Samenvatting van de theorie uit de hoorcolleges accounting B, gedoceerd door Raf Orens
Behaald punt: 14/20
Opgebouwd uit de slides + notities uit de les
Gebouwen, aandelen.. Die je duurzaam gaat behouden NOOIT als kost registreren maar als
activa want je gebruikt het meerdere jaren
Tegen welk bedrag al die vaste activa opnemen in balans?
waardebepaling op verschillende tijdstippen
Nadenken wat is de waarde van de installatie die ik vandaag aankoop en wnr moet ik dat
registreren en wat moet ik doen als ik het wil verkopen?
Verwerving: Tegen welk bedrag ga je die activa opnemen in de boekhouding?
o Aankoop inclusief alle bijkomende kosten
Activa die je verwerft, opnemen in balans tegen de aankoopprijs,
vermeerderd met extra kosten bij aankoop van actief bv. Vervoerskosten,
extra kosten voor installatie te installeren
o Zelf vervaardigen bv. Installatie zelf maken directe kosten verplicht & indirecte
kosten optioneel
Direct: kost die je rechtstreeks kunt toewijzen bv. Materiaalkosten voor
installatie te maken, arbeidskosten..
Indirect: kun je niet rechtstreeks toewijzen bv. Energiekosten, huurkosten
van fabriek, toezichters…
Als je de indirecte kosten niet opneemt => laten staan bij resultatenrekening
, Kan ook een deel toewijzen en een deel laten staan => mee de winst sturen
o Inbreng: Iemand brengt vast actief in en in ruil daarvoor krijgt die persoon aandelen
De waarde van die aandelen = de waarde van het actief dat wordt ingebracht
bv. Een gebouw
Stel je gaat aandelen uitbrengen voor 5milj euro, de nieuwe eigenaar gaat
gebouw inbrengen voor nu maar 4 milj dan wordt dat niet gelijkgesteld want
je mag je activa niet gaan overwaarderen
Wijziging in waardering :
o Afschrijvingen
Aankopen van vaste activa: grote investering waarvan de voordelen over
meerdere jaren zijn gespreid
Vaste activa dalen in waarde door slijtage afschrijving
Kost o.w.v. periodetoerekeningsprincipe (of matching principe)
Geen impact op geldstroom (niet-kaskost)
Activa van beperkte levensduur
Diverse afschrijvingsmethoden, meest voorkomend:
Lineaire afschrijvingen vb. Slide 12 c1
Degressieve afschrijving volgens vast percentage op boekwaarde
A daalt K stijgt “63x”
Bv. In 20x1 kopen we een installatie van 100 000 aan die we lineair
afschrijven over 5 jaren
Einde van boekjaar stel je de eindbalans op. Als je vandaag vrachtwagen
aankoopt voor 500 000, op 1 dec is dat geen 500 000 euro meer waard ->
vrachtwagen minder waard -> op einde v boekjaar die lagere waarde in
balans registreren -> afschrijvingen
Gevolgen:
- waarde activa w kleiner, jaarlijkse kost opnemen a rata van onze
afschrijving
Kaskosten: heb je onmiddellijk ook een uitgave voor: grondstoffen,
arbeidskosten…..
Niet kaskosten: afschrijvingen
o Niet-recurrente afschrijvingen vb. slide 13 c1
Activa van beperkte levensduur
Tengevolge economische en technologische evoluties
Bv. door extra concurrentie is de marktwaarde van de machine aan het einde
van 20x3 €32 000
Extra concurrenten => werkelijke waarde van vast actief wordt
kleiner
Impact op resultatenrekening: A daalt en K stijgt “66”
o Waardeverminderingen
Activa van onbepaalde levensduur
Indien reële waarde blijvend lager is dan boekwaarde
Impact op balans en resultatenrekening: A daalt, K stijgt
Bv. Activa voor terreinen, aandelen -> geen afschrijvingen op registreren
want niet beperkt in de tijd
, Wel op einde boekjaar verifiëren of de waarde klopt en als het nodig is wel
waardecorrectie naar beneden toe :“waardevermindering”
Voorzichtigheidsprincipe: activa nooit overschatten
Afschrijvingen enkel voor bezittingen beperkte tijdsduur. Waardeverminderingen enkel voor
bezittingen onbeperkte tijdsduur
o Terugname van afschrijvingen en waardeverminderingen :
Recurrente (normale) afschrijvingen volgens plan worden in principe niet
teruggenomen
Niet-recurrente afschrijvingen MOETEN worden teruggenomen, indien (op
het einde van het boekjaar) de voorwaarden voor deze afschrijving niet meer
vervuld zijn
Waardeverminderingen MOETEN worden teruggenomen, indien de
geboekte waardevermindering hoger is dan noodzakelijk volgens de normen
van voorzichtigheid
A stijgt, 0 stijgt OF K daalt
o Herwaardering :
Indien de waarde van sommige activa uitstijgt boven hun boekwaarde, MAG
de onderneming deze waarden herwaarderen (waardestijging)
Voorwaarden:
Vaststaand en duurzaam
Rendabiliteit -> winstgevend cijfer
Enkel voor MVA en FVA
Als uw gebouw meer waard is, is uw bedrijf zelf meer waard => eigen
vermogen stijgt (p stijgt)
A stijgt, P stijgt
Realisatie:
o Verkoopprijs vast actief geen opbrengst
o Verkoopprijs vergelijken met boekwaarde vast actief
Ontstaan van meerwaarde of minderwaarde bij realisatie verkoop vast actief
o Vb. Als je je machine verkoopt, die verkoopwaarde is nooit de opbrengst. Het
verschil tussen BW en verkoopwaarde neem je op in je resultaat: meer of
minderwaarde
OPRICHTINGSKOSTEN
Vooral notariskosten, drukwerkkosten, administratiekosten, revisorkosten, vinden plaats
wanneer je je bedrijf gaat oprichten
Ook kosten die je gaat maken voor belangrijke wijziging in structuur: kosten voor campagne,
studiekosten, kosten voor kapitaalsverhoging, kosten voor herstructurering (personeel
ontslaan etc)
In mar: overige oprichtingskosten: kosten wnr je een nieuw product gaat lanceren bv
studiekosten, campagnekosten
Notariskosten hebben geen realisatiewaarde, je gaat ze nooit willen verkopen wnr je ze
opneemt bij activa
o 1e mogelijkheid: 1000 euro notariskosten laten staan in resultatenrekening
o 2e mogelijkheid: ^heeft grote impact op winstresultaat dus we spreiden het over
meerdere jaren, opnemen in balans. Ipv 1000 euro aan kosten opnemen in jaar van
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studenthw2004. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.25. You're not tied to anything after your purchase.