Samenvatting van het boek Nederlands Recht Begrepen (ISBN: 9789462902053) van Lydia Janssen (m.u.v. Hfst 17).
De samenvatting bevat naast uitleg ook afbeeldingen en tabellen ter verduidelijking. Tevens zijn belangrijke aantekeningen uit de colleges hierin verwerkt.
Dit boek en de samenvatting heb i...
De samenvatting is een mix van onderdelen
uit het boek en de hoofdzaken uit de
presentaties van tijdens de colleges.
Recht beslaat de hoofdstukken 1 t/m 7, 10
t/m 16 en 18. Criminaliteit beslaat de
hoofdstukken 8, 9 en de reader.
Hoofdstuk 1: Het recht
Het recht is het geheel van overheidsregels dat de samenleving ordent. Om ordening aan te brengen
in de enorme massa juridische regels wordt het recht ingedeeld in verschillende onderdelen, die
rechtsgebieden worden genoemd.
Staatsrecht
Het staatsrecht geeft grondregels voor de organisatie van de Staat. Het biedt een beschrijving van de
verschillende organen van de Staat, van hun onderlinge verhoudingen en van de relatie tussen
burger en overheid.
Bestuursrecht
Het staatsrecht biedt een ‘organisatieplaatje’ van de overheid. Het bestuursrecht houdt zich bezig
met de overheid ‘in actie’. Het geeft regels over de bestuurstaak van de overheid. Denk aan zaken als
de zorg voor het milieu, het onderwijs, het welzijn, de gezondheid, het verkeer en de sociale
zekerheid.
Strafrecht
Typerend voor het strafrecht is dat het verboden gedragingen beschrijft waarop straf staat. Wie zich
toch schuldig maakt aan zo’n gedraging, kan door de rechter gestraft worden.
Burgerlijk recht
Het burgerlijk recht regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers onderling. Deze rechtsrelaties
kunnen heel verschillend van aard zijn, Zo zijn er rechtsrelaties die op geld waardeerbaar zijn, en
familierechtelijke relaties die niet op geld waardeerbaar zijn. In het onderdeel personen- en
familierecht gaat het vooral over familierechtelijke verhoudingen in en buiten het gezin.
In het vermogensrecht worden de rechtsbetrekkingen geregeld die op geld waardeerbaar zijn.
Het burgerlijk recht wordt ook wel civiel recht of privaatrecht genoemd.
Staatsrecht
Bestuursrecht
Rechtsgebieden
Strafrecht
Personen- en familierecht
Burgerlijk recht
Vermogensrecht
Figuur 1 De vier rechtsgebieden
1
,Publieksrecht en privaatrecht
Een andere indeling van het recht is gebaseerd op de specifieke rol van de overheid in het
rechtsgebied. We spreken van publiekrecht als de overheid een geheel eigen taak of positie in een
bepaald rechtsgebied heeft. Het staatsrecht, het bestuursrecht en het strafrecht behoren tot het
publiekrecht.
Het publiekrecht bevat wetten die overheidsorganen in staat stellen de samenleving te ordenen. De
bevoegdheden uit die wetten kunnen soms diep ingrijpen in het leven van burgers en organisaties.
Bij iedere bevoegdheid die de overheid heeft, hoort een mogelijkheid voor de betrokken burgers en
bedrijven om zich bij een rechter te verzetten tegen de uitoefening van deze bevoegdheden.
Binnen het publiekrecht heeft de overheid een specifieke rol, ze is daar ‘hoedster van het algemeen
belang’.
In het burgerlijk recht heeft de overheid geen specifieke taak, want daarin gaat het om
rechtsverhoudingen tussen burgers onderling. Het burgerlijk recht behoort tot het privaatrecht.
Publiekrecht Staatsrecht
Bestuursrecht
Strafrecht
Privaatrecht Burgerlijk recht
Figuur 2 Indeling publieksrecht en privaatrecht
Materieel recht en formeel recht
Een derde indeling van het recht is het onderscheid tussen materieel en formeel recht. Het materieel
recht beschrijft rechten en plichten van mensen en instellingen. Het formeel recht wordt pas van
belang als materiële rechten geschonden worden. Het formeel recht geeft namelijk antwoord op de
vraag wat er kan worden gedaan tegen schending van een recht of een plicht uit het materieel recht.
Rechten en plichten
Materieel recht
(verboden en geboden)
Handhaving van het
Formeel recht
materieel recht
Figuur 3 Indeling materieel en formeel recht
Overige indelingen van het recht
Ten slotte noemen we nog de indeling naar objectief en subjectief recht. Het objectieve recht is het
recht zoals dit bijvoorbeeld in wetboeken en verdragen is te vinden. De rechten en bevoegdheden
die mensen aan dit objectieve recht ontlenen, worden subjectieve rechten genoemd.
