In dit document is een erg uitgebreide samenvatting te vinden over de leerstof van Hoofdstuk 4: Herhaling Wereld van de methode BuiteNLand voor vwo 4/5/6.
Bevat:
Oorzaak-gevolg relaties,
Afbeeldingen,
Processen uitgelegd in stappen,
Gebeurtenissen,
Begrippen,
Etc!
...
Aardrijkskunde: Herhaling Wereld
§4.1 Patronen: Welvaart en Welzijn
Indicator = een maatstaf die een aanwijzing geeft over de mate van ontwikkeling van een land
Welvaart
Welvaart gaat over geld hoe rijk zijn landen
Wordt onderverdeeld in verschillende gebieden:
1 Centrum
Welvarende landen
- Vooral westerse landen Bv. VS, Canada, Australië, Nederland, Noorwegen
- De Verenigde Arabische Emiraten is één van de weinige landen die centrum is buiten de westerse
wereld
De sector waar de meesten mensen in werken is de tertiaire sector dienstensector
2 Semiperiferie
Landen uit de periferie die een snelle sociaaleconomische ontwikkeling doormaken
- Opkomende grootmachten: landen die door toenemende economische, politieke (en militaire)
macht steeds meer invloed krijgen in de internationale politiek
Bv de BRICSMIT-landen: Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika, Mexico, Indonesië, Turkije
De sector waar de meesten mensen in werken is de secundaire sector industrie
3 Periferie
- Arme landen ontwikkelingslanden
- Bv. Afghanistan, Jemen, grote delen van Afrika
De sector waar de meesten mensen in werken is de primaire sector landbouw
Al deze gebieden zijn met elkaar verbonden in een wereldsysteem
Hoe meet je tot welke groep een land behoort? (Dus: de verschillen in welvaart)
Manier1: Meten op inkomen
- Dmv het kijken naar het bruto binnenlands product per capita (bbp/capita, capita = hoofd)
, - Bbp/capita: de toegevoegde waarde van alle goederen en diensten die door binnen- en buitenlandse
ondernemingen in één jaar in een land worden geproduceerd, gedeeld door het aantal inwoners
Nadelen:
1 De koopkracht verschilt per land
- Er wordt gekeken naar de koopkracht aangezien het waarde van geld verschillend is in de meeste
landen: inkomens en inflatie verschilt
Het bnp wordt vaak uitgedrukt in dollars, de koersen kunnen sterk wisselen
2 Alleen de formele sector wordt berekend
- De informele sector (zwart werken) telt niet mee. Er wordt geen belasting over betaald en je weet
niet hoeveel er in de informele sector wordt verdiend
- In arme landen komt een groot deel van het inkomen uit deze sector
3 Het is een gemiddelde: sociale ongelijkheid
- Sociale ongelijkheid: grote en ongewenste verschillen in wellvaart en ontwikkelingskansen tussen
verschillende klassen van de bevolking
Rijken hebben veel geld, armen weinig geld
Het gini-coëfficient: hoe krommer de boog, hoe ongelijker de verdeling van het nationaal inkomen
De grafiek wordt de lorenzcurve genoemd
Er is bij een rechte lijn sprake van optimale gelijkheid (oftewel een
evenredige verdeling) van de welvaart tussen arme en rijke mensen
0: Maximale inkomensgelijkheid
1: Minimale inkomensgelijkheid
4 Het is een gemiddelde: regionale/ruimtelijke ongelijkheid
- Grote en ongewenste verschillen tussen gebieden
- Deze verschillen zijn in arme landen vaak heel groot
In grote steden in arme landen is veel rijkdom, buiten deze steden veel armoede
- Hierdoor trekken in arme landen veel mensen naar de stad toe, in de hoop op een beter leven
- Landen in EU: Oost-Europa minder welvarend dan West-Europa
, Oplossing met bbp rekenen ondanks regionale ongelijkheid:
Het gebruikmaken van het bruto regionaal product per capita (brp/capita)
- Brp/capita: de toegevoegde waarde van alle goederen en diensten die door binnen- en buitenlandse
ondernemingen in één jaar in een regio worden geproduceerd, gedeeld door het aantal inwoners
Dmv wisselen tussen schaalniveaus en het inzoomen naar het regionale schaalniveau kun je een beter beeld
krijgen van de welvaartsverdeling in een land
Manier 2: Meten dmv kijken naar samenstelling van de beroepsbevolking
- Beroepsbevolking: alle mensen die kunnen werken in een land: werkenden + werklozen
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller patricia:31. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $2.67. You're not tied to anything after your purchase.