100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Maatschappijwetenschappen - Verhouding $6.50   Add to cart

Summary

Samenvatting - Maatschappijwetenschappen - Verhouding

 11 views  1 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting Verhouding A Maatschappijwetenschappen Uitgebreide samenvatting, deze week gemaakt, dus actueel. Met handige begrippenlijst na elke paragraaf.

Preview 3 out of 21  pages

  • No
  • Verhouding
  • March 17, 2024
  • 21
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Verhouding
Hoofdstuk 1

1.1 nationale en internationale ongelijkheid
Verhoudingen veranderen, en worden gekenmerkt door verschil en sociale
ongelijkheid in een geïnstitutionaliseerde vorm (institutionalisering). Sociale
ongelijkheid kan aanleiding geven tot conflicten in de vorm van opstand en verzet.
Welke betekenis men geeft aan verschillen wordt mede door cultuur van een land
bepaald. Mannen en vrouwen kennen onderling verschillen, door een uiteenlopende
ontwikkeling door sekse- en geslachtsverschillen.

Naarmate verschillen of consequenties groter zijn, leven mensen meer in ongelijke
sociale verhoudingen. Het gaat om drie vormen van sociale ongelijkheid:

1. Macht. Als iemand van een ander afhankelijk is om iets te bereiken, is er een
afhankelijks- en machtsverhouding tussen de personen.
2. Ongelijke verdeling van bezit. Tot bezit rekenen we hooggewaardeerde zaken,
zoals kennis, inkomen en vermogen. Een aantal mensen beschikken over dit
bezit, en anderen worden ervan uitgesloten. Het is een machtsmiddel die
bezitsverhoudingen naar machtsverhoudingen brengt.
3. Ongelijke verdeling van status. Dit randorde van mensen hangt samen met
de positie die ze in een netwerk innemen. Hoe hoger ze in die orde zijn
geplaatst hoe hoger het prestige. Mensen genieten van aanzien.

Op mondiaal niveau zijn de verhoudingen tussen staten aan verandering onderhevig:
globalisering. Staten zijn steeds meer afhankelijk van elkaar, door bijvoorbeeld
economieën die verbonden zijn.

BEGRIPPEN:
Sociale ongelijkheid: een situatie waarin verschillen tussen mensen, in al dan niet
aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en
leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken, van
waardering en behandeling.

Institutionalisering: proces waarbij een complex van waarden en min of meer
geformaliseerde regels vastgelegd wordt in standaard gedragspatronen, die het
gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.

Cultuur: het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden
en normen, die mensen zich als lid van een groep of samenleving hebben verworven.

Sekseverschillen: door genetische factoren veroorzaakte verschillen.

Geslachtsverschillen: sociaal gevormde verschillen.

Macht: het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te
bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten.

,Status: de waardering en behandeling van personen op grond van hun
maatschappelijke positie en leefstijl.

Globalisering: het proces van uitbreiding en intensivering van contacten en
afhankelijkheden over zeer grote afstanden en over landsgrenzen heen.

1.2 het gedrag van nationale staten en
theorieën en paradigma’s
Er zijn verschillende wetenschappelijke theorieën die het gedrag van nationale staten
t.o.v. nationale staten verklaren:

