Levensfasepsychologie
Hoofdstuk 1 De prenatale periode
1.1 de lichamelijke ontwikkeling
Als je naar de lichamelijke ontwikkeling kijkt van de mens kan je dat op 2 manieren
doen. 1. Ontwikkeling van het individu (de ontogenese) of 2. De ontwikkeling van de
soort (de fylogenese). Bij 1 speelt de omgeving, de moeder, een belangrijke rol en bij
2 speelt de erfelijkheid en de ontwikkeling van de soort een grote rol.
De prenatale ontwikkeling is afhankelijk van:
1. Groei: toename van cellen en toename van lengte en gewicht. De mate van groei
is sterk bepaald door de erfelijkheid. Factoren uit de omgeving hebben beperkte
invloed op de groei.
2. Rijping: het instaat zijn om nieuwe functies te vervullen en is ene lichamelijk of
fysiologisch proces. Wordt amper beïnvloedt door de omgeving. De rijping wordt
beïnvloed door erfelijke factoren. De rijping kan wel negatief worden beïnvloed in de
prenatale periode door bijvoorbeeld overmatig alcoholgebruik.
3. Leren: hierbij speelt de omgeving een grote rol. Ook de erfelijkheid speelt een rol
zoals intelligentie.
De biologische ontwikkeling van de mens begint bij de conceptie een vrouwelijke
eicel wordt bevrucht door een mannelijke zaadcel. De bevruchte eicel noem je een
zygote. De prenatale fase wordt onderscheden in 3 trimesters.
Het eerste trimester:
Bestaat uit 2 periodes: de eerste 2 weken waarin de innesteling plaatsvindt dit is de
germinale fase. De volgende 6 tot 10 weken, hierin ontwikkelen zich de organen en
het centrale zenuwstelsel. In de 3e week begint het brein zich te vormen, eerst de
hersenstam, vervolgens de kleine hersenen. Daarna het middenbrein en het
voorbrein. De eerste 3 maanden zijn zeer bepalend voor de verdere ontwikkeling van
de ongeboren mens. Na 12 weken is de structurele uitbouw volledig bereikt en
spreek je van een foetus, in de weken hiervoor spreek je van een embryo.
- Deze 2 periodes samen noem je de embryonale fase.
Het tweede trimester:
Loopt van de 3e t/m de 7e maand. De afzonderlijke bewegingen zijn goed te
onderscheiden vanaf de 21ste week. Halverwege de zwangerschap ontwikkelen zich
de meeste reflexen en is de foetus 25 cm. Deze reflexen geven info over het
functioneren van de hersenen. Aan het einde van de 5 e maand zijn bijna alle
hersencellen aangemaakt die het kind na de geboorte nodig heeft. Het bewegen
wordt dan wat minder en de zintuigen worden ontwikkeld.
Het derde trimester:
Hierin vindt een snelle gewichtstoename plaats. Een voldragen foetus heeft 400
gram hersengewicht dit is 12%, 10% meer dan bij een volwassene. De foetus kan
externe prikkels onderscheiden. Dit kan die omdat de wand van de buik steeds
dunner wordt.
1.2 De ontwikkeling van de reflexen
Reflexen zijn onbewuste en automatische reacties op prikkels en veranderingen in
de omgeving. Dit komt voort uit het natuurlijk instinct om te overleven. Door de
,reflexen van een foetus te registreren krijg je informatie over het functioneren van het
brein. Reflexen hebben de volgende kenmerken:
- zijn onwillekeurige bewegingen .
- geven informatie over het functioneren van het centrale zenuwstelsel.
- worden bestuurd door de hersenstam. Een aantal reflexen verdwijnen weer omdat
deze reflexen doelgerichte bewegingen op ongelegen momenten zouden kunnen
verstoren.
