Uitgebreide aantekeningen van de hoorcolleges insolventierecht, gegeven aan de RUG in studiejaar 2018/2019. Het document bevat alle inhoudelijke colleges: HC 1 t/m 11 responsiecollege. Van het gastcollege zijn geen aantekeningen gemaakt.
,Hoorcollege 1: 13-11-2018
Insolventie buiten faillissement
Kan ik een schuldeiser anders benaderen dan via een faillissement? Bijv. via een minnelijk traject: dat is
alles behalve het wetelijk traject. Het wetelijk traject omvat alle rechtsinstrumenten: faillissement, wsnp
en surseance.
Schuldenaren hebben soms een problematsche schuldenlast met onvoldoende afossinnscapaciteit. Je
vraant dan van de schuldeisers om wat water bij de wijn te doen door een akkoord aan te bieden of een
betalinnstraject op te starten. In een akkoord (dat wordt aanneboden door een onafankelijke
schuldhulpverlener) bied je aan zoveel procent van de vorderinn te voldoen tenen fnale kwijtnn. Je
probeert dus eerst het minnelijk traject te doorwandelen alvorens je aan het wetelijk traject toekomt.
Onderhands akkoord: meerpartjenovereenkomst beheerst door Boek 3 en Boek 6.
Boek 3: art. 3:277 BW is heel belannrijk. Daaruit blijkt de paritas creditorum. Bij het onderhands akkoord
bied je hetzelfde aan alle concurrente schuldeisers. Wat je dus niet man doen is de één ten procent
bieden en de ander twintn procent. Dit is echter een hoofdrenel, je kan daarvan afwijken. Je kan er soms
wel van afwijken, dan moet er een rechtvaardininnsnrond zijn om die ander meer te bieden. Dit kan bijv.
zo zijn wanneer je te maken hebt met een dwanncrediteur: je bent heel afankelijk van die crediteur. Hij
is een concurrent schuldeiser, maar als je die betaalt komt dat ten noede aan het producteproces
waardoor je uiteindelijk meer kan betalen: dit is dus in het voordeel van eenieder.
Bij het minnelijk traject neldt dat alle schuldeisers moeten instemmen met het akkoord. Je wilt niet dat
een kleine schuldeiser roet in het eten nooit. Je kan dan zennen dat alle schuldeisers binnen een bepaald
bedran 100% krijnen, en alle andere 10%. Kleine schuldeisers kunnen dan niet dwarsbomen dat het
akkoord er komt.
Binnen de wsnp krijnen preferente schuldeisers het dubbele percentane van de concurrente schuldeisers.
Dit vloeit voort uit de nedranscode schuldhulpverleninn. Bied je de concurrenten 10% aan, dan bied je de
preferenten dus 20%. Dat is een raar systeem, je bent newend de preferenten voor de concurrenten te
behandelen bij de uitkerinn. Dat is hier niet zo: preferenten delen met de concurrenten. Zij worden dus
niet eerst neheel voldaan voordat de concurrenten aan bod komen.
Verder wordt het beheerst door het verbintenissenrecht (aanbod en aanvaardinn, zie art. 6:217 BW). Art.
6:160 lid 2 BW is ook van belann: afstand van een vorderinnsrecht.
Het onderhands akkoord wordt aanneboden door de schuldhulpverlener aan de schuldeisers. Het neldt
alleen jenens denene die het akkoord heef ontvannen en het akkoord kennen en die ermee hebben
innestemd. Uit het akkoord moet blijken wat je aanbiedt en wat de situate is. Je kan dus neen dinnen
wenlaten.
Schuldhulpverlener is betrouwbaar wanneer hij lid is van de NVVK (Nederlandse verenininn voor
volkskredietbanken, is nu de verenininn voor schuldhulpverleninn en sociaal bankieren). Iedereen die lid
is, houdt zich aan de nedranscode schuldhulpverleninn 2016. Die nedranscode houdt zowel met
partculieren als ondernemers rekeninn.
Dient het akkoord aanneboden te worden aan alle schuldeisers? Dat is in de praktjk wel het neval. Dat
blijkt uit de renel van nelijke behandelinn (paritas creditorum, art. 3:277 BW) en uit de
uitvoerinnsrenelinn. Maar in de praktjk zie je dat soms een schuldeiser buiten het akkoord wordt nelaten.
Man dat? Soms is dat positef: je laat de één erbuiten omdat de ander daar voordeel bij heef. en
voorbeeld is de bank: een verhypothekeerd huis staat onder water. De bank wordt dan niet betrokken bij
het onderhands akkoord, want dan zouden de restantschulden alleen maar toenemen bij execute. Je
2
,moet de andere schuldeisers daar dan wel over informeren. r moet dan een rechtvaardininnsnrond zijn
waarom je dat doet.
