100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting immunologie biomedische wetenschappen $8.06   Add to cart

Summary

samenvatting immunologie biomedische wetenschappen

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een uitgebreide samenvatting van immunologie over het gedeelte van Proost Paul, met gedetailleerde uitleg over alles wat de prof in de les heeft gezegd :))

Preview 4 out of 58  pages

  • March 17, 2024
  • 58
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Immunologie

GESCHIEDENIS (geen namen, jaartallen onthouden, gewoon eens lezen )

Jenner Gebruikt pokkenvirus v. runderen om pokken bij mensen te bestrijden
pasteur Gebruikt afgezwakte virussen als vaccin

4 klassen v. pathogenen
 Virussen  heeft een gastheer nodig om te vermenigvuldigen
 Fungi
 Parasieten  passen zich aan ons immuunsysteem aan om te overleven in ons lichaam
 Bacteriën

Complexiteit: pathogenen passen zich telkens aan, aan het immuunsysteem maar het
immuunsysteem past zich ook telkens aan

Structuur SARS-COV-2:
- RNA-virus (enkelstrengig)
- Indien mutatie optreedt, blijft de mutatie
-> veel mutaties: virus overleeft niet
-> mutaties die een voordeel opleveren: virussen zullen snel delen
- Enveloppe met spike-proteïnen
-> vaccins tegen gericht of spikes door immuunsysteem herkend



TYPES IMMUNITEIT

Niet-specifieke immuniteit Specifieke immuniteit

= aangeboren immuniteit = adaptieve, verworven immuniteit

 Snelle eerstelijnsverdediging  Antistof-afhankelijke & T-cel afhankelijke immuniteit
 Cellen die op elk moment in lichaam aanwezig zijn en op  Geactiveerd bij vaccinatie
elk moment tegen eender welk micro-organisme kunnen  Immuunrespons wordt steeds sterker (vandaar boosters)
reageren  Versterkt aangeboren immuniteit
 Werkt altijd, geen vaccin nodig  Geheugen  zwakke respons bij eerste contact, bij tweede
 Weinig specifiek contact houd je een aantal cellen v.h. eerste contact als
 Steeds dezelfde respons geheugencellen in het lichaam die jaren circuleren en omdat
 Nauwe samenwerking met verworven immuunsysteem: je dan bij tweede contact al start vanuit een groter aantal
Stimuleert verworven immuniteit via cytokinen basiscellen en die zich dan nog is vermenigvuldigen krijg je
 Geen geheugen  respons is gelijk bij tweede contact, veel sneller cellen die reactief zijn
als je voor een tweede keer in contact komt met
datzelfde beestje dan werkt de respons nog altijd even  Duurt een aantal dagen om een goede respons te
goed/even slecht : was de eerste respons sterk genoeg, dan gaat krijgen want er moeten veel T-en B-cellen aangemaakt
bij tweede contact de respons nog altijd sterk genoeg zijn en zal je worden
het micro-organisme opruimen, maar was de eerste respons niet
sterk genoeg dan gaat het de tweede keer ook niet sterk genoeg zijn  Zeer specifiek: antistof reageert tegen een paar AZ op dat
spike-proteïnen en als je hier enkele AZ v. verandert, dan

,Fagocyterende cellen (anti-bacterieel) = nemen micro- werkt je antistof niet meer en nieuw soort vaccin nodig
organismen op en kunnen in de cel verteren:  Door mutaties in het virus, is er geen herkenning meer
 Alle soorten granulocyten:
- Neutrofiele
- basofiele Cellen :
- Eosinofiele  B-lymfocyten
 Natural killer cellen = belangrijke cellen bij virusinfectie,  Maken antistoffen, humorale respons
 Beenmerg
want doden virus geïnfecteerde cellen ( heb je zonder het vaccin)
 Monocyten & macrofagen (kunnen bacteriën opnemen en  T-lymfocyten
 Herkennen moleculen via een T-cel-receptor
intracellulair doden)  Cellulaire immuunrespons
 Thymus
Proteïnen:
 lysozyme (anti-bacterieel) Proteïnen:
 defensines (anti-bacterieel)  Antistoffen = antilichamen
 Gemaakt door granulocyten & epitheelcellen  Specifieke receptoren op T-cellen
 complement (anti-bacterieel, vormen gaten in membraan v.  Cytokines & chemokinen
bacterie)
 acute-fase-eiwitten : CRP = als dit te hoog is, dan is dit een
aanwijzing op ontsteking ergens in lichaam, eiwit dat in lever
wordt aangemaakt bij ontsteking die bindt aan micro-
organismen om die helpen op te ruimen
 cytokinen & chemokinen = signaalmoleculen v. ons
immuunsysteem
 pattern-recognition receptoren met als subfamilie de toll-
like receptoren = mutatie in dit eiwit dan vehroogde kans
op infectie met schimmel, bacteriale en virale infecties

BARRIÈRES ALS AANGEBOREN IMMUNITEIT

 Daar waar je in contact komt met de buitenwereld en micro-organismen
 Huid, luchtwegen, voedsel, vagina,…. komen meest in contact met micro-organismen

Huid  Fysieke barrière
 Bevat veel goedaardige bacteriën (commensale) die kwaadaardige overgroeien
 Licht zure pH
 Niet ideaal voor micro-organismen om te groeien
 Topplaag v.d. huid bevat dode cellen
 Moeilijk te infecteren want micro-organismen kunnen daar niet overleven
 Aanmaak v. vetzuren, kleine eiwitten (defensinen = porievormers) in de huid
 Niet ideaal voor micro-organismen:
 Defensines nestelen zich in het membraan v.d. bacterie en vormen een porie. Hierdoor kan
water in/uit de bacteriecel waardoor de bacterie openbarst en in lysis gaat