Een ongeboren mensen kent 8 reflexen:
Reflex Inhoud Ontstaan Verdwijn
Uterine withdrawal Knijp in tenen, 5 week
e
32ste week
trekt terug
Mororeflex Bij schrik open 9e en 12e week 2 tot 4 maand na
baby vingers en geboorte
spreid armen en
benen
Babinskyreflex Naar achter Na geboorte Tussen 1ste en 2e
strijken over jaar
voetzool spreiden
alle tenen zich
Palmar reflex/ Vingers sluiten bij 29ste week 2e en 9e maand
grijpreflex lichte aanraking
Asymmetrische Hoofd naar een 22ste week 3e en 9de maand
tonische nekreflex kant buigen armen
en benen aan die
kant strekken
Spinal galant reflex Stimulatie van buik 20ste week 3e en 9de maand
of rug roteert of
buigt
ruggenmergkanaal
Rooting reflex/ Lichte aanraking 12e en 16e week 3e en 4e maand
sucking reflex wang hoofd draait
mond open
Tonische Hoofd buigt zich Na geboorte 3e en 4e maand
labyrinthine reflex onder de
forewards ruggengraat
1.3 Visies op het prenatale bewustzijn
Visies in het Westen:
- De leertheoretische/behavioristische visie: mens wordt bepaald door
leerervaringen.
- De biologische visie: interne of erfelijke factoren bepalen de mens. Geen prenataal
bewustzijn.
- De omgevingspsychologische visie: mens wordt bepaald tussen wisselwerking van
sociale en de materiële omgeving
- De cognitivistische visie: informatieverwerking en zelfsturing van de mens
bepalend. Voor de geboorte is er nog geen sprake van bewustzijn.
- De psychoanalytische visie: wel sprake van besef in de baarmoeder, later wordt dit
besef weer vergeten en opgeslagen in het onbewuste.
,- De humanistische visie: individuele belevingen, de noodzakelijke zelfontplooiing en
de eigen verantwoordelijkheid bepalende factoren zijn.
De visie op het leven voor de geboorte en op te mate van het bewustzijn is
medebepalend voor een ethisch oordeel over thema’s als abortus en euthanasie.
Definitie van bewustzijn is ook verschillend per visie.
1.4 De omgeving van het embryo en de foetus
Middelen die van buitenaf komen en invloed hebben op de prenatale ontwikkeling
noem je teratogenen. De effecten hiervan kunnen zijn, gedragsstoornissen,
vertraagde groei of zelfs dood. Voorbeelden van teratogenen zijn: alcohol, drugs,
ondervoeding, medicijnen, infecties, ongelukken, zware stress, de leeftijd van de
moeder, etc.
1. Alcohol- en/of drugsgebruik:
De foetus kan stoppen met ademen als de moeder rookt. Dit is een paradoxale
reactie op zuurstofgebrek, je verwacht juist dat die dieper gaat ademen. Dit kan
leiden tot wiegendood, omdat de baby geen reactie geeft op het zuurstofgebrek.
Drugsverslaafden geven in 60 tot 90% van de gevallen drugs door aan de baby.
Moeder met een alcoholverslaving kan de baby en foetaal alcoholsyndroom geven
FAS. Kenmerken hiervan zijn, ogen die wijd uiteen staan. Geestelijke
groeiachterstand en te kleine hersenen. Langdurig gebruik van medicijnen kan leiden
tot lichamelijke afwijkingen van het embryo.
2. Ondervoeding:
Ondervoeding bij de moeder kan leiden tot neurologische afwijkingen bij het kind. Het
heeft effect op de ontwikkeling van de hersenen.
3. Chemicaliën en stralingsgevaar:
Bij zeer hoge concentraties lood en pcb’s zijn er gevallen van vergiftiging
opgetreden. Radioactieve straling bereikt de foetus direct. Er komen veel meer
miskramen voor of overlijden in het eerste levensjaar of kinderen hadden een
afwijking aan het centrale zenuwstelsel.
4. Ongelukken:
Een verwonding van de moeder wordt gedeeltelijk opgevangen door het vruchtwater.
Wel kan een verwonding leiden tot vroeggeboorte of beschadiging van de foetus.
5. Te kleine placenta:
Door verminderde toevoer van zuurstof en voedingsstoffen kan de ontwikkeling van
de foetus nadelig worden beïnvloedt.
6. Infectieziekten:
Gevolgen van een voor de moeder onschuldige ziekte kunnen fataal zijn. Vooral
aids. Het hiv-virus kan in 15-20% overgedragen worden op de baby. Als dit gebeurd
dan kan het kind binnen de eerste 3 levensjaren overlijden.