In elk akkoord moet een ontbindende voorwaarde staan: alle schuldeisers moeten instemmen. Dat is het
probleem van het minnelijk traject: als één schuldeiser niet meedoet, dan komt er neen akkoord tot
stand. Schuldeisers hebben een machtsposite. Tenenwoordin is men van meninn dat natuurlijke personen
recht moeten hebben op een schone lei. Dranen ze voldoende af nedurende drie jaar, dan moet deze
persoon het vooruitzicht hebben op een akkoord. r zijn heel veel schuldeisers die instemmen met een
aanbod. Dat doen ze door die nieuwe ontwikkelinn, de fresh start-nedachte voor natuurlijk personen. Niet
iedereen denkt hier hetzelfde over: postorderbedrijven en de overheid zien dit niet altjd zo.
Ook staat in elk akkoord een bedinn van fnale kwijtnn. Dit heef echter neen vaste betekenis, je moet
Haviltexen. Doe je afstand van al je rechten, dan doe je afstand van je:
- Vorderinnsrecht
- Ius anendi (bevoendheid om zich te beroepen op zijn vorderinnsrecht)
- Rechtsvorderinn (het processuele middel om de vorderinn te incasseren).
Doe je alleen afstand van je rechtsvorderinn, dan blijf er een natuurlijke verbintenis bestaan. Je moet dan
non steeds betalen, alleen nakominn kan in rechte niet meer nevorderd worden. De schuldeiser (A) zet
dus non steeds op zijn balans de vorderinn op de schuldenaar (B), want die vorderinn is er non. Het
prijsneven van de rechtsvorderinn hannt vaak samen met een born of medeschuldenaar: als je je
vorderinnsrecht behoudt, dan kan je non naar die born toe.
Of stel dat A een product heef neleverd aan B en B zent dat het product niet noed is, ik heb schade
neleden en ik heb een vorderinn op jou, dan kan A de schulden verrekenen. Dit kan je niet wanneer je
afstand hebt nedaan van al je rechten. Het heef dus voordelen om te bedinnen dat je alleen afstand doet
van je rechtsvorderinn.
en schuldeiser heef recht op het nehele bedran (art. 3:276 BW). Je hoef neen nenoenen te nemen met
een percentane. Ook kan een schuldeiser zennen dat het minnelijk traject minder waarbornen heef dan
het wetelijk traject: je weet niet of de schuldhulpverlener alles noed heef nedaan. Je weet dus niet of
alle schuldeisers meedoen aan het akkoord. r is namelijk neen verifcateverplichtnn voor de
schuldhulpverlener: een curator en bewindvoerder naan veel nauwnezeter te werk, er is een wetelijk
kader dat waarbornen biedt voor schuldeisers. Dit arnument weent zwaar, maar je kan je afvranen of het
arnument steekhoudend is wanneer je te maken hebt met een zielin neval. Het is dan een overkill
wanneer je aanstuurt op het wetelijk traject. Je moet dan aantonen dat het wetelijk traject voor jou
meer waarbornen biedt. Dit zie je bijv. bij natuurlijk personen met een hone schuldenlast maar die het
vooruitzicht hebben dat ze veel kunnen afossen. r dient dan toezicht te zijn, omdat je
afossinnscapaciteit toeneemt met de jaren. r is dan minder vertrouwen in de schuldhulpverleninn: er is
minder controle op de sollicitateverplichtnn en afossinnscapaciteit.
In strijd met contractvrijheid? Kun je dat aankaarten wanneer je wordt nedwonnen tot een akkoord? r is
niet snel sprake van misbruik van recht, dat moet heel beperkt worden uitnelend. Dit blijkt ook uit het
Groenemeijer/Payroll-arrest: meneer Groenemeijer heef een nrote schuld. Hij heef een kleine
schuldeiser, Payroll, met een vorderinn van onneveer 1000 euro. Groenemeijer had ook preferente
schuldeisers. Zij waren allemaal akkoord nenaan met het aanbod om nenoenen te nemen met 7% van de
vorderinn. Reken je dat uit, dan vertenenwoordinde de schuld aan Payroll 2% aan de totale schuldenlast.
Dan is het raar dat Payroll naar de rechtbank stapt om het faillissement van Groenemeijer aan te vranen.
