Dit is een uitgebreide/gedetailleerde samenvatting van alles wat de prof heeft gezegd, maar enkel van het gedeelte nierfysiologie binnen het vak systeemfysiologie
FUNCTIE NIER:
Bepaalt samenstelling lichaamsvloeistoffen
o Samenstelling EC-vocht wordt gecontroleerd/aangepast door de nier
Zuiveren & filteren v. bloed
Excretie = verwijderen
Secretie = v. bloed naar urine
(re)absorptie = v. urine naar lichaam
Verschillende compartimenten v. vloeistoffen in lichaam:
Intracellulair volume (60%)
Extracellulair volume (40%)
- Plasmavolume : stroomt doorheen bloedvaten
- Interstitieel vocht : vocht waarmee cellen rechtstreeks in contact staan,
weefselvocht, buiten bloedvaten
: het grootste binnen het extracellulair volume
- Trancellulair vocht : speciale samenstelling
: cerebrospinaal vocht, vocht in binnenoor, …
Standaard ionensamenstelling vocht:
Extracellulair : hoog Na, laag K zowel in bloedplasma en interstitieel vocht
: Cl-concentratie min of meer constant
Intracellulair : laag Na, hoog K
: verschillend tussen verschillende celtypes
Bepalende factoren voor vloeistof/watertransport over;
Transport tussen bloedvaten & interstitieel vocht Bloeddruk = hydrostatische druk in een bloedvat
Capillaire endotheel = endotheel tussen bloed & Oncotische druk = verschil in hoeveelheid eiwitten
interstittieel (Bloedplasma veel eiwit, interstitieel vocht weinig eiwit)
DUS
- Transport v. vloeistof naar bloed wordt bepaald door de
oncotische durk
- Transport v. bloed naar vloeistof wordt bepaald door de
bloeddruk
Transport over celmembraan (tussen Osmotische druk is belangrijkste factor die transport v. vloeistoffen
intracellulaire vloeistof en interstitiële vloeistof) over plasmamembraan bepaald
Voor constant celvolume moet de osmolaliteit tussen intra-en extracellulaire vloeistof
gelijk zijn
, OSMOTISCHE DRUK – ONCOTISCHE DRUK
Molariteit Aantal opgeloste deeltjes per liter
molaliteit Aantal opgeloste deeltjes per kg T-onafhankelijk
toniciteit Drukt uit wat het effect is v. een samenstelling v. een vloeistof op het
celvolume Kan een vloeistof ervoor zorgen dat een cel zwel/krimpt/niet verandert
(hypotoon/hypertoon/isotoon)
Osmotische druk Drijvende kracht voor watertransport geleverd door de osmotische druk
Effectieve osmolen Deeltjes die niet vrij over het plasmamembraan kunnen bewegen
Zorgt voor watertransport om osmolaliteit terug gelijk te krijgen
Ineffectieve osmolen Deeltjes die vrij doorheen plasmamembraan kunnen (Bv: ureum)
Geen effect op watertransport
Verschil in concentratie wordt gelijkgesteld door transport v. ureum
Oncotische druk = Osmotische druk die ontstaat door een verschil in aantal grote proteïnen
(Kunnen niet doorheen capillaire-en plasmamembraan)
De vloeistof die de proteïnen bevat zuigt vloeistof aan vanuit de vloeistof die weinig
proteïnen bevat
Relatief groter dan de osmotische druk voor eenzelfde verschil in concentratie maar in
fysiologische omstandigheden relatief klein tov osmotische druk
- In interstitiële ruimte geen proteïnen
- In bloed veel proteïnen
DUS
Grote aanzuigkracht via oncotische druk v. vloeistof in interstitiële vloeistof naar bloedvat
Soortelijk gewicht Hangt samen met samenstelling vloeistoffen (hoeveelheid opgeloste deeltjes)
Totale gewicht v. een oplossing/zelfde volume gedestilleerd water
Voor normaal urine = 1,008/1,010
Oncotische & hydrostatische druk:
Bepalen transport v. vloeistof in:
Bloedvat (circulerend volume)
Interstitiële ruimte
Zijn tegengesteld aan elkaar
Bepalen de richting v.h. vloeistoftransport
In alle capillairen is er transport v. vloeistof over de wand v. capillair:
- Van bloedvat naar interstitiële ruimte
- Van interstitiële ruimte naar bloedvat