2
,Hoofdstuk 2: Rechtsbronnen
De plaatsen waar het recht te vinden is, worden de rechtsbronnen genoemd. Er zijn vier
rechtsbronnen: de wet, de jurisprudentie, het internationale verdrag en de gewoonte.
De wet
Er zijn veel wetten in ons land omdat de overheid zich, door regelgeving, bemoeit met bijna ieder
aspect van onze samenleving. Deze wetten worden door ‘de wetgever’ gemaakt, maar niet steeds
door dezelfde wetgever. Sommige regels kunnen beter door een regionale of gemeentelijke
wetgever gemaakt worden, zodat de regeling goed aansluit bij de situatie ter plaatse.
Het begrip ‘wet’ heeft nog een tweede betekenis. Met ‘wet’ wordt namelijk ook gedoeld op een
besluit afkomstig van regering en volksvertegenwoordiging samen. Om deze twee verschillende
betekenissen van het begrip ‘wet’ uit elkaar te houden, worden de termen ‘wet in formele zin’ en
‘wet in materiële zin’ gebruikt.
o Wet in formele zin
Een wet in formele zin is een besluit afkomstig van regering en volksvertegenwoordiging
samen, dat volgens een vaste procedure tot stand is gekomen. Alleen wetten afkomstig van
de ‘hoogste’ wetgever, namelijk regering en volksvertegenwoordiging samen, en tot stand
gekomen volgens een in de Grondwet vastgelegde procedure, zijn wetten in formele zin.
o Wet in materiële zin
Een wet in materiële zin is de verzamelnaam voor alle algemeen verbindende
overheidsvoorschriften, ongeacht welk wetgevend overheidsorgaan het voorschrift heeft
gemaakt. Bij een wet in materiële zin gaat het erom voor wie de regel is bedoeld.
Beide wetsbegrippen overlappen elkaar gedeeltelijk. De meeste wetten in formele zin hebben
algemene werking en zijn ook wetten in materiële zin.
Wet in
Wet in
formele zin, Wet in materiële
bloot
tevens in zin, géén wet in
formele
materiële formele zin
zin
zin
= wet in formele zin
= wet in materiële zin
Figuur 4 De begrippen wet in formele zin en wet in materiële zin overlappen elkaar gedeeltelijk
Over het algemeen scheppen wetten in formele zin het wettelijk kader, want onze belangrijkste
wetgever, regering en volksvertegenwoordiging samen, maakt de hoofdregels. De uitwerking van
deze wetten wordt overgelaten aan de ‘lagere’ regelgevers en is dus te vinden in wetten in materiële
zin.
3
,De jurisprudentie
De jurisprudentie is de verzameling van alle rechterlijke uitspraken die onze rechters in de loop van
de jaren hebben gedaan. Als een rechter een oordeel moet vellen in een concrete zaak houdt hij
rekening met de jurisprudentie van de Hoge Raad in vergelijkbare zaken.
Het internationale verdrag
Vroeger gingen internationale verdragen vaak over landsgrenzen en over de verdediging daarvan. De
laatste vijftig jaar ligt de nadruk op bescherming van de handel en op economische samenwerking.
Vooral de richtlijnen en verordeningen van de Europese Unie bepalen voor een steeds groter deel
het nationale recht van de aangesloten landen.
De gewoonte
Gewoonten zijn in sommige gevallen een rechtsbron. Het moet dan gaan om gewoonten die echt
ingeburgerd zijn en door veel mensen als ‘recht’ worden ervaren, ook al staan ze niet in de wet. Het
handgeklap op de veemarkt is daar een voorbeeld van. Het gaat al meer dan honderd jaar zo en de
meeste veehandelaren ervaren het als een wezenlijk onderdeel van het sluiten van een
koopovereenkomst.
Vooral in het staatsrecht en in het burgerlijk recht is de gewoonte een belangrijke rechtsbron. In het
strafrecht daarentegen is voor gewoonterecht (bijna) geen plaats.
Wet
Jurisprudentie
Rechtsbronnen
Verdrag
Gewoonte
Figuur 5 De rechtsbronnen
4
,Hoofdstuk 3: Volksvertegenwoordiging en regering
Een staat is een samenleving van mensen die wonen op een bepaald stuk grond waar bepaalde
rechtsregels gelden, die zo nodig door dwang kunnen worden gehandhaafd. Uit deze omschrijving
kunnen de typische kenmerken van een staat worden afgeleid: grondgebied, inwoners en een
bepaalde vorm van overheidsgezag.
o Grondgebied
Het meest tastbare kenmerk van een staat is het grondgebied. De grenzen van dat
grondgebied zijn vastgesteld in internationale verdragen met buurlanden. Tot het
grondgebied behoren ook de zogeheten territoriale wateren (twaalf zeemijlen vanuit de
kust) en de lucht boven het grondgebied (tot de grens waar vliegtuigen technisch gezien
kunnen vliegen). Het water en de lucht dat buiten deze grenzen vallen zijn internationaal
gebied.
o Staatsgezag
Het staatsrecht beschrijft de organisatie van het overheidsgezag in een bepaalde staat.