7. Psychische ziekten:
Omgevingsfactoren kunnen ervoor zorgen dat de baby schizofrenie ontwikkeld als er
genetische aanleg voor is. Deze aanleg kan dan worden bevorderd door bijvoorbeeld
stress van de moeder.
8. Zware stress:
Stress kan leiden tot verhoging van de adrenalineproductie. Baby’s van moeders met
veel stress lijken meer de bewegen in hun slaap en hebben kortere periodes van
, diepe slaap.
9. Leeftijd van de aanstaande moeder:
Biologische gezien is het beste om kinderen tussen je 20 ste en 35ste te krijgen. Jonger
dan 17 heb je meer kans op vroeggeboorte en 2x zoveel kans op een doodgeboorte.
Bij oudere moeders is de kans op vroeggeboorte ook groter en de kans op
psychische ziektes ook. De kans op een chromosoomafwijking neemt ook toe bij
oudere moeders.
10. Leeftijd van de vader:
Het risico op schizofrenie zou verdubbelen wanneer de vader 45 is en
verdriedubbelen als de vader 50 is. de kans op depressiviteit neemt ook toe, de kans
op een autisme spectrum stoornis ook. Ook hebben baby’s van vaders die ouder zijn
dan 35 meer kans om lichter geboren te worden.
1.5 De verwachtingen van de omgeving
Een kind wat niet aan de verwachtingen van de ouders voldoet krijgt vaak minder
positieve aandacht en is zelfs iets kwetsbaarder voor mishandeling en verwaarlozing
dan kinderen die wel aan de verwachtingen voldoen.
Hoofdstuk 2 De geboorte en de eerste 6 maanden
2.1 De geboorte als een biologisch proces
De geboorte neemt gemiddeld 8 tot 14 uur in beslag. De hersenen van de moeder en
de baby versnellen het verloop van de baring door het hormoon oxytocine af te
geven wat de baarmoeder doet samentrekken. Geboren worden is voor een kind een
traumatische ervaring. Daarom adviseren onderzoekers om de geboorte zo natuurlijk
mogelijk te laten verlopen en de navelstreng nog niet gelijk af te klemmen. De
meeste mensen kunnen zich niets van de bevalling herinneren. Een aanwijzing van
baby’s die een trauma hebben doorgemaakt en dat ook zo hebben is dat baby’s
ontroostbaar zijn in de eerste weken na de bevalling. Wanneer baby’s niet snel
kunnen aanpassen aan de omgeving en de grote veranderingen die ze in korte tijd
hebben doorgemaakt is dit vaak omdat er complicaties waren tijdens de bevalling.
Het risico op ontwikkelingsstoornissen kan worden verminderd door goede neonatale
zorg en ondersteuning van beide ouders. Complicaties tijdens de geboorte kunnen
voor veel stoornissen en achterstanden leiden.
Dat mensen baby’s schattig vinden is omdat de ouders dan meer geneigd zijn om de
baby te verzorgen. Een pasgeboren baby heeft alle hersencellen die hij de rest van
het leven nodig heeft, zon honderd miljard. Het is van belang dat deze cellen gaan
verbinden met de andere cellen. Dit verbinden komt neer op leren en ontwikkelen.
Hoe meer het kind leert hoe meer verbindingen er worden aangemaakt. Een brein
van een baby is erg plastisch. Dit wil zeggen dat een ander gebied de functie van
een beschadigd gebied kan overnemen.
2.2 De lichamelijke groei, de rijping en de ontwikkeling van de motoriek
De motorische ontwikkeling is al voor de geboorte begonnen. In de eerste 2 jaar na
de geboorte maakt het kind een enorm grote motorische ontwikkeling door. De
grotere lichaamsbeheersing is het resultaat van rijping en kan slechts in beperkte
mate worden geleerd. Als reflexen verdwijnen betekent het dat het centrale
zenuwstelsel zich verder ontwikkelt. Als de verbindingen in de 2 e tot 4e maand
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lionneklarenbeek3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.69. You're not tied to anything after your purchase.