Dit document bevat alle uitwerkingen van trace vermogensrecht, blok 1 tot 6. Ik heb alle vragen beantwoord aan de hand van de stappen, zodat je een duidelijke handleiding hebt van hoe je de vragen dient te beantwoorden. Daarbij heb ik alle colleges bijgewoond, zodat alle uitwerkingen juist zijn. Ik...
,Werkgroep 1 – Contractuele verbintenissen
Toepasselijk recht is geen brede kwalificatie. Per kwalificatie zijn er andere bronnen a.d.h.v.
het recht moet worden vastgesteld. Het gaat specifiek om contractuele verbintenissen. De
kwalificaties zijn contractuele verbintenissen, niet-contractuele verbintenissen, insolventie,
goederenrecht, corporaties en cessies
Bronnenschema. Rome II gebruiken we niet bij contractuele verbintenissen, maar bij niet-
contractuele verbintenissen. WKV niet bij andere bronnen omdat geen bron is a.d.h.v.
toepasselijk wordt bepaald. Het is geünificeerd materieel recht. Dit is het toepasselijk recht.
Contractuele Internationale Toepasselijk recht Erkenning en
verbintenissen bevoegdheid tenuitvoerlegging
WKV
Europese Brussel I Bis Rome I Brussel I Bis
verordeningen
Brussel I Brussel I
Internationale EEX Verdrag EVO EEX Verdrag
verdragen
Lugano U/II Lugano I/II
Nationale IPR Art. 1-14 Rv Art. 10:157-159 BW Art. 431 en 985 e.v.
Rv
Casus I
Allure BV (een in Tilburg gevestigd bedrijf) ontwikkelt websites voor klanten in zowel
Nederland als in het buitenland. Allure is in 2022 benaderd door de in Cork (Ierland)
gevestigde brouwer Barrelhead Brewery Ltd om een nieuwe webshop op te zetten. Allure en
Barrelhead Brewery zijn op 1 april 2022 (per mail) overeengekomen dat de webshop uiterlijk
op 1 oktober 2022 in de lucht moet zijn, in verband met de lancering van de nieuwe
speciaal-bierlijn van Barrelhead Brewery. In ruil voor zijn werkzaamheden krijgt Allure een
jaar abonnement op de nieuwe speciaal-bierlijn en mag hij ook 4 keer per jaar een proeverij
bijwonen. Allure werkt de hele zomer hard door om aan alle wensen van Barrelhead Brewery
te kunnen voldoen en levert de webshop tijdig op. Kort na de lancering van de nieuwe
speciaal-bierlijn blijken meerdere klanten problemen te vinden met bestellen.
Barrelhead Brewery stelt dat de problemen te wijten zijn aan de manier waarop Allure het
betaalsysteem heeft geïmplementeerd. Bovendien is het onmogelijk voor klanten uit
Duitsland en Spanje om bier te bestellen. Allure stelt daarentegen dat de problemen met het
betaalsysteem zijn veroorzaakt door tegenstrijdige instructies van Barrelhead Brewery.
Barrelhead Brewery begint een procedure bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant om Allure
aansprakelijk te stellen voor de geleden schade als gevolg van het gebrekkig functioneren
van de webshop.
,Vraag 1
Welk recht dient de Nederlandse rechter toe te passen op de vordering(en) van Barrelhead
Brewery?
1. Internationale feiten
2. Kwalificatie: contractuele verbintenis
3. IPR-vraag: toepasselijk recht
4. Bronnen: Rome I Vo en EVO
5. Toepassingsgebieden:
• M: verbintenis uit overeenkomst (art. 1)
• F: universeel (art. 2)
• T: overeenkomst na 17-12-2009 (art. 28) / ovk na inwerkingtreding (1-9-’91)
(art. 17)
6. Samenloop: art. 24 Rome I Vo
Stap 1. Vaststellen van de relevante internationale feiten
Bedrijf in Tilburg levert een website op voor bedrijf in Ierland. In ruil hiervoor ontvangt
Tilburgs bedrijf een abonnement
Stap 2. De IPR-kwalificatie
Verbintenis uit overeenkomst in burgerlijke en handelszaak, meer specifiek ruilovereenkomst
Stap 3. De IPR-vragen
Toepasselijk recht
Stap 4: Bronnen
Rome I en EVO
Weens Koopverdrag is niet van toepassing want het gaat niet om een koopovereenkomst.