Bronnen van staatsrecht
o Grondwet
De belangrijkste bron van ons staatsrecht is de Grondwet. In deze wet is de structuur van het
Nederlands staatsbestel vastgelegd.
o Organieke wetten
De Grondwet wordt uitgewerkt in een aantal zogeheten organieke wetten. Een organieke
wet is een wet die in opdracht van de Grondwet een bepaald onderwerp nader regelt.
o Gewoonte
In het staatsrecht vormt de gewoonte een belangrijke rechtsbron. Denk bijvoorbeeld aan de
‘vertrouwensleer’ die de verhouding regelt tussen kabinet en parlement.
o Jurisprudentie
o Internationale verdragen
o Statuut voor het Koninkrijk
Ten slotte het Statuut voor het Koninkrijk, dat de verhouding regelt tussen de verschillende
delen van het Koninkrijk der Nederlanden: Aruba, de Antillen en Nederland.
De volksvertegenwoordiging
De Grondwet noemt de volksvertegenwoordiging plechtig Staten-Generaal. De Staten-Generaal
bestaat uit twee Kamers: de Eerste Kamer en de Tweede Kamer.
o Tweede Kamer: politiek debat
In de Tweede Kamer ligt de nadruk op het politieke debat. Daar gaat het vooral om keuzes
die bij het voeren van beleid moeten worden gemaakt, en om de gevolgen die deze keuzes
voor de verschillende bevolkingsgroepen hebben.
o Eerste Kamer: terughoudend
De Eerste Kamer stelt zich doorgaans terughoudend op als het gaat om politiek-inhoudelijke
vragen. In de senaat, zoals de Eerste Kamer ook wel wordt genoemd, ligt het accent op
juridisch-technische kanten van beleid en wetgeving. Zo worden wetsvoorstellen getoetst
aan internationale verdragen en wordt gekeken of een nieuw wetsvoorstel past in de totale
wetgeving en of het technisch uitvoerbaar is.
5
,De regering
De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers.
o Ministers
Aan het hoofd van ieder ministerie staat een minister. De minister is politiek
verantwoordelijk voor de wijze waarop de bestuurstaak wordt uitgevoerd. ‘Politiek
verantwoordelijk’ wil zeggen dat de Kamer de minister ter verantwoording kan roepen als de
Kamer meent dat er iets mis is met dat beleid.
o Staatssecretaris
De staatssecretaris is politiek verantwoordelijk voor dat deel van het beleid waarvoor hij is
benoemd. Daarnaast blijft de minister altijd politiek verantwoordelijk voor het totale beleid.
o Ministerraad
De ministers vormen samen de ministerraad. In de ministerraad worden de hoofdlijnen van
het regeringsbeleid vastgesteld.
o Minister-president
De minister-president is de voorzitter van de ministerraad. Daarnaast is hij, mede door zijn
wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad op vrijdagavond, ‘het gezicht naar
buiten’ van het kabinet.
Het staatshoofd
Ook het staatshoofd, de Koning of de Koningin, maakt deel uit van de regering. Hij of zij kan niet in de
Kamer ter verantwoording worden geroepen voor het regeringsbeleid. ‘De Koning is onschendbaar,
de ministers zijn verantwoordelijk’. Dit wil zeggen dat de ministers politiek verantwoordelijk zijn voor
daden of uitspraken van het staatshoofd.
De kabinetsformatie
De kabinetsformatie verliep als volgt:
Verkiezingen → Koningin vraagt advies → Informateur → Formateur
De informateur werd door de Koningin benoemd en informeert wie met wie samen wil en kan
werken. De formateur werd ook door de Koningin benoemd en stelt een concept regeerakkoord op.
De formateur benadert vervolgens, in overleg met onderhandelaars van de toekomstige coalitie,
kandidaat-ministers en kandidaat-staatssecretarissen.
Zoals de kabinetsformatie nu verloopt:
Verkiezingen → Debat in de kamer → Kamer benoemt Informateur → Kamer benoemt Formateur
6
,Hoofdstuk 4: Democratie en rechtsstaat
Regelmatig terugkerende vrije verkiezingen is het eerste kenmerk van een democratie. In artikel 4
garandeert onze Grondwet het actief kiesrecht, het recht om te kiezen, en het passief kiesrecht, het
recht om gekozen te worden.