Groenemeijer naat in honer beroep tenen de faillietverklarinn. Honer beroep: belann van faillissement is
kleiner dan het belann van het minnelijk akkoord: faillissement wordt vernietnd. Groenemeijer naat
Payroll danvaarden: misbruik van recht door dwars te linnen. Kan je iemand een onderhands akkoord
oplennen? Hone Raad: een schuldeiser heef in beninsel recht om te weineren, er kan uitzonderinn zijn
wanneer de schuldenaar misbruik maakt van zijn bevoendheid. Hone Raad: kennis leidt niet tot misbruik
van recht, je kan iemand dus in beninsel niet zomaar dwinnen tot instemmen met een akkoord.
en onderhands dwannakkoord is newoon ern lastn, want een beroep op misbruik van recht
slaant newoon niet.
3
, Nethe: Indien je kan aantonen dat Payroll in faillissement minder krijnt dan bij het minnelijk
traject, dan maakt Payroll misbruik van zijn recht, omdat hij noed is neïnformeerd en weet wat
zijn posite is. Lanere rechters houden hun run recht wat dit betref: zij nemen sneller misbruik
van recht aan, ook misbruik van posite t.o.v. andere schuldeisers. De lanere rechter zornt non
steeds dat er een dwannakkoord kan komen, alleen
Bij rechtspersonen zie je minder snel een onderhands akkoord: het probleem zit bij de aandeelhouders, zij
hoeven neen water bij de wijn doen. Zij moeten dan bijv. het akkoord fnancieren. Daarom zijn er maar
weinin zaken die betrekkinn hebben op rechtspersonen, een akkoord komt minder snel naar voren.
Bovendien heef het ook te maken met de fresh start-nedachte: natuurlijk personen hebben recht op een
schone lei. Rechtspersonen daarentenen verdwijnen newoon na een faillissement, die schone lei speelt
niet zo.
Art. 287a Fw: insolventerechter beoordeeld of een schuldeiser nedwonnen kan worden in te stemmen
met een akkoord.
Deze renel was non in ontwikkelinn toen het Payroll-arrest er kwam. Vanuit Recofa werd toen
nezend dat dit een doodneboren kindje leek, vanwene de eisen die nesteld worden aan een
onderhands dwannakkoord.
Toch was het een succesvolle bepalinn. Het aantal verzoeken voor een dwannakkoord was in 2017 meer
dan 2500. en verzoek wordt slechts in 17% van de nevallen afnewezen, in 33% toenewezen, in 4% niet
ontvankelijk verklaard. Meest interessant: in onneveer 50% van de nevallen wordt het innetrokken. Vaak
stemmen mensen dan alsnon in met het aanbod, voordat de zitnn plaatsvindt. en zitnn wordt in dat
neval vaak nebruikt om alsnon een veroordelinn in de proceskosten te verkrijnen: zo naan we niet met
elkaar om.
Voordelen van een onderhands dwannakkoord voor een schuldenaar/ondernemer:
- Doorstart met behoud van werknelenenheid: voorzetnn van de onderneminn. Je behoudt dan de
noinn-concernwaarde en die is honer dan de executewaarde en je wil die waarde behouden.
- Relatef stlle sanerinn: neen publicate van alle problemen dan strikt noodzakelijk is.
faillissementen zijn openbaar en worden nepubliceerd in het handelsrenister. Dat is schadelijk
voor je onderneminn.
- Contracten lopen door:
o Bij faillissement staat vaak in de contracten met bijv. leveranciers dat die contracten
beëindinen wanneer je failliet naat. Die contracten lopen niet door en daarom je
onderneminn ook niet.
o De curator naat duurovereenkomsten opzennen (huurovereenkomst,
arbeidsovereenkomst)
- In neval van fnale kwijtnn van alle rechten: neen restantschulden meer (ook neen natuurlijke
verbintenissen).
Vernelijkinn met het wetelijk traject:
- r vindt benoeminn/aanstellinn van een curator en R-C plaats
- Homolonate van het akkoord (noedkeurinn van de rechtbank) bij het wetelijk verschil
- Bij een nerechtelijk akkoord ontstaan er restantschulden, want er ontstaan natuurlijke
verbintenissen. Je houdt dus je vorderinnsrechten.
Het voorstel van Kortmann ninn ten koste van de banken en fscus, daarom weet je dat die het niet naat
halen. Daarom kwam er een nieuw wetnevinnspronramma: Herijkinn Faillissementsrecht op nrond van
drie pijlers.
1. Moderniserinn Faillissementswet;
2. Versterkinn van het reornaniserend vermonen van de Faillissementswet;
3. Fraudebestrijdinn.
4
,Curator: is er wel voldoende tjd, neld en expertse? Waarom zou een curator veel tjd besteden aan
fraudebestrijdinn, wanneer er niets mee wordt nedaan? Daar zou meer aan moeten worden nedaan.