Traanvocht  Lysozyme : geeft lysis v.d. bacterie
 Ooginfecties komen weinig voor want lysozyme breekt de celwand v. gram +-bacteriën af
 Bindingen v. suikerstructuren in celwand bacterie afgebroken -> bacterie gekillt
 Enzymatische afbraak v.d. celwand

Luchtwegen  Epitheelcellen maken daar B-defensines aan (zelfde werking als hierboven)
 Mucus & trilharen  bacteriën worden weggespoeld (belangrijk kijk sebiet)

,Longen  Mucus & trilharen duwen bacteriën weg naar buiten
 Primaire cilliaire dyskinesie =
 Mutaties in dyneïne-armen = eiwitten die trilhaarstructuren vormen
 Patiënten hebben te weinig trilharen op luchtwegepitheel
 Continu longweginfecties, sinusidersus (organen op de verkeerd plek gelegen in lichaam),
onvruchtbaarheid bij mannen, afwijkingen op organen (hart & hersenen)

Maag  Hele zure pH
 Helicobacter pylori kan overleven in de maag

inganwanden  Erg zuur
 Commensalen


DE EFFICIËNTE IMMUUNRESPONS VEREIST HERKENNING (kijk samenvatting justine)

 Je hebt moleculen nodig die gecodeerd zijn in het DNA
= PRRs = pattern recognition receptoren
 Herkennen stukken v. micro-organismen
 Binden aan geassocieerde moleculaire patronen (PAMP’s, die teruggevonden worden op
verschillende pathogenen)

 Een aantal dingen in het DNA die random worden aangemaakt:
 DNA codeert voor antistoffen en T-cel receptoren maar voor veel te weinig om al die
moleculen aan te maken

Fasen in ziekteverloop

1ste fase

Bij eerste keer dat je virus tegenkomt, krijg je een hoge piek aan virussen die moeilijk
worden opgeruimd want specifiek immuunsysteem werkt nog niet goed. Een aantal dagen
nodig vooraleer een cel zich kan delen in heel veel identieke cellen en voldoende antistoffen
kan aanmaken
 Antistofrespons komt pas op gang na 8-10 dagen

 Behandelen met antivirale middelen & antisera
Antivirale middelen:
Virus zal niet meer kunnen delen
Bv; antivirale middelen niet goed tegen corona-virus, want het tast het virus aan, maar ook
humane cellen

Antisera v. ex-patiënt toedienen aan andere patiënt:
Toegediend zodat virus sneller gedood kan worden, maar patiënt kan eventueel zelf
antistoffen aanmaken en als je daarbovenop dan antistoffen van een andere persoon
toedient, kan de infectie erger worden

, 2de fase

 Behandelen met NSAID’s & immuuntherapie

In een tweede fase werkt ook het specifieke immuunsysteem. Er worden nog meer virussen
opgeruimd, en het immuunsysteem blijft geactiveerd, het stopt niet meer dus hierdoor
blijven we een ontstekingsreactie krijgen (NSAID’s nodig in tweede fase). Verder gebeurt er:
 Meer specifieke & aspecifieke immuuncellen geactiveerd
 Massaal aanmaak v. cytokinen en chemokinen
 vrijzetting v. proteasen
 Weefselafbraak (longen of andere organen)


Conclusie -> om virus tegenmoet te gaan hebben we nodig:
 Anti-virale middelen  moeten in 1ste fase werken, want dan is er het meeste virus
 Antistoffen
 Ontstekingsremmers  anders geraakt ontstekingsreactie niet gecontroleerd
(corticosteroïden)


Opgezette okselklier bij vaccinaties
Reden:
In lymfeklieren worden massaal B-en T-lymfocyten aangemaakt en massale cel
vermenigvuldiging zodanig dat klieren opzwellen

Immuunrespons:
1. Starten vanuit stamcellen vanuit beenmerg
2. Stamcellen kunnen aanleiding geven tot x-aantal B-of T-lymfocyten
3. Een paar B-of T-lymofcyten herkennen vreemde moleculen (bv; spike-eiwit)
4. Vanaf dat ze dit moleculen herkend hebben, worden ze geactiveerd en delen ze tot x-
aantal dezelfde cellen (in lymfeknoop)
5. Deze identieke dochtercellen maken antistoffen aan tegen dat spike-eiwit


RESPONSTIJD

Primaire respons:
 Veroorzaakt bij 1ste contact met antigeen
 Geheugenlymfocyten blijven aanwezig, ook nadat antigen geklaard is

Secundaire blootstelling:
 Zelfde antigen herstimuleert de geheugenlymfocyten
 De reactivatie geeft een sneller, beter en significantere reactie


Kom je een antigen voor de eerste keer tegen op een micro-organismen, dan werkt je niet-specifieke
immuunrepons. Kom je een tweede keer terug in contact dan werkt deze aangeboren repons op dezelfde manier.
De specifieke immuunrepsons werkt niet vanaf begin, maar je moet eerste voldoende B-en T-lymfocyten aanmaken
(duurt ongeveer 10 dagen vooral ze voldoende gedeeld zijn) en ze werken beter dan aspecifieke respons
Als je beestje dan terug tegenkomt, heb je voldoende geheugencellen en is respons veel sneller en sterker. Booster
je nog eens dan wordt het steeds sterker

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorokhuijsen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.06
  • (0)
  Add to cart