Kiesstelsel: evenredige vertegenwoordiging
In ons land geldt het stelsel van de evenredige vertegenwoordiging. Uiteindelijk worden alle
stemmen die in het hele land op een bepaalde partij zijn uitgebracht, bij elkaar opgeteld. Het totaal
aantal stemmen op een partij wordt vervolgens gedeeld door de kiesdeler. De kiesdeler is het totaal
aantal geldig uitgebrachte stemmen gedeeld door het aantal beschikbare Kamerzetels.
Totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen
= kiesdeler
150 Kamerzetels
Figuur 6 Berekening van de kiesdeler
Totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen op een partij
= aantal zetels in de Kamer
Kiesdeler
Figuur 7 Berekening van het aantal behaalde zetels
Voor de verdeling van de restzetels deelt men het totaal aantal stemmen dat een bepaalde partij
heeft behaald door het aantal zetels dat die partij heeft behaald plus één. De partij die bij deze
berekening het grootste gemiddelde behaalt, krijgt de restzetel.
Bij districtenstelsels wordt het land in een aantal kiesdistricten verdeeld. De kandidaat of partij die in
een bepaald district de meeste stemmen behaalt, is gekozen. In een land met twee of drie politieke
stromingen kan het districtenstelsel goed functioneren, in een land zoals het onze, met zijn vele
politieke stromingen, doet een dergelijk stelsel niet voldoende recht aan de veelkleurige politieke
werkelijkheid.
Het parlementaire stelsel
Het tweede kenmerk van de democratie is het parlementaire stelsel. Een regeringsstelsel beschrijft
de verhouding tussen de regering en de volksvertegenwoordiging. Kenmerkend voor het
parlementaire stelsel is dat de benoemde ministers, voor alles wat er uit hun naam gebeurt,
verantwoording schuldig zijn aan beide Kamers. Dit wordt de ministeriële verantwoordelijkheid
genoemd.
De vertrouwensregel zorgt ervoor dat wanneer een meerderheid in de Kamer geen vertrouwen meer
heeft in het beleid van een minister, de minister zijn ontslag aan het staatshoofd moet aanbieden.
Omdat de positie van ons staatshoofd is vastgelegd en beperkt in de Grondwet (constitutie) wordt
onze monarchie een constitutionele monarchie genoemd, waaraan dan nog wordt toegevoegd ‘met
parlementair stelsel’, om aan te geven hoe de verhouding ligt tussen regering en
volksvertegenwoordiging.
7
, Grondrechten
Grondrechten worden ook wel mensenrechten genoemd, omdat ze wezenlijk bij het mens-zijn
horen. Grondrechten kunnen op een aantal manieren worden onderscheiden. Zo onderscheidt men
klassieke en sociale grondrechten.
o Klassieke grondrechten:
In de klassieke rechten wordt de burgers bewegingsruimte geboden, van de overheid wordt
gevraagd zich hier niet mee te bemoeien. Zoals bijvoorbeeld het kiesrecht, de vrijheid van
vereniging en de vrijheid van godsdienst.
o Sociale grondrechten:
De sociale grondrechten formuleren zorgtaken van de overheid, zoals de zorg voor
werkgelegenheid, woongelegenheid en volksgezondheid.
Een belangrijk verschil tussen de klassieke en de sociale grondrechten is de rechtsbescherming van
de burger. Als een overheidsorgaan een klassiek grondrecht van een burger schendt, kan die burger
naleving van het grondrecht via de rechter afdwingen. Naleving van een sociaal grondrecht kan niet
in rechte worden afgedwongen.
De klassieke grondrechten kunnen worden verdeeld in politieke rechten, vrijheidsrechten en
gelijkheidsrechten.
o Vrijheidsrechten:
De vrijheidsrechten zijn gericht op de vrijheid van de burger ten opzichte van de overheid.
o Politieke rechten:
De politieke rechten garanderen de burger dat hij ongeacht zijn politieke opvattingen mee
kan doen binnen ons democratisch bestel.
o Gelijkheidsrechten:
De gelijkheidsrechten verbieden de overheid in gelijke gevallen onderscheid te maken tussen
burgers.
Alle grondrechten zijn in beginsel gelijk. Vanwege die gelijkheid van grondrechten is er geen
algemene regel te geven hoe en botsing van grondrechten moet worden opgelost. De wetgever laat
dit probleem over aan de rechter, die van geval tot geval moet beslissen welk grondrecht de doorslag
geeft.
De rechtsstaat
Het beginsel van de rechtsstaat houdt in dat het optreden van de overheid gebonden is aan de regels
van het recht, en dat dit optreden kan worden getoetst door een onafhankelijke rechter. De
rechtsstaat biedt de burger rechtszekerheid. Hij mag erop vertrouwen dat ook de overheid zich aan
de regels houdt, en als dat niet gebeurt, kan hij het overheidsgedrag door een onafhankelijke rechter
laten toetsen.
8
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nielsje88. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.