Een website is hier geen roerende zaak. WKV is geünificeerd materieel recht. Dit is het
toepasselijk recht.
Stap 5: Toepassingsgebieden Rome I en EVO
• Materieel: Verbintenissen uit overeenkomst (in burgerlijke en handelszaken) – art. 1
lid 1 Rome I
• Formeel: Universeel – art. 2 Rome I
• Temporeel: Overeenkomst gesloten op of na 17 December 2009 – art. 28 Rome I
(overeenkomst gesloten na inwerkingtreding 1-9-’91, art. 17 EVO)
EVO staat niet in de bundel, waardoor je die niet hoeft te kennen. Enkel van belang is dat je
moet aangeven dat het van toepassing is én dat Rome I voorgaat.
Stap 6: Samenloop
Samenloop: art. 24 Rome I. Rome I gaat voor op EVO
Stap 7: Toepassing
Hiërarchie
• Art. 3
• Art. 5-8
• Art. 4
, o Lid 1
o Lid 2
o Lid 3
o Lid 4
• Art. 9 en 21
Hebben partijen van hun rechtskeuzebevoegdheid geen (rechtsgeldig) gebruikgemaakt (art.
3), dan dient het op hun overeenkomst toepasselijke recht bepaald te worden aan de hand
van de objectieve verwijzingsregel van art. 4.
De bijzondere regels uit art. 5-8 gelden in casu niet.
Dus: gekeken wordt naar art. 4 (hoofdregel)
Lid 1
Wat kenmerkend is aan een dienstovereenkomst, is dat daar een betaling tegenover staat.
In casu kan niet gesproken worden van een betaling. In casu is meer sprake van een
ruilovereenkomst. Het is geen koop en geen dienst, want er staat geen betaling tegenover.
Betaling moet altijd in geld zijn. Hierdoor is er geen sprake van lid 1. Het valt niet onder een
van de benoemde overeenkomsten zoals bedoeld in lid 1.
- Geen dienst, dus lid 2 (kenmerkende prestatie)
Lid 2
Je moet kijken naar de kenmerkende prestatie. De kenmerkende prestatie is hetgeen waar
de betaling van de geldsom tegenover staat. In casu is dat lastig om te zeggen. Kan je de
overeenkomst beschrijven door één van de diensten te benoemen? Je kijkt niet naar de
verbintenis die ten grondslag aan de eis. Het gaat echt om wat kenmerkend is aan de
overeenkomst. In casu is er niks kenmerkend aan de overeenkomst. Je kan net zo goed
zeggen dat er een website is gebouwd als dat je kan zeggen dat er een abonnement is. Er is
aldus niet voldaan aan lid 2.
Een overeenkomst die niet is genoemd in lid 1 en die wel een kenmerkende prestatie heeft,
is bijvoorbeeld een overeenkomst tot geldlening. De kenmerkende prestatie is dan de
geldlening, of een garantenstelling.
- Geen dienst, dus lid 4 (nauwst verbonden recht)
o Geen dienst omdat de webshop wel een overeenkomst van dienstverlening
is, maar de prestatie wordt niet geleverd in geld. Dientengevolge is sprake
van een sui generis overeenkomst
Lid 3
Lid 3 gebruik je enkel indien er toepasselijk recht is aangewezen op basis van lid 1 of 2.
Lid 4
Vervolgens ga je naar lid 4. Wat is het nauwst verbonden recht? Dit is het Ierse recht. Het
gaat om een Ierse brouwer, het gaat om Iers echt en het gaat om een Ierse proeverij. Er is
hier niet echt een duidelijk antwoord. Beide kanten kan worden beargumenteerd, zowel
Ierland als Nederland. De website is voor Ierland, maar wordt gebouwd in Nederland. De
gebruiker woont in Ierland, de maker in Nederland. De taal van de overeenkomst kan
uitmaken. De plaats van de onderhandelingen kan ook een rol spelen. Ook de levering van
het bier, valuta. Je komt erachter door heel veel vragen te stellen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LisannedeGraaf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.87. You're not tied to anything after your purchase.