1. Realistische theorieën. Ze beschrijven de relatie van het ene tot het andere
land als een machtsstrijd. Elke staat kan van elkaar een concurrent zijn, een
staat moet voor zijn eigen bescherming nooit vertrouwen op internationale
organisaties en internationaal recht. Realisten spreken over een
veiligheidsdilemma. Doordat staten zich bedreigd voelen, gaan ze zich
bewapenen, en ontstaat een oneindige wapenwedloop. Conflicten ontstaat
doordat er geen machtsevenwicht is tussen staten. De oplossing om oorlogen
te voorkomen:
- Het versterken van de eigen macht, door bijvoorbeeld het leger.
- Het voeren van diplomatieke onderhandelingen.
- Het vormen van allianties, onderlinge samenwerking.
2. Liberale theorieën. Ze verwerpen de notie van de realistische theorieën,
omdat oorlog tussen staten een natuurlijk gegeven is. De soevereiniteit
bestaat op papier, maar in praktijk is een land gebonden aan internationale
actoren. Een staat met veel macht gebruikt deze macht om de harmonie in de
wereld te bevorderen. Er is door internationale samenwerking sprake van een
ordelijke situatie en niet van een anarchie. Staten hebben geen belang bij
oorlogen, dus door internationale samenwerking, waarbij soevereine staten
met elkaar politiek en militair samenwerken tegen een agressor, kan een
gemeenschappelijke vrede/welvaart gecreëerd worden. In Den Haag zijn 2
internationale strafhoven:
- Internationaal gerechtshof.
- Internationaal strafhof.
Internationale verhoudingen worden bepaald door economie, militaire macht,
technologie, milieu en relaties tussen non-gouvernementele organisaties.
Intergouvernementele organisaties hebben in tegenstelling tot non-
gouvernementele organisaties een autonomie in de internationale politiek.
3. Marxistische theorieën. Deze kijken naar ongelijke internationale
betrekkingen tussen staten en sociale klassen. Er is geen anarchie (realisten)
of orde (liberalen), maar slechts een hiërarchie. Macht werkt onderdrukkend,
en conflicten/samenwerking tussen staten zijn alleen te begrijpen door:
- Economische machtsongelijkheid.
- Binnen de staten zelf tussen bezitters en niet-bezitters van
productiemiddelen.
Kapitaal moet groeien, en laat zich niet weerhouden door grenzen. Staten
hebben belang bij de aanwezigheid van bedrijven binnen landgrenzen:

, - Werkgelegenheid neemt toe.
- Belastingopbrengsten stijgen.
Een goed draaiende economie is bovendien belangrijk voor de internationale
machtsverhoudingen. De economische elite heeft de touwtjes in handen,
oorlogen worden gevoerd en verdragen gesloten alleen om de belangen van
deze elite te dienen. Staten voeren dus oorlogen om leidende sociale klassen
zoveel mogelijk winst te laten maken, waarvoor arbeiders in de arme wereld
verder uitgebuit worden. Er zal zo een strijd komen om de internationale
economische relaties te veranderen.
4. Sociaal-constructivistische theorie. Deze gaat ervan uit dat de sociale
wereld verschilt van de fysieke wereld. De sociale wereld is anders en bestaat
niet onafhankelijk van de mensen die eraan deelnemen, hij bestaat namelijk
uit ideeën, gedachten, betekenissen van mensen die er deel van uitmaken.
Deze gedachten, ideeën en betekenissen die er deel van uit maken bepalen
de identiteit van een staat. De wijze waarop mensen gesocialiseerd worden,
bepaalt hoe men macht definieert, wat machtsevenwicht is en waarom
soevereiniteit en mensenrechten belangrijk zijn. Als wij denken dat macht veel
wapens en rijkdom betekent, en dus belangrijk is, zullen staten zich daarnaar
handelen.
Verhoudingen tussen staten maken ook deel uit van de sociale wereld, omdat
macht ook geconstrueerd is. Het is gemaakt door mensen die in hun omgang
met elkaar bepalen wat de betekenis ervan is; de verhouding verandert als
het beeld van de mensen verandert.
5. Politiek psychologische theorieën. Deze stellen dat de contacten tussen
staten verlopen via mensen die individueel of in kleine groepen vorm geven
aan het beleid en daarmee aan de verhoudingen tussen staten. Beleidsmakers
nemen vaak belangrijke beslissingen in hun eigen gesloten kring. Ze hebben
daarbij de neiging om te kijken naar wat de eigen overtuiging bevestigt, en
niet wat de eigen overtuiging tegenspreekt.

BEGRIPPEN:
Veiligheidsdilemma: staten moeten zichzelf bewapenen, niemand is te vertrouwen.

Samenwerking: het proces waarin individuen, groepen en/of staten relaties vormen
en hun handelen op elkaar afstemmen voor een gemeenschappelijk doel.

Soevereiniteit: de hoogste macht.

Internationaal gerechtshof: als er een geschil is tussen landen, zijn de betrokken
landen niet verplicht de zaak voor te laten komen in Den Haag. Echter indien zij dit
doen is de uitspraak bindend. De naleving van de afspraken kan echter niet worden
afgedwongen.

Internationaal strafhof: een permanent hof voor het vervolgen van personen die
verdacht worden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en
oorlogsmisdaden zoals deze zijn erkend in diverse internationale verdragen.

Hoofdstuk 2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nienkevaneek. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.50. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77858 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.50  1x  sold
  • (0)
  Add to cart