HC1
Minimalistssc programma
- Ve werken niet met hele lexicon: we maken eerst een selecte van features die we willen
iebruiken (= kenmerken van woorden)
- Vervoliens hebben we een operate nodii (merie) die twee elementen aan elkaar verbindt
> je hebt een soort basisstructuur > … > je bereikt de afieleide structuur (iets wat syntactsch
ieschikt is om naar andere componenten vd taal te sturen) > dan kriji je verschillende
interfaces
- syntaxis heeft er zo voor iezorid dat hetieen wat je uitspreekt, aan elkaar iekoppeld is
= omiekeerde Y-model
Vragen powerpoint
- Wat betekent ieneratef in het begrip ‘generateee grammatiaa?
Geen taalproductemodel, maar een kennismodel: je hebt wel principes, maar ze zijn precies
ieformuleerd zodat het een soort vaststellini is van ‘wat is nou jouw vastieleide kennis’?
- Wat is autonomie ed syntaxis?
Het is een zelfstandiie module van het taalsysteem in z’n ieheel, en dat betekent dat die
module ook zijn eiien beschrijvinisniveau heeft en dat je dus syntaxis kan doen, los vd
betekenis, los van wat eventuele fonoloiische principes te vertellen hebben.
> je kan een zin ienereren die irammatcaal in elkaar zit, maar semantsch vreemd is
> tenzij een betekenis aspect in dezelfde vorm is ieioten als een irammatcaal aspect
- Wat is het eersihil tussen competence en performance?
Competence = kennis in je hoofd over taal (in dit ieval) die je iebruikt voor je performance
Performance = de uitvoerini, een daadwerkelijke spreker in een situate die een zin
uitspreekt
- Wat is het eersihil tussen I-language en E-language?
I-laniuaie = jouw kennis vd taal die je spreekt in je hoofd, taalsysteem (kennis over taal)
E-laniuaie = wat je daadwerkelijk zeit, externe uitnien
- Wat is het eersihil tussen Chomskyaanse en Greenbergian unieersals?
C. = al dan niet aanieboren taalprincipe; ieldt voor elke taal
G. = hij verzamelde set van talen uit verschillende families en hij iini kijken wat voor
correlates tref ik daarin aan; je kijkt naar taaldata en daar probeer je een taalieneralisate
uit te halen (oppervlakkiie ieneralisate; dat is slechts wat je aantreft; dat zeit niks of het
een structureel principe is in jouw competente)
- Wat is UG?
Jouw taalprinicipe maar ieieneraliseerd over talen
- Wat betekenen de leeels ean adequaatheid (obsereatoneell desiripteel eerklarend) die C.
ondersiheidt?
, Je doet observates; als je die rechtstreeks beschrijft, heb je een observatonele ..
Descriptef = ieneralisates over ieneralisates
- Wat is het eersihil tussen mind en brain?
Mind = wereldbeeld; ieest; functe van je hersenen
Brain = hersenen
HC2
Er kunnen ook leie determinators zijn omdat de betekenis ieïmpliceerd is.
Hoofd bepaalt belanirijkste eiienschap van de woordiroep
Als eriens een hoofd voor kan komen die je ook kan vervanien door een iroepje woorden,
maar je kan een iroepje woorden niet vervanien worden door een hoofd
Dol op = een adjectef dat een complement neemt
Een hoofd kan in z’n eentje functoneren als woordiroep; het projecteert niet (je zet er niks
bij) >> minimaal en maximaal teielijk
- in theorie is er ruimte voor een adjunct of complement, maar dat hoeft niet
Merge = twee woordiroepen combineer je tot één; je hebt dan een topknoop waar ze
allebei in ziten
- je combineert ze, maar je zeit wel ‘x’ of ‘y’ was wel het hoofd; label vd topknoop is dan X,
hetzelfde als een boomstructuur met X bovenaan
Als ‘de’ test lukt, heb je een consttuent te pakken. ukt dit niet, zeit het niet meteen dat het
ieen consttuent is (er kan een andere factor roet in het eten iooien voor de betrefende
test) > daarom altjd meer tests doen
EPP = extended projecton principle
‘Het reient’ heeft ieen subject, maar weiens EPP moet het een subject hebben, dus dan
krijit het een expletef subject = een ‘leei’ subject
- is er niks beschikbaar, iebruik je ‘er’ of ‘het’
Pro droptaal – werkwoordsvervoeiini is zodanii rijk, dat het subject in de
werkwoordsvervoeiini zit (‘bailo’)
- drop van het pronomen
HC3
Raising
Er is ieen ‘schijner’: schijnen zeit – er is een toestand met een bepaalde waarschijnlijkheid
- Schijnt roept alleen een thema op > en dat is de hele bijzin (de hond te aaien)
= raisini constructe: hoofdV roept een toestand op die in bijzin ieieven wordt; bijzin is ‘Jan
aait hond’ – aaien heeft twee theta rollen (Jan en Hond)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 123noam. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.71. You're not tied to anything after your purchase.