Minister: inzet van het pronramma is om faillissementen zoveel monelijk te voorkomen en als dat niet
monelijk blijkt, om een doorstart te vernemakkelijken.
uropese richtlijn: levensvatbare onderneminnen moeten nered worden met behulp van een akkoord
buiten insolvente. Daar wil Nederland zich straks aan conformeren.
WCOI lint bij de eerste kamer, WCO II heef het niet nehaald. Daarvoor is nu de WHOA, dat zit non in de
voorstelfase: consultatevoorstel van de Wet homolonate onderhands akkoord: hiermee wil men
levensvatbare onderneminnen redden. Dat moet je doen d.m.v. een dwannakkoord buiten faillissement.
Het nat dat is ontstaan door het arrest Payroll, moet worden nedicht door WHAO. r wordt dan een
nieuwe afdelinn in de Fw opnenomen, nenaamd ‘Homolonate van een onderhands akkoord’. Dit is
bestemd voor:
- Levensvatbare onderneminnen
- Met een problematsche schuldenlast
- Gericht op rechtspersonen
Idee: zowel nrote als kleine onderneminnen, van alle rechtspersoonlijkheden moeten hiervan nebruik
kunnen maken.
In het akkoord kan afreuk worden nedaan aan de rechten van schuldeisers, maar ook aan die van
aandeelhouders. r wordt dan bijv. vreemd vermonen omnezet in einen vermonen: aandelen verwateren
omdat er een nrote medeaandeelhouder wordt in de vorm van de bank: zij neemt nenoenen met een
kleiner percentane.
r wordt newerkt met klassen: je biedt een akkoord aan, aan alle klassen, of aan een nedeelte van de
klassen. Stemt één klasse in, dan kan je het akkoord voordranen ter noedkeurinn aan de rechtbank. r
komt dus een rechtbank aan te pas die naat noedkeuren.
Innewikkeld voorstel: de adviseurskosten zullen zo nroot zijn dat alleen nrote onderneminnen hier profjt
bij hebben. Kleine onderneminnen hebben onvoldoende capaciteit. r is non steeds behoefe aan een
bepalinn die lijkt op art. 287a Fw maar neschikt is voor alle rechtspersonen (nroot en klein) onneacht of
die onderneminn wel of niet levensvatbaar is. Gaat de WHOA de eindstreep halen? Dat weet ik zo net non
niet. Als ik denk aan die richtlijn dan is dat wel een stmulans, maar de WHOA is maar beperkt interessant.
WSNP
WSNP-verzoeken worden veel vaker innediend dan faillissementen. Dat is raar, want de wetnever heef bij
het maken van de Wsnp nezend dat het een stmulans voor het minnelijk traject moet zijn. Doel Wsnp:
- Tenennaan dat natuurlijk personen achtervolnd worden door schuldeisers: ze moeten een schone
lei kunnen krijnen;
- Stmuleren van het minnelijk traject: we naan die wsnp zo afschrikwekkend maken voor
schuldeiser dat ze vanzelf instemmen met een onderhands akkoord aanneboden tjdens het
minnelijk traject.
Het tenenovernestelde nebeurde: wsnp had een aanzuinende werkinn: schuldeisers wilden niet meedoen
en na jij maar in de Wsnp. In 2008 kwam er een wetswijzininn: we naan strenner selecteren (rechtbank),
we naan alleen mensen toelaten die er klaar voor zijn. Wanneer is dat? Als die fnancieel zijn zaken op de
rit heef (neen extra schulden laten ontstaan door bijv. verslavinnen) en als hij mentaal ook stevin in de
schoenen staat. r is dan sprake van een stabiele situate.
Doel van de Wsnp is het bereiken van een schone lei: je zit drie jaar in de wsnp en dan los je zoveel
monelijk af. De vraan is of er veel valt af te lossen. Nieuwe renelinn: salaris van de bewindvoerder wordt
uit de boedel betaald. Als je dus een vernelijkinn maakt met het minnelijk traject: schuldeisers krijnen dan
5
,meer omdat ze niet te maken krijnen met die kosten van de schuldhulpverlener. Dat is bij de Wsnp dus
wel zo, dat is feitelijk minder nunstn.
Wsnp beoont het minnelijk traject te stmuleren, dat is het stok achter de deur-efect. Dat blijkt echter
niet zo uit te pakken, daarom is art. 287a Fw er nekomen als tweede stok achter de deur: het stmuleren
van het minnelijk traject.
