Aangezien ik de tijd een beetje verkeerd in had geschat, heb ik hfst 9 uit het boek niet samengevat. Dit is een samenvatting waar in het begin nog opmerking staan bij de slides, maar vervolgens alleen nog maar de slides erin staan zonder toevoeging.
HCO 9
Spirale klieving, draaien ze de ene keer rechtsom en de andere keer
linksom.
Klievingsdeling, mist G1 en G2 fase.
Centrosoom, normale cellen bevatten 1 centrosoom en voor celdeling
moet deze gedupliceerd worden. Hiervoor gaan de centriolen uit elkaar en
dupliceren ze.
Centriool, 2 centriolen vormen samen 1 centrosoom.
Klieving, de twee centrosomen vormen microtubuli waarvan sommige
naar het equatoriaal vlak gaan (metafase) en andere een aster vormen
met het cytoskelet om te kunnen trekken. Het klievingsvlak staat hierdoor
altijd loodrecht op de asters en spindle.
Klievingsvlak, in onderstaande afbeelding is te zien dat het klievingsvlak
door de asters bepaald wordt, want de klieving kan niet door de parel
heen en vindt daardoor plaats tussen de asters.
C. elegans, als de asters niet precies in het midden liggen, krijg je een kleine en een grote cel. Daarbij
zorgt de extra rotatie van P1 voor een ander klievingsvlak.
Spirale klieving, soort A draait altijd eerst rechtsom en B altijd eerst linksom, maar hoe dit komt
weten we niet.
ICSI, rechtstreeks sperma inspuiten in de eicel. Eerst mislukte dit, omdat alleen de kop ingebracht
werd. Tot werd bedacht dat de sperma een centrosoom mee moet nemen omdat de eicel die niet
heeft en dat die dus ook mee ingespoten moet worden, maar deze zit net achter de kop.
, Reaggregatie, neurale plaat cellen zijn sterker qua binding
aan elkaar dan de epidermis cellen. Deze sortering is het
resultaat van verschil in celadhesie.
Cel adhesie moleculen, zijn in 2 groepen te verdelen:
- Cel-cel adhesie
o Cadherines, zijn allemaal calcium afhankelijk en zijn
verankerd aan het cytoskelet met beta-catenines of
andere moleculen. Twee cadherines vormen een
adherent junction als B-catenine erbij betrokken is en
desmosomen als een andere molecuul erbij betrokken is.
o Immunoglobulin superfamily, zijn
niet calcium afhankelijk en zitten niet
aan het cytoskelet vast. Deze kunnen
dus door het membraan migreren en
de overlap is groter dan bij cadherines
- Cel-matrix adhesie
o Integrines, binden aan het ECM en
zijn verankerd met intracellulaire
eiwitten aan het cytoskelet. Dit bindt
indirect cellen aan elkaar die beide
aan het ECM gebonden zijn.
CAM, celadhesie molecuul.
Verkleining contactoppervlak vergroot de blastocoel. Radiale klieving levert vervolgens kleinere
cellen en dus kleiner contact, terwijl hoeveelheid cytoplasma hetzelfde blijft. Dit is theoretisch
bedacht maar blijkt te kloppen:
- Verandering in CAM’s
- Radiale klieving
- Na+ transort
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittheijmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.