Complete samenvatting van bodemkunde. Alle onderdelen die besproken zijn in de les staan in deze samenvatting toegelicht met verdere uitleg. Ook verschillende berekeningen voor het profiel berekenen zijn toegevoegd.
Leerdoelen PBAN04:
- Inzicht in de geologische ontstaanswijze van Nederland
- Inzicht in de fysische eigenschappen van bodemdeeltjes en de daaraan gerelateerde
landbouwkundige eigenschappen van de bodem
- Inzicht in de bodem als 3-fasig systeem
- De bodemgeschiktheid kunnen beoordelen voor akkerbouw en weidebouw
- Relaties kunnen leggen tussen bodem, landschap en hydrologie
Geologische tijdschaal
Tertiar: subtropisch, maar koeler dan in het Krijt, maar toch nog een
paar graden warmer dan nu.
Tektonische kanteling platen schuiven en daardoor kantelen we
(Limburg omhoog, Noorden omlaag).
Sedimentatie zone: waar de rivieren het materiaal neerleggen.
Rivierdelta: plek waar veel materiaal in waaiervorm wordt
afgezet, voornamelijk bij overgang rivier naar zee.
Effect van sedimentatie is honderden meters van grof zand en grind
op de bodem.
Rivierzand = grof en slecht gesorteerd (een soort mengsel).
Tertiar
Nederland grote zandbank met rivierafzettingen (300-400 meter dik). Grof en slecht
gesorteerd.
Wit zand arm zand
Bruin zand vruchtbaar zand
Zuiden van Nederland grond komt uit vulkanisch gebied in Duitsland donkere grond
dus vruchtbare grond.
Stroomrichtingen van de rivieren in het Tertiar.
Het Kwartair zijn de ijstijden. Deze zijn
op de afbeelding hiernaast
weergegeven.
Bij ijstijden spreek je van verschillende
tijden.
Pre-glaciaal: voor de ijstijd
Glaciaal: ijstijd
Interglaciaal: tussen twee ijstijden in.
,Pleistoceen is opgedeeld in verschillende tijden:
Weichselien Geen ijskap meer, maar wel koud. Regen nauwelijks
Poolwoestijn (heel kaal), harde wind, zee ligt droog en gaat
stuiven over heel Nederland dekzand. Vlechtende /
verwilderde rivier
Saalien Stuwwal, spoelzandwaaier/sandr vlakte, fluvioglaciale afzetting,
keileem (vloer van de ijskap), kameterras
Een ijskap beweegt, ijskap zorgt voor verdichting en drukt het land naar beneden (deuk in
landschap).
Doordat een ijskap schuift, schuift deze zand mee naar voren. Door het verschuiven van de
ijskap ontstaat er een stuwwal. Een stuwwal is dus glaciale afzet. Bovenop een stuwwal ligt
grof rivierzand vanuit sedimentatie.
Stuwwal kan breken door waterdruk, het water gaat zich vormen tot een smeltwaterrivier(tje).
Hierdoor ontstaat een Sandr vlakte veelal grof zand omdat dat het eerst naar beneden
zakt. (ontstaan sandr vlakte)
Een Sandr vlakte wordt ook wel een fluvio glaciale afzetting genoemd.
,Fluvio glaciale afzetting = water (smeltwater) vanuit ijs dat voor afzetting zorgt.
Fluvio staat voor stromend water / bewegend water.
Kameterras
Tussen ijskap en stuwwal
was een ophoping van
water. Het zand zakt in het
water op verschillende
plekken langs de overgang
ijskap/stuwwal. Hierdoor
ontstaan kameterrassen.
Vroeger gingen mensen op
kameterrassen wonen.
Extra uitleg kameterras via
internet:
Smeltwaterterrassen zijn te
vinden aan de randen van
stuwwallen. Ze zijn gevormd
aan het eind van het
Saalien, ongeveer 150.000 jaar geleden, toen het ijs dat over Noord-Nederland lag begon te
smelten. Tussen de pasgevormde stuwwallen en het ijs vormden zich smeltwatermeren. Er
gleed veel zand, grind en leem van de stuwwallen af naar de bodem van de meren. Doordat
het water in een meer wegstroomde kwamen nieuwe terrassen op een steeds lager niveau
te liggen, waardoor de trapvormige structuur ontstond.
Keileem werd afgezet onder een ijskap (glaciale afzetting), keileem houdt water tegen. Texel
is het enige eiland wat niet afdrijft omdat het
bestaat uit keileem.
Natte diepe plekken veenvorming
Eemklei voornamelijk in tongbekkens (dalen
van de ijskap), is de laag waar de ijskap
overheen is geschuurd. In de tongbekkens
zijn veen en klei afgezet, dalen worden
minder diep (zie afbeelding volgende pagina).
Een tongbekken kan wel 100 meter diep zijn.
Saalien (één-na-laatste ijstijd)
Temperatuur daalde, zeespiegel daalde.
Fase 1: IJs tot ongeveer Haarlem-Nijmegen
- Uitschuren rivierdalen: IJsseldal en
Gelderse vallei
- Maas en Rijn buigen af naar het
Westen
- Afzetting van keileem en zwerfstenen
- Vorming stuwwallen
Fase 2: IJs tot ongeveer Texel-Coevorden
, - Overijsselse Vecht buigt af naar het westen
- Vorming van keileembulten
Fase 3: IJs tot Oost-Groningen
- Vorming keileembulten
Eemien
Temperatuur omhoog, neerslag omhoog, zeespiegel omhoog
- Klimaat ongeveer zoals nu
- Opvulling van dalen
- Afzetting van Eemklei in rivierdalen
- Veenvorming
Figuur 1.12 Geologische afzettingen in het IJsseldal
Weichselien (de laatste ijstijd)
Temperatuur omlaag, neerslag omlaag, zeespiegel daalt
- Toendraklimaat met permafrost in de bodem
- Noordzee stond droog gaat stuiven over heel Nederland dekzand
- Vlechtende rivieren smeltwater moet weg in de zomer, als dit is opgedroogd gaat
het zand daar weer stuiven en ontstaan er donken rivierduintjes
Wat zijn pleistocene dekzanden?
- Eolische afzettingen door het koude en windere klimaat met weinig vegetatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MStroeve. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.