100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting theorie accounting B $8.25   Add to cart

Summary

Samenvatting theorie accounting B

1 review
 19 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de theorie uit de hoorcolleges accounting B, gedoceerd door Raf Orens Behaald punt: 14/20 Opgebouwd uit de slides + notities uit de les

Preview 3 out of 27  pages

  • March 18, 2024
  • 27
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: stephanhertoghs • 2 months ago

avatar-seller
Accounting B
Deel IV – Studie van de activa
Hoofdstuk 1: oprichtingskosten




 Immaterieel: niet tastbaar bv. Licentie
 Materieel: tastbaar bv gebouwen, machines
 Financiële vaste activa bv aandelen

WAARDERING VASTE ACTIVA

 Gebouwen, aandelen.. Die je duurzaam gaat behouden NOOIT als kost registreren maar als
activa want je gebruikt het meerdere jaren
 Tegen welk bedrag al die vaste activa opnemen in balans?
 waardebepaling op verschillende tijdstippen
 Nadenken wat is de waarde van de installatie die ik vandaag aankoop en wnr moet ik dat
registreren en wat moet ik doen als ik het wil verkopen?



 Verwerving: Tegen welk bedrag ga je die activa opnemen in de boekhouding?
o Aankoop  inclusief alle bijkomende kosten
 Activa die je verwerft, opnemen in balans tegen de aankoopprijs,
vermeerderd met extra kosten bij aankoop van actief bv. Vervoerskosten,
extra kosten voor installatie te installeren
o Zelf vervaardigen bv. Installatie zelf maken directe kosten verplicht & indirecte
kosten optioneel
 Direct: kost die je rechtstreeks kunt toewijzen bv. Materiaalkosten voor
installatie te maken, arbeidskosten..
 Indirect: kun je niet rechtstreeks toewijzen bv. Energiekosten, huurkosten
van fabriek, toezichters…
 Als je de indirecte kosten niet opneemt => laten staan bij resultatenrekening

,  Kan ook een deel toewijzen en een deel laten staan => mee de winst sturen
o Inbreng: Iemand brengt vast actief in en in ruil daarvoor krijgt die persoon aandelen
 De waarde van die aandelen = de waarde van het actief dat wordt ingebracht
bv. Een gebouw
 Stel je gaat aandelen uitbrengen voor 5milj euro, de nieuwe eigenaar gaat
gebouw inbrengen voor nu maar 4 milj dan wordt dat niet gelijkgesteld want
je mag je activa niet gaan overwaarderen

 Wijziging in waardering :
o Afschrijvingen
 Aankopen van vaste activa: grote investering waarvan de voordelen over
meerdere jaren zijn gespreid
 Vaste activa dalen in waarde door slijtage  afschrijving
 Kost o.w.v. periodetoerekeningsprincipe (of matching principe)
 Geen impact op geldstroom (niet-kaskost)
 Activa van beperkte levensduur
 Diverse afschrijvingsmethoden, meest voorkomend:
 Lineaire afschrijvingen vb. Slide 12 c1
 Degressieve afschrijving volgens vast percentage op boekwaarde

A daalt K stijgt “63x”

 Bv. In 20x1 kopen we een installatie van 100 000 aan die we lineair
afschrijven over 5 jaren
 Einde van boekjaar stel je de eindbalans op. Als je vandaag vrachtwagen
aankoopt voor 500 000, op 1 dec is dat geen 500 000 euro meer waard ->
vrachtwagen minder waard -> op einde v boekjaar die lagere waarde in
balans registreren -> afschrijvingen
 Gevolgen:
- waarde activa w kleiner, jaarlijkse kost opnemen a rata van onze
afschrijving
 Kaskosten: heb je onmiddellijk ook een uitgave voor: grondstoffen,
arbeidskosten…..
 Niet kaskosten: afschrijvingen
o Niet-recurrente afschrijvingen vb. slide 13 c1
 Activa van beperkte levensduur
 Tengevolge economische en technologische evoluties
 Bv. door extra concurrentie is de marktwaarde van de machine aan het einde
van 20x3 €32 000
 Extra concurrenten => werkelijke waarde van vast actief wordt
kleiner
 Impact op resultatenrekening: A daalt en K stijgt “66”
o Waardeverminderingen
 Activa van onbepaalde levensduur
 Indien reële waarde blijvend lager is dan boekwaarde
 Impact op balans en resultatenrekening: A daalt, K stijgt
 Bv. Activa voor terreinen, aandelen -> geen afschrijvingen op registreren
want niet beperkt in de tijd

,  Wel op einde boekjaar verifiëren of de waarde klopt en als het nodig is wel
waardecorrectie naar beneden toe :“waardevermindering”
 Voorzichtigheidsprincipe: activa nooit overschatten

 Afschrijvingen enkel voor bezittingen beperkte tijdsduur. Waardeverminderingen enkel voor
bezittingen onbeperkte tijdsduur

o Terugname van afschrijvingen en waardeverminderingen :
 Recurrente (normale) afschrijvingen volgens plan worden in principe niet
teruggenomen
 Niet-recurrente afschrijvingen MOETEN worden teruggenomen, indien (op
het einde van het boekjaar) de voorwaarden voor deze afschrijving niet meer
vervuld zijn
 Waardeverminderingen MOETEN worden teruggenomen, indien de
geboekte waardevermindering hoger is dan noodzakelijk volgens de normen
van voorzichtigheid
 A stijgt, 0 stijgt OF K daalt
o Herwaardering :
 Indien de waarde van sommige activa uitstijgt boven hun boekwaarde, MAG
de onderneming deze waarden herwaarderen (waardestijging)
 Voorwaarden:
 Vaststaand en duurzaam
 Rendabiliteit -> winstgevend cijfer
 Enkel voor MVA en FVA
 Als uw gebouw meer waard is, is uw bedrijf zelf meer waard => eigen
vermogen stijgt (p stijgt)
 A stijgt, P stijgt
 Realisatie:
o Verkoopprijs vast actief  geen opbrengst
o Verkoopprijs vergelijken met boekwaarde vast actief
 Ontstaan van meerwaarde of minderwaarde bij realisatie verkoop vast actief
o Vb. Als je je machine verkoopt, die verkoopwaarde is nooit de opbrengst. Het
verschil tussen BW en verkoopwaarde neem je op in je resultaat: meer of
minderwaarde

OPRICHTINGSKOSTEN

 Vooral notariskosten, drukwerkkosten, administratiekosten, revisorkosten, vinden plaats
wanneer je je bedrijf gaat oprichten
 Ook kosten die je gaat maken voor belangrijke wijziging in structuur: kosten voor campagne,
studiekosten, kosten voor kapitaalsverhoging, kosten voor herstructurering (personeel
ontslaan etc)
 In mar: overige oprichtingskosten: kosten wnr je een nieuw product gaat lanceren bv
studiekosten, campagnekosten
 Notariskosten hebben geen realisatiewaarde, je gaat ze nooit willen verkopen wnr je ze
opneemt bij activa
o 1e mogelijkheid: 1000 euro notariskosten laten staan in resultatenrekening
o 2e mogelijkheid: ^heeft grote impact op winstresultaat dus we spreiden het over
meerdere jaren, opnemen in balans. Ipv 1000 euro aan kosten opnemen in jaar van

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studenthw2004. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.25  1x  sold
  • (1)
  Add to cart