§1.1 globalisering in centrum en (semi)periferie
In het wereldsysteem kennen we drie groepen van landen met hun onderlinge relaties. Hierbinnen
kunnen de effecten van globalisering verschillen.
- Centrum: kerngebied, landen met hoge welvaart en economische/politieke invloed
- Periferie: randgebied, lage welvaart afhankelijk van ontwikkelingen in centrum
- Semiperiferie: hebben een tussenpositie -> opkomend centrum/downgrading naar periferie
MNO’s hebben hun basis in centrumland, vanwege kennis, infrastructuur en politiek
- Vanwege uitschuiving kunnen ze winsten vergroten -> profiteren de consumenten van daling
van prijzen als gevolg van productie in lagelonenlanden.
(semi)periferie heeft hier ook baat bij: global shift zorgt voor banen en inverstering.
Er zijn twee effecten van global shift die door werken in de (semi)periferie:
- Spread-effecten -> economische ontwikkeling in centrum geeft voordelen in lagelonenlanden
- Backwash-effecten -> centrum onttrekt grondstoffen, kapitaal, mensen uit de periferie.
In veel perifere landen is er sprake van fragmentarische modernisering: ongelijke verdeling van
technologische verandering in gebieden.
- Rijkere gebieden hebben meer kans op modernisering, terwijl andere gebieden stil liggen.
- Regionale ongelijkheid groeit -> meer verschil in welvaart en -zijn.
- Sociale ongelijkheid groeit hierdoor indirect -> verschil in gezondheid,
woonomstandigheden, etc.
Door globalisering veranderd de cultuur ook, meer culturen gaan zich mengen -> diffusie.
- Vooral westerse – amerikaanse – cultuur verspreiden zich.
Globalisering = welvaartsstijging
- Geboorte- en sterftecijfers dalen
- Migratiestromen veranderen naar centrum landen en semiperiferie
o Regionale ongelijkheid stimuleert migratie
Overal in de wereld vindt blokvorming plaats, door globalisering: er wordt gekeken naar eigen
belang en er worden samenwerkingsverbanden gemaakt.
- Landen in (semi)periferie gebruiken blokvorming om tegengas te geven naar centrumlanden.
- NAVO en VN zijn ook voorbeelden van samenwerkingsverbanden.
Globalisering heeft dus positieve en negatieve effecten en zo zijn er ook reacties:
- Anders-globalisten vinden dat cultuur bedreigd word en nemen de mondiale ongelijkheid en
milieuvervuiling aan de kaak.
- Sommige groepen vinden dat hun culturele, economische en politieke belangen
ondergesneeuwd raakt -> ze willen een vorm van zelfbestuur: regionalisme.
§1.2 Groot-Brittannië
17de tot 20ste eeuw veroverde Groot-Brittannië de wereld. Het had zoveel welvaart en politieke
macht, dat het een hegemoniale staat werd. Na dat koloniën onafhankelijk werden, hield Groot-
Brittannië deze positie.
, Door hun economische welvaar, werd Londen een van de belangrijkste financiële centra van de
wereld. In Londen waren veel hoofdkantoren van banken, verzekeringsmaatschappijen = mondiaal
economisch beslissingscentrum.
Groot-Brittannië heeft een belangrijke rol gespeeld bij organisaties – VN en de NAVO. Ook is het de
spil van het Gemenebest van Naties, samen met de 51 voormalige koloniën.
De engelse taal komt ook uit het koloniale verleden van Groot- Brittannië. Denk aan contacten,
handel en congressen, tv-series en films.
Naast het koloniale verleden, heeft globalisering ook de welvaart van Groot-Brittannië geholpen. Met
een van de grootste economieën, heeft het land een hoge Human Development Index, deze meet de
ontwikkeling op onderwijs, welvaart en levensverwachting.
- Ook was er een negatieve kant in de economie. De industrie niet concurreren met de
wereldmarkt. En dat zorgde voor veel werkloosheid.
o Inmiddels is er veel moderne industrie -> diensten i.p.v. product
Het land heeft een demografische transitie doorgemaakt: van hoge geboorte- en sterftecijfers voor
de industrie, naar nu lage geboorte- en sterftecijfers.
De welvaart heeft ook effect op de verstedelijking. Deze graad is verhoogt toen de welvaart steeg.
Inmiddels woont 80% van de Britse bevolking in steden. Het verstedelijkingstempo ligt wel lager.
In Groot-Brittannië wordt er ook tegengas gegeven op globalisering. Er is geprotesteerd tegen
sluiting van fabrieken en de slechte arbeidsmarkt. Ook migratie is een gevoelig thema. De Britten
hebben gevoel dat ze de controle over hun land kwijtraken. De ‘Brexit’ liet zien hoe erg dit leefde in
de samenleving.
§1. 3 India
Inda werd in 1947 afhankelijk van Groot-Brittannië. Het had op dat moment een overwegend
agrarische cultuur. Inda wilde gaan moderniseren.
- Een importvervangende industrie. Producten moesten zoveel mogelijk zelf geproduceerd
worden.
- Zware industrie, waarbij de focus op ijzer- en staalindustrie lag.
- Vanaf jaren 70 lag de focus op hightech en de IT-industrie.
- 1990 was de start van globalisering in India, en hiervoor werd de economie opnieuw open
gemaakt.
- Het begin voor exportgerichte industrie begon begin jaren negentig, mno’s probeerde zich in
Inda te vestigen.
o Arbeidsmarkt, grote afzetmarkt, lage lonen, engelssprekende bevolking
o Speciale vrijhandelszones met gunstige tarieven voor import/export
De dienstensector neemt ook toe -> westerse bedrijven besteden hun dienstverlening uit aan India.
- Engelssprekende bevolking, lage lonen en goede satelliet- en internetverbindingen
De exportgerichte industrie en de dienstensector zorgen voor grote economische ontwikkelingen.
Inmiddels is India een opkomende economie.
Door de globalisering zijn er ook verschillende cultuur effecten. Indiërs nemen westerse feestdagen
en eetgewoontes over, of jongere mensen trekken naar de stad i.p.v een familie op het platteland.
Geboorte- en sterftecijfers zijn gedaald en verstedelijking is toegenomen naar zo’n 35%.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 113538P. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.