Eerste dierlijke celculturen: 1907
1950: drie belangrijke ontdekkingen:
Antibioticum -> besmettingen voorkomen bij celkweek
Trypsine -> cellen losmaken van cultuurflessen
Cultuurmedia = water + suikers + … -> wordt in cultuurflessen gebracht
Eerste experimenten: kikkerweefsel genomen (koudbloedig!), eruit gehaald en zo verder
laten leven
Polio virus (=kinderverlamming) -> poliovaccin is eerste commerciële product van dierlijke
celkweek
formaline geïnactiveerd vaccin (1953): kan virus inactief maken zodat het niet meer
kan groeien in cellen, formaldehyde maakt virus dood maar behoudt structuur zodat
IS nog kan reageren
levend verzwakt vaccin (1957): ziektekiem is nog levend, maar in sterk verzwakte
vorm aanwezig -> bij vaccinatie lichte infectie
Belangrijkste continue celculturen: HeLa-cellijn -> Henriette Lacks overleed in 1951 aan
baarmoederhalskanker, haar cellen leven verder in labo’s verspreid over de hele wereld en
worden veelvuldig gebruikt voor onderzoek naar de moleculaire basis van kanker en nieuwe
kankertherapieën
Hybridoma-technologie (1975): productie monoklonale antilichamen, toepassingen :
zwangerschapstesten, bloedtypering, detectie virussen …
Hybridoma = cel ontstaan door fusie B-lymfocyt en kankercel, B-cellen die oneindig leven en
antilichamen produceren
Cel- en weefseltechnologie: verkrijgen van implantaten om uitgevallen of slecht werkende
organen en weefsels te ondersteunen of te vervangen vb: diabetes: kunnen dienen voor de
geregelde afgifte van stoffen die het lichaam van een patiënt niet meer aanmaakt
Voordelen cel- en weefselkweekculturen:
Controle van de omgeving: Goede controle fysiochemische (pH, temperatuur, osmotische
druk, O2- en CO2-spanning) en fysiologische parameters (voedingsstoffen)
Karakterisatie en homogeniteit: homogeniteit neemt toe door subcultivatie (=cellen
overbrengen in nieuwe cultuurfles) -> cellen worden bij elke transfer gemengd + selectie 1
bepaald celtype oiv cultuuromstandigheden.
! er ontstaan mutaties na verloop van tijd -> cellijn invriezen als cryotstok (= cellen uit
cultuurfles collecteren en invriezen in vloeibaar stikstof)
Kostprijs: goedkoper dan proefdierexperimenten (onderhoud te duur) + miniaturisatie:
slechts kleine hoeveelheden monster en reagentia
Ethiek: geen ethische vragen in tegenstelling tot bij proefdieren
Beperkingen weefselculturen:
Expertise: steriele omstandigheden! + tragere groei dan bacteriën en schimmels
Hoeveelheid: laboschaal cellen: 10^9 cellen -> 1 cel = 10^-9 gram -> industriële schaal nodig -
> kosten en problemen bij opschaling
, Instabiliteit: geleidelijk verlies van gedifferentieerde eigenschappen, cellen stoppen met
delen tot ze sterven
Cultuuromgeving vs in vivo
Tweedimensionaal ipv driedimensionaal
Specifieke celinteracties verdwijnen
Aantal delende cellen neemt toe in cultuuromgeving
Systemische verbindingen niet aanwezig in cultuurmilieu
Cellulaire metabolisme constanter in cultuur, maar niet representatief voor
oorspronkelijk weefsel
Hoofdstuk 2: Cel- en weefselkweekculturen: definities
6 cultuurmethoden:
Orgaanculturen
Driedimensionale weefselstructuur en functie blijft behouden
Rechtstreeks geïsoleerd uit organisme
Kunnen zelf niet delen, wel differentiatie van de cellen in het orgaan
Voordeel: cellulaire interacties
Nadelen: telkens vers weefsel nodig + reproduceerbaarheid
Chirurgisch uitsnijden -> grote hoeveelheid weefsel verkrijgbaar
Naaldbiopt -> sneller, maar minder weefsel
Voordelen: cel-cel en cel-matrix-interacties blijven behouden + makkelijk manipuleerbaar
Nadelen: beperkt houdbaar + cellen kunnen de-differentiëren (verliezen functie)
Primaire culturen
Heterogene mix van verschillende celtypes -> “co-cultuur”
Cellen rechtstreeks afkomstig van een bepaald orgaan of weefsel
Voordelen: behoud cel-cel interacties zoals in vivo + ene celtype kan groeifactoren
uitscheiden voor ander celtype (=paracrieneffect)
Nadelen: instabiel (cellen kunnen de-differentiëren en verouderen) + samenstelling
primaire cultuur verandert in tijd
Eindige celculturen
Na subcultivatie primaire cultuur
Tweedimensionaal
Cellen kunnen max 60 keer delen = Hayflick limiet
Normale cellen kunnen beperkt aantal keer delen >< stamcellen
Nadeel: cellen hebben een beperkt aantal celdelingen na het in kweek brengen
, Geïmmortaliseerde cellijnen
Cellen die onbeperkt in cultuur kunnen gehouden worden
Synoniem = continue cellijn -> monolaag
Ontstaan: in vivo (kankercellen), spontaan (mutaties) of geïnduceerd (transformatie)
Normale cellen naar continue cellen : carcinogene stoffen of virussen toevoegen
Voordelen: kunnen driedimensionaal groeien + snel groeien + minder groeifactoren
nodig
Organotypische celculturen
Verschillende cellijnen worden bij elkaar in cultuur gebracht in driedimensionale
structuur om cel-cel interacties te kunnen bestuderen
Cellen groeien langs onder- en bovenkant -> driedimensionale structuur
Transwell membraan: door poriën kunnen cellen dingen uitscheiden die andere
cellen helpen
Voordeel: aanhouden en groeien van meer dan 1 celtype in vitro
starten met cellen: weefsel kapot maken
met tripsine -> aparte cellen
cellijn: totaal aantal cellen stijgt (1 celtype +
zelfde groeisnelheid)
transformatie (stippellijn naar boven):
overgang normale cellen -> continue cellen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottehulselmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.70. You're not tied to anything after your purchase.