Vertaling/Samenvatting van artikelen ingedeeld per college en samengevoegd met college aantekeningen. Dit document is gemaakt in 2017, kijk dus goed of de artikelen overeenkomen, de artikelen in deze samenvattting zijn o.a. van Gendolla & Wright (2012), Kruglanski et al. (2002), Hofmann, Strack en ...
Motivation can be defined as the processes (approach/avoidance) that give direction and
energy to human behaviour (Elliot, 2006).
Motivatie heeft twee beweegrichtingen: toenadering (approach) van het positieve en vermijding
(avoidance) van het negatieve.
Basisprincipes
1. Avoidance kan worden opgedeeld in active avoidance en passive avoidance
o Active avoidance: Hoe ver is ver genoeg? (bijv. als een muis wegrent en hij vindt
een gat waar hij in kan schuilen. Als je ver rent wordt avoidance uiteindelijk
approach)
o Passive avoidance: inhibitie (freeze)
2. Er zijn twee onafhankelijke fases van motivatie
I Wanting: ‘’pre-goal’’ (hoge motivatie)/ anticipation of reward
II Liking: ‘’post-goal’’ (minder hoge motivatie, want je doel is al behaald)/
consummation of reward
Bijvoorbeeld: Als je in een museum komt vind je een schilderij mooi (you like it) maar dat
betekent niet dat je hem direct in je huis zou willen hebben hangen (wanting it)
3. Verschillende kwalitatieve types van staf (punishment) en beloning (reward)
In hoeverre iets voor iemand belonend is, is per person verschillend, dit hangt af van
cultuur en individuele verschillen als; opvoeding, etnische achtergrond etc. Wat
belonend kan zijn:
- Eten, seks, overleven, slapen, energie opslag etc.
- Hechting, nieuwsgierigheid, status, ergens bij horen, vrijheid, macht, success etc.
De amygdala maakt de afweging in hoeverre is schadelijk of belonend is.
o Amygdala: involved in learning which environmental cues predict the
occurrence of a reward or punishment and thereby guiding the organism
towards pelasant or away from noxious outcomes
4. Motivatie is dynamisch
- De mate van motivatie verandert over tijd
- Motivatie hangt af van behoeften op dat moment en de aanwezige stimulansen
- De hypothalamus en orbitofrontal cortex spelen hierbij een rol
o Hypothalamus: controls autonomous nervous system and endocrine
system; regulates body temperature, hunger, thirst, attachment
o Orbitofrontal cortex: evaluates the “goodness” of primary or secondary
rewards based on current needs and learning experiences
5. Motivation kan:
- Need-driven zijn (behoeften moeten in balans zijn, wanneer dit niet het geval is en
een kritische waarde bereikt, moeten de behoeften vervuld en hersteld worden.)
- Incentive driven zijn (De behoefte was er in eerste instantie niet maar wanneer iets
aantrekkelijks voorbijkomt wordt men gemotiveerd.)
Motivatie kan echter ook need-driven en incentive driven zijn.
6. Motivatie drijft en wordt beinvloedt door conditionering:
- Pavlov’s classical conditioning: komt neer op het leren van voorwaardelijke
reflexen. Leergedrag dat tot stand komt via klassieke conditionering wordt in de
cognitieve psychologie gerekend tot een van de ondervormen van het impliciete of
niet-declaratieve geheugen. Klassiek conditioneren gebeurt door een neutrale of
1
, conditionele stimulus/voorwaardelijke prikkel (CS) te laten volgen door een
ongeconditioneerde stimulus (UCS). De UCS is meestal een stimulus met biologische
relevantie, zoals pijn (negatief) of voedsel (positief). Na enige tijd zal de reactie (of
reflex) die oorspronkelijk alleen na UCS optrad, ook na de CS optreden (hierbij wordt
dus de UCS weggelaten). Dit noemt men dan de conditionele of geconditioneerde
reactie: CR.
- Instrumental (operant) conditioning: is het leerproces waarbij een respons in een
bepaalde context gevolgd wordt door een bekrachtiger (reinforcer) of bestraffer
(punisher).
7. Motivatie is veelal impliciet
Dit houdt in dat we geen introspectie kunnen doen of zelf goed inzicht hebben in onze
eigen motivatie.
- Expliciete motivatie is ook belangrijk maar vanwege andere redenen. Zo zorgt
expliciete motivatie ervoor dat er bewuste keuzes worden gemaakt.
- De harmonie tussen impliciete en expliciete motivatie is van belang voor het welzijn
en de gezondheid van het individu.
M&C College 2
College 2: Kruglanski (2002)
A theory of goal systems (Goal Systems Theory)
Cognitieve eigenschappen van goal systems
Er zijn twee categorieën van cognitieve eigenschappen te onderscheiden zijnde; Structurele
eigenschappen en Allocationele eigenschappen. Te beginnen met;
A. Structurele eigenschappen
1. Interconnectedness : zijn vorm en zijn sterkte.
Goals: the mental representation of a(n un)desired outcome. ‘I want to reach X of avoid Y’.
Doelen (goals) zijn altijd verbonden met hun middelen (means), maar doelen kunnen ook
verbonden zijn met elkaar net als dat middelen met elkaar verbonden kunnen zijn, dit is te zien
in figuur 1.
