkomst van de moderne voedseldistribute: In de 18 e eeuw werd voedsel op de markt
verkocht, in de 19e eeuw kwamen steeds meer kleinere winkels. Na de WO2 kwam de eerste
supermarkt en vanaf 1970 werden veel kleine winkels vervangen door supermarkten.
- De kwaliteitscontrole door de overheid: In de 19 e eeuw kwam een strafoplegging voor het
toevoegen van gifige stofen. Aan het eind van de 19 e eeuw voelde de overheid zich
verantwoordelijk voor de kwaliteit van industrieel bewerkt voedsel.
1.4 Het huidige voedingspatroon
Verschuiving in het voedingspatroon:
- De maaltjden worden minder belangrijk en er wordt steeds meer gesnackt
- Men consumeert steeds meer gemaksvoedsel
- Er is sprake van een toenemende diversiteit: meer traditoneleebuitenlandse gerechten
- De plaats van consumpte verschuif van thuis naar elders: Buiten de deur eten
- Er is sprake van een toegenomen belangstelling voor voeding en gezondheid: Overgewicht is
een groeiend probleem, belangstelling van gezonde voeding neemt toe. Daarnaast heef de
intensieve voedselproducte een keerzijde, namelijk bestrijdingsmiddelen die zorgen voor
milieuvervuiling. Ook worden producten steeds meer bewerkt en steeds meer dingen
worden toegevoegd.
Door grote aandacht voor gezondere voeding en aandacht voor milieu en dierenleed, is er sprake van
grote belangstelling van biologische voeding. Men streef naar een duurzame voeding
Biologischeeecologische producten hebben de volgende kenmerken::
- Ze zijn afomstg uit de biologische landbouw. Er wordt hier geen kunstmest en chemische
middelen gebruikt en er wordt diervriendelijk geproduceerd.
, - Ze bestaan niet uit genetsch gemodifceerde organismen
- Geen geur- kleur- en smaakstofen en conserveermiddelen
Duurzaamheid is een ontwikkeling die aansluit op de behoefen van het heden zonder het vermogen
van toekomstge generates om in hun eigen behoefen te voorzien in gevaar te brengen.
Hypes rondom voeding:
- Superfoods (volgens de aanhangers gaat het veroudering en ziekte tegen), glutenvrij, zuivel
uit de voeding weghouden, minder tarwe, beperken van suikers, raw food (enzymen gaan
kapot door verhitng) en als laatste oervoedingepaleodieet, dit houdt in dat men zo gaat
eten als onze voorouders, 10.000 jaar geleden.
Vroeger Nu
Zelf voedsel verbouwen Supermarkt, overal eten
Schaarste en tekorten Overvloed
Weinig variate Veel variateesoorten
Groot deel inkomen besteed aan eten Beperkt deel inkomen besteed aan eten
Ontwikkeling naar schaalvergrotng Grote afstand tot keten
Bereide voedingsmiddeleneindustrie Ander eetpatroon- verdeling over dag
Distributeeketen Gemak en buiten de deur
Gezondheid en duurzaamheid
1.5 Alternateve voeding
1.5.1 Moteven voor een alternateve voeding
Mensen kiezen voor alternateve voeding om verschillende redenen: gezondheid, diervriendelijkheid,
milieueduurzaamheid en eerlijke handel
1.5.2 Vegetarisme
Vegetariërs en veganisten eten geen vlees, wild, gevogelte, vis, schaal- en schelpdieren, en gewone
kaas. Daarnaast gebruiken ze geen dierlijke bak- en braadveten, enz.
Flexitariërs zijn mensen die minder vlees willen eten, maar geen vegetariër zijn.
Bezien vanuit de wereldvoedselsituate is het eten van vlees een verkwistng. Vlees past niet in een
duurzame voeding
1.5.3 Macrobiotek
Macrobiotek is een flosofe (door George Ohsawa) waarin het streven naar evenwicht centraal
staat. Alles wat bestaat, wordt gevormd door een samenspel van twee tegengestelde krachten die
elkaar aantrekken of afstoten, deze krachten worden yin en yang genoemd. Een gangbare
macrobiotsche voeding bestaat uit: een ruime hoeveelheid graanproducten, aangevuld met
eiwitrijke plantaardige producten, groenten en zeewier en een kleine hoeveelheid noten, zaden, fruit
en vis.
1.5.4 Antroposofe
De antroposofe is een geesteswetenschap die ontwikkeld is door uudolf Steiner. Volgens de
antroposofe schiet de natuurwetenschap te kort, omdat deze leer alleen de waarneembare feiten –
, zoals gehalte van voedingsstofen – beschouwt. De mens wordt gezien als geestelijk wezen dat in
harmonie moet leven met de natuur, de aarde en de kosmos(heef invloed op mens en natuur).
Bij de voedselkeuze van deze wetenschap spelen twee indelingen een rol:
- Vierdeling: het mineralenrijk, het plantenrijk, het dierenrijk en het mensenrijk
- Driedeling: lichaam, ziel en geest
Bij ziekte kan voeding een onderdeel zijn van therapie.
1.5.5 Gezondheidskundige aspecten van alternateve voedingssystemen
De macrobiotsche en antroposofsche voeding kenmerken zich door het gebruik van:
- Geen of weinig dierlijke producten en veel plantaardige producten
- Geen of weinig gerafneerd eneof industrieel bewerkt voedsel
- Geen of weinig genotmiddelen, zoals kofe, alcohol, suiker en zout.
Als deze voedingsmiddelen worden vertaald in voedingsstofen, betekent dit gebruik, vergeleken met
het huidige voedingspatroon:
- Minder energie, minder verzadigde veten, meer koolhydraten, minder suiker, meer
voedingsvezel, meer vitamines, mineralen en bioacteve stofen, minder zout en minder
alcohol
Vitamines en mineralen:
- Vitamine B12: in dierlijke producten
- Vitamine B2 en calcium: in melkproducten
- Vitamine D: Buitenlucht
- Ijzer door vitamine C rijke producten
- Voedingsvezels: in onbewerkte plantaardige producten
- Eiwitbehoefe
1.6 Voedingspatroon van migranten
Factoren die invloed hebben op het voedingspatroon:
- Afomst
- ueligie
- Minder gebruik van industrieel bewerkte producten
De voeding van migranten bevat vergeleken met het Nederlandse voedingspatroon:
- Minder verzadigde veten
- Meer koolhydraten, vooral zetmeel
- Minder alcohol
De voorziening van vitamine B1 en C kan gevaar lopen wanneer tussendoortjes zoals fruit en noten
worden vervangen door snoep en snacks. Door gebruik van olie ipv. Margarine bevat voeding maar
weinig vitamine D.
Hoofdstuk 2
Voedselaanbod
2.1 Voedsel en de consument
Voor de consument is er veel onduidelijkheid rondom de voedselproducte en verwerking, door al
die toegevoegde stofen en bestrijdingsmiddelen. Daarbij zijn er ook nog nieuwe methoden bedacht,
zoals voedseldoorstraling en biotechnologie. Hierdoor zijn er steeds meer vragen over de veiligheid
van voedsel.
2.2 Voedselproducte
Er zijn twee vormen van landbouw, de intensieve landbouw en de extensieve landbouw. Bij
intensieve landbouw spelen bestrijdingsmiddelen en kunstmest een belangrijke rol. Bij extensieve
landbouw streef men naar zo min mogelijk ingrijpen in de natuur, biologische landbouw.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chanelperdok. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.