Starling krachten bepalen hoe vloeistof zich over de capillaire wand verplaatst
Hydrostatische druk (bloeddruk):
in capillairen > hydrostatische druk in interstitieel ruimte
Hydrostatische kracht duwt vloeistof uit de bloedvaten
Afhankelijk v.d. arteriële druk, veneuze druk, pre-en post-capillaire druk
,FILTRATION RATE
= Vloeistoffen gefilterd over de wand v. capillaire bloedvat
Vloeistof wordt geperst doorheen de capillaire endotheelcellen o.i.v;
- Een verschil in hydrostatische druk
- Een verschil in oncotische druk
Kf = capillaire filtratie coëfficiënt
Hoog -> capillair heel erg doorlaatbaar -> nier laat veel transport toe
Reflectiecoëfficiënt
Zegt iets over de doorlaatbaarheid v.d. capillaire wand voor proteïnen
(Zet de oncotische druk in perspectief)
Hoe meer doorlaatbaar de capillaire wand is voor proteïnen, hoe kleiner de oncotische
druk (want oncotische druk bepaald door verschil in aanwezigheid v. proteïnen in ene tov andere compartiment )
STRUCTUUR EN FUNCTIE V.D. NIER
Anatomie v.d. nier niet kennen voor examen
Eigenschappen:
Nier is sterk doorbloed
Wand v.d. niertubuli gevormd door epitheelcellen met specifieke transportmechanismen
(bepalend voor de samenstelling v. urine)
Structuur:
- Cortex = buiten Corticale/oppervlakkige nefronen vooral in cortex & buitenste mergzone
- Buitenste mergzone (Medulla) OOK juxtamedullaire nefronen in binnenste medulla
- Binnenste mergzone (medulla)
Het nefron = functionele kern v.d. nier
Bestaat uit een samenstelling v. bloedvaten & tubuli
1. Bloed wordt gefilterd thv de glomerulus
2. Vloeistof (filtraat) komt terecht in de nierbuisjes
3. In de nierbuisjes wordt de samenstelling v.d. urine gereguleerd
2 types nefronen:
- Juxtamedullaire nefronen bepaalt de concentratie v. urine/concentratiecapaciteit
v.d. nier om volume in urine te beperken
- Corticale nefronen
Segmenten v.h. nefron
Nierlichaampje
= gromerulus
= lichaampje v. Malpighi
1. Bloed wordt gefilterd in netwerk v. bloedvaten
2. Filtraat v. bloed/vloeistof die urine wordt, komt terecht in tubuli
, Proximale tubulus
Lis v. Henle
Dalende & stijgende deel v. Lus v. Henle
Hoe ver deze lus indaalt in de binnenste mergzone, heeft functionele consequenties
Distale tubulus
Verzamelbuis
RENALE BLOEDVATENSTELSEL
Glomerulaire capillairen = bloedvaten waar bloed gefilterd wordt
In kapsel v. Bowman
Afferente arteriolen (bloed voor filtratie) voeren bloed aan naar glomerulaire capillairen
Efferente arteriolen (bloed dat overblijft na filtratie) voeren bloed af uit glomerulaire capillaire
naar algemene circulatie soorten efferente arteriolen:
Peritubulaire capillairen bij oppervlakkige nefronen
Vasa recta bij juxtamedullaire nefronen (dieper in binnenste medulla)
Deze bloedvaten dienen voor afvoeren v. vloeistof uit de interstitiële ruimte uit de nier
HET LICHAAMPJE V. MALPIGHI
Hierin gebeurt de ultrafiltratie v.h. bloed
= kapsel rond netwerk v. bloedvat
Bestaande uit:
Afferente arteriolen
Efferente arteriolen
Glomerulus
= geheel v. kapsel en bloedvaten
= plaats waar bloed gefiltreerd wordt
Glomerulaire capillaire
= netwerk v. bloedvaten waaruit bloed gefilterd wordt
Filtratie:
1. Bloed wordt vanuit de glomerulaire capillaire (bloedvaten) in de bowmanruimte (urinaire
ruimte) geduwd
2. Filtraat gaat vanuit bowmanspace naar de proximale tubulus
Verschillende celtypes:
Mesangiale cellen
Bevinden zich tussen het netwerk v. bloedvaten
Gespecialiseerde gladde spiercellen
Contractie ervan beïnvloedt de filtratie v. bloed doorheen de wand v.d. de capillaire
Factor om filtratie v. bloed bij te stellen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorokhuijsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.76. You're not tied to anything after your purchase.