In dit document is een erg uitgebreide samenvatting te vinden over de leerstof van Hoofdstuk 5: Herhaling Aarde van de methode BuiteNLand voor vwo 4/5/6.
Bevat:
Oorzaak-gevolg relaties,
Afbeeldingen,
Processen uitgelegd in stappen,
Gebeurtenissen,
Begrippen,
Etc!
S...
Aardrijkskunde: H5 Herhaling
§5.1 Circulatiesystemen
Stralingsbalans
De stralingsbalans van de aarde is het dynamische evenwicht tussen de inkomende zonnestralen en
de uitgaande warmtestralen van de aarde
Inkomende zonnestralen: kortgolvige straling, veel energie
Uitgaande warmtestralen aardoppervlak: langgolvige straling, minder energie
- Een deel kaatst terug, het andere deel wordt opgenomen door het aardoppervlak
Hoeveel straling uiteindelijk echt het aardoppervlak bereikt hangt af van:
1. De dichtheid van het wolkendek
- Hoe witter het oppervlak, hoe meer het de zonnestralen weerkaatst en hoe minder straling
het aardoppervlak bereikt → bv. wolk of ijskappen
2. De lengte van de dag en de zonnestand gedurende de dag
3. De breedteligging op aarde
1
,Er zijn verschillende breedtes op aarde:
- Lage breedte: tussen 0° en 30° Zuiderbreedte en Noorderbreedte
- Gematigde breedte: tussen 30° en 60° Zuiderbreedte en Noorderbreedte
- Hoge breedte: tussen 60° en 90° Zuiderbreedte en Noorderbreedte
Tussen de breedtes is er een verschil in warmte, door:
1. Op hoge breedte moet met dezelfde energie een groter oppervlakte verwarmd worden dan op
de lage breedte waardoor het dus op hoge breedte kouder is
2. De zonnestraal moet langer door de atmosfeer reizen om het aardoppervlak op hoge breedte
te bereiken, waardoor die dus de langere reis onderweg meer energie (warmte) verliest
Atmosfeer: de luchtlaag rondom de aarde. Deze is samengesteld uit stikstof, zuurstof, broeikasgassen
(koolstofdioxide, methaan, waterdamp), water en vaste deeltjes zoals roet en stof die worden
uitgestoten door fabrieken en vulkanen
- Broeikasgassen houden de warmte van de zon vast waardoor mensen op aarde kunnen leven
Door de extra broeikasgassen die door de mens in de atmosfeer terecht komen ontstaat het versterkt
broeikaseffect → de warmte die de aarde uitstoot, wordt tegengehouden door deze extra
broeikasgassen waardoor de aarde door de mens opwarmt aangezien de stralingsbalans wordt
verstoord
Hoge- en lageluchtdrukgebieden
Luchtdruk: de hoeveelheid lucht die op de aarde drukt
- Wordt gemeten met een barometer in de eenheid
hectopascal
De gemiddelde luchtdruk op aarde is 1013 hPa
- Hoger dan 1013 hPa: Hoge luchtdruk
- Hoger dan 1013 hPa: Lage luchtdruk
Hogedrukgebied:
- Veel dalende (relatief) koude lucht
- Minder neerslag
Minder neerslag want de lucht is koud en zal dalen → er is weinig tot geen vocht aanwezig
Lagedrukgebied:
- Veel opstijgende (relatief) warme lucht
- Meer neerslag
Meer neerslag want de opstijgende (relatief) warme lucht verdampt en condenseert (gas →
vloeibaar)
2
,Het weer en klimaat worden niet alleen door het lage- of hogedrukgebied bepaald, aangezien er ook
andere klimaatfactoren aanwezig zijn
Atmosferische circulatie
Atmosferische circulatie/het mondiale windsysteem: het algemeen systeem van luchtstromen op
aarde en de lage- en hogedrukgebieden die hierbij horen
- Ontstaat door verschillen in opwarming van de aarde
Kenmerken:
1: de Wet van Buys Ballot
Regel: De wind waait altijd van het maximum (hogedrukgebied) naar het minimum (lagedrukgebied)
- Regel: in je rug het hogedrukgebied, je kijkt naar het lagedrukgebied
Corioliseffect:
Luchtstromen krijgen een zijdelingse afwijking door:
1. De draaiing van de aarde → vooral deze is belangrijk
2. De bolvorm van de aarde
(+ 3. de luchtdeeltjes stromen bij de evenaar sneller dan bij de polen
- Afwijking noordelijk halfrond naar rechts (als je met de wind in je rug staat)
- Afwijking zuidelijk halfrond naar links (als je met de wind in je rug staat)
3
, 2: De aarde en de aardas staan schuin
- Hierdoor verschuift gedurende het jaar de loodrechte zonnestand van de Kreeftskeerkring
naar de Steenbokkeerkring en weer terug (zomer- en wintersituatie
De intertropische convergentiezone (ITCZ) is een soort denkbeeldige lijn boven de evenaar. Het is het
lagedrukgebied dat boven de evenaar meebeweegt met deze loodrechte zonnestand
- Lagedrukgebied: veel (relatief) warme en vochtige opstijgende lucht
- Er valt hier veel neerslag aangezien de (relatief) warme en vochtige opstijgende lucht
verdampt en condenseert (gas → vloeibaar)
3: Een passaat
- Een stabiele, stevige wind die altijd op dezelfde manier waait
Regel: De wind waait altijd van het maximum (hogedrukgebied) naar het minimum (lagedrukgebied)
- Dus de passaat waait ook van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller patricia:31. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $2.69. You're not tied to anything after your purchase.