Eerste wereldoorlog
geallieerden centralen
- Frankrijk - Duitsland
- Gb - Oostrijk-Hongarije
- Rusland 1917 - Italië tot 1915
- Vs 1917
In duitsland nieuwe aan de macht en stapte er snel weer uit dat is hem altijd kwalijk
genomen.
Vs kwam erin, duikbotenoorlog gingen patrouilleren.
1918:
laatste Duitse offensief (zomer/lente) ze hoeven niet meer te kijken naar Rusland, het
hele leger klapt op de centralen.
Inmenging van Amerikanen leidt tot instorting van het Duitse front, De Amerikanen
vangen de laatste klap van Duitsland op.
November: Duitsland vraagt wapenstilstand op (11/11/1918)
Thuisfront in Berlijn waren veel aan het denken wat er in Rusland kon gebeuren
(communisten/socialisten) wilden dat de oorlog stopten, leger leiders zagen geen nut
om verder te vechten.
Keizer Willem 2 vlucht naar Nederland, hij leefde niet als keizer.
Nieuwe regering nodig dus, wordt een parlementaire democratie van de een op de
andere dag. SPD = sociaal democratisch Duitsland. Hun tekenden de wapenstilstand.
Daardoor is er heel veel onrust.
oude aanhangers keizer: conservatieven, oorlog door sociaal democraten = oorlog
stopt, duitsland democratie. Conservatieven willen hetzelfde als Rusland.
Berlijn werd toen te gevaarlijk, verhuisden naar Weimar.
Duitsland vanaf 1918 Weimerpubliek:
Bestaat uit SPD, katholieken en liberalen, niet stabiel
in 13 jaar wisselen ze 21 keer van regering
ontstaat een dolkstootlegende, na oorlog een land van problemen
complottheorie, officieren (veteranen) hebben schuld gegeven aan socialisten want
ze deden hun best voor de oorlog en een wapenstilstand ( als ze mee hadden
gedaan hadden ze gewonnen.
Vrede van versailles 1919 (oorzaak wo2)
Duitsland aangewezen als schuldige (niet terecht)
kwam door Frankrijk aan te vallen door België te gaan en België is een neutraal land
dus dat mocht niet.
de straffen:
afpakken grondgebieden en koloniën
Leger mag niet groter zijn als 100.000 militairen, geen luchtmacht, vloot, marine of
zware slagschepen.
Rijnland werd gedemilitariseerd, geen militaire basissen en forten.
schadevergoeding (herstelbetalingen) betalen aan Frankrijk, België, Engeland. Duitse
economie is volledig geruïneerd.
,economische crisis:
132 miljard euro schade
jaarlijkse termijnen lukte niet dus ze kregen achterstand, Fransen bezetten het
Ruhrgebied daarmee nemen ze veel industrialisatie mee, oorlog zonder weerstand.
Duitsland gaat staken en laten mensen in dat gebied niet werken maar geven ze wel
loon, ze moesten geld bij maken en er kwam dus een grote hyperinflatie (het geld
wordt minder waard) land ging kapot en het was het economische dieptepunt in 1923.
oplossing:
Amerikaanse Dawn bedenkt een oplossing, het Dawnsplan.
US leent geld aan Duitsland, daarmee betaalden ze hun herstelbetalingen aan
Engeland, Frankrijk. Hun hadden nog een oorlogsschuld aan Amerika.
tot 1924/1929 ging het oke met Duitsland, er kwam een economische groei door Dawnsplan.
1929 = 2e economische crisis (heel de wereld)
jarenlang teveel geproduceerd in amerika (overproductie) vooral veel elektrische
producten omdat de Amerikanen dachten dat die dingen minder lang mee gingen.
Ze geven dus veel geld uit maar er komt minder geld binnen.
Beurskrach = mensen gaan hun aandelen verkopen, ( zwarte donderdag op 24 okt
1923) dat raakt iedereen.
Als een bedrijf failliet gaat, arbeider op straat, geen salaris, mensen gaan bezuinigen,
bedrijven failliet en minder omzet maken.
Duitsland wordt harder getroffen dan de rest ( hun waren afhankelijk van de leningen)
Weimar coalitie niet in staat om problemen op te lossen, opkomst NSDAP en KDP,
Nazies en communisten.
Weimar = SPD/Zentrum/DDP = sociaal democratisch
NSDAP kenmerken (nationaal socialistische Duitse arbeidspolitiek)
1. faisitisch
stroming uit Italië, extreem rechts, nationalistisch op meerdere vlakken ( op eigen
vlak erg goed) gaat om militaire macht. Na 1945 kernwapens belangrijk voorstanders
van dictatuur (leiderschap) ze zijn tegen alles wat zij niet vinden, nationaal
socialistisch en anderzijds komt er iets bij.
1. Racisme
racisme , super rechts, vooral anti Joods en geven hen van alles de schuld.
(discriminerend) antisemitisme = jodenhaat, joden zijn minder crisisgevoelig daardoor
ontstaat er jaloezie. Rassenleer = mensen indelen in groepen, joden onderaan,
daarboven de untermenschen (oost europese mensen) zijn niks waard,
untermenschen zijn vooral mensen met blond haar en blauwe ogen.
Nazies aanhangers = rechtese conservatieve kringen tegen versaille, communisme, joden
democratie en tegen Weimar.
1923 Nazies 1e poging tot aan de macht komen:
putsch = staatsgreep maar die was mislukt. Hij werd gevangen genomen en schreef Mein
Kampf.
1928 = NSDAP doet mee met de verkiezingen, werd succesvol vanaf 2e economische crisis.
, november 1932 = grootste partij
januari 1933 = Hitler Rijkkansleer (president)
Februari 1933 = rijksdagbrand
ze gaan meeregeren maar moeten blijven samenwerken met andere partijen. ze leveren
president = Hitler (hij had toen nog niet alle macht)
begint met rijksdagbrand, wordt door NL aangestoken ( communist) word misbruikt door
nazies.
minister van justitie = straffen misdaad
rijksvoorlichting = propaganda
overal komen communisten in opstand en willen dat tegengegaan , de nazi’s
Er kwam een noodwet om rust te herstellen (tegenstanders uitschakelen)
1 doel = bij volgende verkiezingen de absolute meerderheid behalen
Maart 1933 = mislukt ze haalden geen meerderheid maar 44%
De tweede keer krijgt hij de meerderheid = ministers gevangen zetten door onderdrukking en
intimidatie, grote mate van manipulatie. Machtigingswet is breekpunt decoratie en begin van
dictatuur.
binnenlandse politiek
proberen de crisis op te lossen, werkbeschaffingsprojecten, dienstplicht en
herbewapening.
buitenlandse politiek
lebensraum creëren voor de germaanse ras + Duitsers weer terug in Duitse rijk
brengen.
1936 = Rijnland
1938 = Anschluss
1938 = Sudetenland, grensgebied Tsjechië, confrontatie münchen
1939 = Tsjechië en Slowakije bezet
1939 = ultimatum richting Polen
1939 = niet- aanvalsverdrag met Sovjetunie
1941 = toch een aanval op Sovjetunie
einsatzgruppen = alle joden doodschieten, later kwamen de gaskamers dat ging veel
gemakkelijker en efficiënter.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kyraguilliet. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.39. You're not tied to anything after your purchase.