Links zijn de connecties tussen de verschillende knopen (nodes*). De links tussen middelen en
doelen, doelen en doelen, en middelen en middelen, kunnen zowel inhiberen als faciliteren. Je
kan je voorstellen dat het ene doel een volgend doel kan inhiberen. Zo is dat ook met middelen.
Faciliterende links komen het meest voor in verticale links (link tussen mean 1 en subgoal 1 in
figuur1). inhiberende links komen het meest voor bij laterale links (link tussen subgoal 1 en
subgoal 2 in figuur1).
*nodes zijn information processing units
2
,Interconnectedness heeft twee duidelijke kenmerken zijnde; vorm en sterkte.
Te beginnen met vorm, interconnectedness kan verschillende vormen
aannemen als bijvoorbeeld verschillende doelen met elkaar gelinkt zijn.
De hoeveelheid verschillende middelen (means) die gelinkt zijn met het
doel bepaalt de Equifinality set van het doel te zien in figuur 2.
Hoe groter de equifinality set hoe groter de substitubility. Hiermee wordt
bedoeld dat wanneer het doel niet wordt behaald met de het ene middel,
dat er dan ook een ander middel is dat hetzelfde doel kan bereiken.
De hoeveelheid doelen die kunnen worden bereikt met een middel
bepaalt de multifinality set. Zie figuur 3.
Het tweede kenmerk van interconnectedness is de sterkte, dit is niet onafhankelijk van de vorm.
Zo is uniqueness direct gerelateerd aan de vorm. Wanneer er meerdere middelen zijn om een
doel te bereiken zullen de verticale verbindingen tussen middel en doel minder sterk zijn dan
wanneer het doel bereikt kan worden door slechts een middel. Een kleine eguifinality zorgt dus
voor een grotere uniqueness en daarmee voor een grotere sterkte zoals te zien in figuur 4.
Uniqueness is een van de determinanten van kracht.
Herhaalde blootstelling aan twee elementen. Bijvoorbeeld
water halen (doel) door middel van de kraan open te
draaien (mean). Wanneer een kind leert dat dat de enige
manier is om water te halen wordt de verbinding tussen
middel en doel sterker, zie figuur 5.
2. Transport van eigenschappen binnen goal systems
Buiten dat activatie wordt overgebracht tussen de links in een goal system netwerk worden er
ook andere eigenschappen overgebracht zoals affect en commitment.
3. Onderbewustzijn impact
Sommige doelen en middelen ervaren wij bewust maar sommige ook onbewust. In goal system
theory worden twee verschillende doelen onderscheiden; Focal goals en Background goals.
- Focal goals zijn we ons expliciet van bewust.
- Background goals zijn wij ons niet van bewust. Een bewijs voor het idee van
background goals komt uit de literatuur over priming.
3
, Intermezzo (college 2)
Bij het activeren van een node wordt er door middel van associaties ook andere nodes
geactiveerd. De snelheid van deze activatie is afhankelijk van de sterkte van de verbinding
Deze activatie heet priming
Priming is het sneller herkennen van, of reageren op een bepaalde stimulus als men deze
eerder heeft waargenomen. Het wordt beschouwd als een van de manifestaties van het
impliciete, of niet-declaratieve geheugen.
Consequentie priming: versterkt de links tussen associaties en versnelt daarmee de reactietijd
Het idee van priming is gebaseerd op William James’ ideo-motor principe: behavior becomes
automatically activated through perception of relevant stimuli.
Subliminal priming: wanneer mensen zich niet bewust zijn van een aanwezige prime. Dit zorgt
voor de toenemende mogelijkheid tot herkenning op later moment. Wordt vaak gebruikt in
reclames (bvb. Coca-Cola) waar bepaalde beelden leiden tot een bepaald verlangen. Een korte
blootstelling aan prime (minder dan 15 ms) bevindt zich buiten bewustzijn maar is al genoeg om
nodes te activeren.
Einde intermezzo
4. Contextuele afhankelijkheid
We weten dat cognitie afhankelijk is van contextual
framing, goal systems zullen hier geen uitzondering op
zijn. Goal systems zijn dus veranderlijk in vorm en
opbouw. Voorbeeld; een persoon zou op basis van een
doel met dezelfde middelen op twee situaties
verschillende middelen kunnen kiezen om het doel te
bereiken. Zie figuur 6.
Substitutibiliy is dus ook context afhankelijk, soms
kan bij gebrek aan middel 1 gekozen worden voor
middel 2 maar in sommige situaties kan dit ook
niet, dit wordt geïllustreerd door figuur 7.
B. De allocationele eigenschappen van goal systems
De allocationele eigenschappen rusten op de aanname van limited mental resources. Hieruit volgt
dat wanneer er energie gaat in het nastreven van doel A dat er minder energie overblijft om doel
B na te streven. Dit geldt ook voor de middelen die leiden tot de doelen en ook voor een doel-
middel relatie. Op het moment dat er alleen gefocust wordt op het doel en niet op het middel om
er te komen kan dit contraproductief werken als het gaat om het behalen van het doel.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller blackbirdtje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.82. You're not tied to anything after your purchase.
