Ø Verhage, Grondslagen van de Marketing
Noordhoff 7e druk:
H.1 Wat is Marketing
H.2 Strategie ontwikkeling
H.3 Marketingomgeving
H.6 Marktsegmentatie en positionering
H.7 Productbeleid en dienstenmarketing
H.8 Productontwikkeling
H.12 Prijsbeleid
H.13 Distributiebeleid
Vragen:
1. De ideale geldstroom in de PMC-portfolio volgens de BCG-matrix is:
A. Question mark > cashcow > star
B. Star > cashcow > dog
C. Cashcow > question mark > star
D. Dog > question mark > cash cow
2. Een fabrikant van parfum is actief op de jongerenmarkt. Ondanks de grote
marketingbudgetten van deze fabrikant, vindt men het steeds moeilijker om een
geschikte assortimentsformule te ontwikkelen. De marketingmanager verzucht: "Het
jongerensegment is te heterogeen en onvoorspelbaar geworden. Voor dit segment is
het bijna niet meer mogelijk een adequaat geurenportfolio te ontwikkelen."
Welk probleem doet zich hier voor?
A. De segmentatiestrategie is te eenzijdig gekozen
B. Het jongerensegment voldoet steeds minder aan de voorwaarden voor
effectieve segmentatie
C. Er vindt steeds meer kannibalisatie plaats in het jongerensegment
D. Door de verzuiling is marktsegmentatie steeds minder bruikbaar voor
marketing gericht op jongeren
3. Een onderneming die zich in de markt van de concurrenten onderscheidt door
uiterst efficiënte productie met een relatieve lage kostprijs tot gevolg en zich daarbij
concentreert op een beperkt deel van de markt, hanteert volgens de indeling van
Porter de volgende generieke concurrentiestrategie:
A. Differentiatiestrategie
B. Differentiatiefocusstrategie
C. Kostenleiderschapstrategie
D. Kostenfocusstrategie
1
,4. Een onderneming wil voor een van haar producten de markt in kenya gaan
openbreken. Bekend is dat de koopkracht van de doelgroep redelijk beperkt is.
Volgens welk ondernemingsconcept zou de onderneming adviseren om in Kenya te
opereren.
A. Productieconcept
B. Productconcept
C. Sellingconcept
D. Marketingconcept
5. Ondernemen met focus op continue efficiency verbeteringen om de kostprijs van de
producten zo laag mogelijk te houden, is ondernemen vanuit het:
A. Productie concept
B. Product concept
C. Selling concept
D. Societal marketing concept
6. Wat is de juiste volgorde van strategische besluiten, zoals die van boven in de
hiërarchie naar beneden genomen worden?
A. Ondernemingsstrategie, divisiestrategie, functionele strategie, instrumentele
strategie, SBU strategie
B. Ondernemingsstrategie, divisiestrategie, SBU strategie, functionele strategie,
instrumentele strategie
C. Ondernemingsstrategie, divisiestrategie, functionele
strategie, SBU strategie, instrumentele strategie
D. Ondernemingsstrategie, divisiestrategie, instrumentele strategie, SBU
strategie, functionele strategie
7. Hoe ziet het strategische planningsproces van een marktgerichte organisatie eruit?
A. In het strategische planningsproces dient de afnemersanalyse als basis voor
de externe en interne analyse, waarna strategische alternatieven worden
ontwikkeld
B. Als de strategische alternatieven zijn ontwikkeld, wordt vervolgens een
sterkte/zwakte-analyse van de concurrentie en andere omgevingsfactoren
gemaakt
C. Na vaststelling van de ondernemingsmissie vindt een interne en externe
analyse plaats; op grond hiervan worden de mogelijke strategische
alternatieven ontwikkeld
D. In het kader van het strategische planningsproces dient de afnemersanalyse
om een interne analyse te maken en op basis daarvan strategische
alternatieven te ontwikkelen
2
, 8. Welke van de volgende punten zijn allemaal resultaten van een interne analyse?
A. Slecht imago op de markt, achterstand in R&D, een beperkt assortiment en
felle concurrentie
B. Een goede naam bij de afnemers, groeiende concurrentiedruk, economische
groei en mogelijke schaalvoordelen
C. Voldoende financiële middelen, vergrijzing in het personeelsbestand, slechte
uitvoering van de marketingstrategie en relatief sterke distributiekengetallen
D. Inzicht en ervaring bij het management, verouderd productieapparaat,
mogelijke toetreding van nieuwe concurrenten en winstmarginalisering
9. Welke van onderstaande opmerkingen over de SWOT-analyse is juist?
A. De SWOT-analyse vormt de basis voor het formuleren van de missie van de
onderneming
B. De SWOT-analyse gaat vooraf aan de interne en externe analyse
C. Aan het formuleren van een marketingstrategie gaat veelal het opstellen van
een SWOT-analyse vooraf
D. Om een goede SWOT-analyse te kunnen opstellen, moet eerst de
instrumentele strategie van de SBU helder zijn
10. Eén van de eisen waaraan een te kiezen marktsegment moet voldoen is dat het
bereikbaar is. Deze eis heeft betrekking op de volgende combinatie van
marketinginstrumenten:
A. Product en prijs
B. Distributie en communicatie
C. Communicatie en product
D. Prijs en distributie
11. Welke drie dimensies helpen de ‘business definition’ volgens het model van Abell te
bepalen?
A. Strategische ambities, afnemersgroepen en aanbod
B. Afnemersbehoeften, strategische ambities en technologieën
C. Technologieën, afnemersbehoeften en afnemersgroepen
D. Aanbod, vraag en technologieën
12. Sara Lee, het moederbedrijf van onder meer Douwe Egberts, hanteert voor elk
segment waarin het actief is een aparte marketing-mix. Sara Lee hanteert dus de
volgende marktbenadering:
A. Gedifferentieerde marketing
B. Geconcentreerde marketing
C. Mixed use marketing
D. Niche marketing
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MarkWesthovens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.