Vraagstukken in NL – V5, Hfdst.
4
§4.1 Dynamische kusten
Kustprocessen zorgen ervoor dat onze Nederlandse kunst wordt
afgebroken en aangevuld door zand van de Noordzee of rivieren.
- Stroming verplaatst het zand in NO-richting langs de
kunst. De stroming wordt geregeld door getijden-
stroming. De maan regelt het zeeniveau door middel van
aantrekkingskracht.
o Vloed is als de zeespiegel stijgt daar z’n hoogste
stand. De zee komt dus landinwaarts. Dit is ook
wel springtij, als de maan en zon dezelfde
aantrekkingskracht hebben.
o Bij eb is er sprake van een lage zeespiegel en is er
een zeewaartse stroming. Als de aantrekkingskracht van de maan tegenover de zon
staat, is er doodtij.
- Wind verplaatst het zand van de branding verder richting de duinen.
- Het strand en de duinen worden bepaald door de zeestroming en noem je zachte kusten.
We hebben 3 soorten kusten:
1. Wadden kust
o Bij de Waddenzee ontstaan er wadden op het moment dat een gedeelte van de
Waddenzee droog komt te staan door de getijstromingen.
2. Duinenkust
3. Estuariumkust
o Bij Hoek van Holland heb je een estuaria, wat gevormd is als een soort trechter
riviermonding. Dit komt doordat zeestroming krachtiger is dan de rivierstroming.
Waar je bij de duinen een zachte kust heb, heb je bij dijken en aangelegde waterkeringen te maken met
een harde kust. Zulke kusten woorden dus handmatig gemaakt.
Een harde kustverdediging is een goede manier om land te beschermen, maar kost ook veel tijd en geld.
Om de hoogte te bepalen word er gekeken naar de bevolking achter de dijken en de economische waarde
van bepaalde grote steden.
- Hoge economische gebieden worden beschermd door dijken die met de norm gemiddeld
1:10.000 jaar overstroomd.
Bolwerkvorming sluit hier goed bij aan, aangezien dit ook over harde kusten gaat. Harde kusten kunnen
beter tegen de erosie van de zee, dan zachte kusten. In combinatie met het beschermende gedeelte,
worden harde kusten vaker zeewaarts geplaats en dat noem je bolwerkvorming.
§4.2 Stroomgebieden van Rijn en Maas
Een stroomgebied is de omgeving waar de rivier in afwatert. Het stroomgebied van de Rijn is bijv.
4.5x zo groot als NL. Een stroomstelsel is de hoofdrivier met alle zijtakken en -rivieren.
Waar de Rijn een extreem groot gebied bevat, is de Maas een stuk kleiner. De Rijn ontspringt op
kilometers hoogte en de Maas maar op ong. 410 meter.
Het begin van een rivier wordt altijd de bovenloop genoemd. Hier moet ook de bron zichtbaar in de
bovenloop.
, De Rijn en Maas zijn twee rivieren die gescheiden moeten worden. Dit gebeurt door een
waterscheiding. Over het algemeen zijn dit hogere delen in een landschap.
De hoeveelheid water dat uit een stroomgebied in de rivier komt, heeft te maken met:
- Neerslag
- Evapotranspiratie (verdamping)
- Water dat wordt vastgehouden in stilstaan en langzaam stromend water
- Water dat wordt vastgehouden in de grond
- Water dat wordt verbruikt voor natuur/mens
Een vertragingstijd is de tijd hoelang een waterdruppel erover doet om van neerslag in het
stroomgebied naar het stroomstelsel te komen. Dit kan langer worden door natuurlijk landschap –
houdt water vast- en verkort door cultuurlandschappen.
Het debiet van een rivier is de hoeveelheid water dat het op een moment per seconde afvoert. Zo’n
afvoer kan nogal verschillend zijn en de wisselvalligheid is dan het regiem. Een maximale afvoer –
piekafvoer – vindt plaats in een periode met veel neerslag/smeltwater.
Een rivier heeft vele eigenschappen die je kunt weergeven in:
- een lengteprofiel. Dit geeft de hoogtemeters van een rivier weer van bron tot monding. Met
behulp van een lengteprofiel kan je twee dingen berekenen:
o verval = hoogteverschil tussen twee punten
o verhang = hoogteverschil/lengte (helling van de rivier)
- een dwarsprofiel. Dit is een tekening van de dwarsdoorsnede van een rivier op een gegeven
plek.
Een rivier heeft ook 3 onderdelen.
1. Het begin van de rivier en waar de rivier ontspringt is de bovenloop. Het verhang is groot.
2. In de middenloop neemt het verhang af en meer water in de rivierbedding
3. Onder aan de rivier heb je de benedenloop (Nederland). Hier is de stroomsnelheid het
langzaamst en de rivier het diepst.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 113538P. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.