Onaantrekkelijk aan wsnp voor schuldeisers:
- Schone lei na drie jaar: natuurlijke verbintenissen blijven bestaan, dus je kan niet meer
procederen door verval van je rechtsvorderinn.
- Leveranciers zijn verplicht om door te leveren en dus schulden te laten ontstaan.
- Als je een akkoord aanbiedt, dan kunnen ook preferente schuldeisers nebonden zijn aan het
akkoord. Als een meerderheid van de preferente aandeelhouders instemt en dit
vertenenwoordint een meerderheid van de schuldenlast, dan is de rest ook nebonden.
o r wordt in twee rondes nestemd: preferent en concurrent. In beide vernaderinnen moet
het akkoord worden aannenomen. Gaat een van beide niet akkoord, dan is het akkoord
verworpen en dan neldt de situate van hierna: de R-C kan een verworpen akkoord
aannemen omdat sprake is van onredelijke stemminn. Dat komt heel weinin voor.
- en R-C kan een verworpen akkoord overrulen.
- De 2:1-verhoudinn neldt: preferenten krijnen een dubbel percentane t.o.v. de concurrenten.
Iedereen profteert dus van een uitkerinn (art. 449 Fw).
o Lonisch: anders zou niemand meewerken aan een minnelijk traject, want als de
preferenten daar hun poot stjf houden dan krijnen ze in de WSNP alsnon alles (of in elk
neval meer).
Wsnp neldt ook voor bijv. vennoten van een vof. Wanneer iemand het faillissement van de vof aanvraant,
betekent dat niet dat de vennoot ook failliet is. De beherend vennoot kan de schulden van de vof betalen
en daarmee de faillissementsaanvraan van de baan venen. Ook kan een vennoot opteren voor de wsnp.
Dan moet er wel eerst een minnelijk traject zijn bewandeld: het naat vaak om urnente zaken en
schuldhulpverleners zijn innesteld op helpen van natuurlijk personen zonder onderneminn. r zijn maar
een aantal schuldhulpverleners die zijn nespecialiseerd op schuldhulpverleninn aan ondernemers. Heb je
hiervoor onvoldoende tjd, dan moet je wat doen. Dan kan je in het faillissement belanden als vennoot en
dat kan je laten omzeten in een wsnp (art. 15b Fw).
Surseance
Niet behandeld, is heel anders dan faillissement. Het doel is behoud van de onderneminn, fnanciële
overlevinn. Faillissement ziet op liquidate. Inspraak van schuldeisers is ook anders: bij surseance is er
inspraak van schuldeisers. Bij defniteve surseance komt er een schuldeisersvernaderinn: zij stemmen of
de schuldenaar dat verzoek kan indienen. Zij hebben een vetorecht.
Ondervindt heel veel kritek omdat de surseance niet zou beantwoorden aan haar doelstellinn. Vaak is het
een voorloper van een faillissement. Ondernemers vranen de surseance aan omdat ze weten dat het
behoud onmonelijk is omdat de schulden die zijn ontstaan een nroot probleem vormen. De
bewindvoerder moet dan praten met de bank en fscus: bijv. afdoen van preferente posite, want dan kan
er een surseanceakkoord tot stand komen. en bank doet natuurlijk niet snel afstand van haar
preferente.
r wordt niet vaak een akkoord bereikt: voor faillissement is toestemminn van de AVA vereist. Als je neen
toestemminn krijnt omdat zij daar neen belann bij hebben, dan kun je dus neen verzoek indienen. Dan na
je als bestuurder een verzoek tot surseance indienen, want dan heb je neen toestemminn van de AVA
nodin, daar zijn bestuurders zelf toe bevoend.
Hoorcollege 2: 15-11-2018
Pre-pack
6
,In veel faillissementen vindt kapitaalvernietninn plaats. Tollenaar riep op tot de pre-pack om dit te
voorkomen.
In het zicht van faillissement moet er een stlle curator zijn die het faillissement naat voorbereiden en die
naat kijken of de onderneminn kan worden overnedranen: een doorstart. Je vermijdt dan het risico dat je
als curator heel snel moet naat verkopen, dan heb je minder nenadinden (desintenrate: minder waard
door nenateve publiciteit). Daarom moet je dat al zoveel monelijk voorbereiden voor het faillissement. In
het wetsvoorstel wordt nesproken over een beoond curator.
De koopovereenkomst wordt nesloten onder voorwaarde dat er een faillissement volnt. De verkoop vindt
plaats na datum faillietverklarinn. Verkoop is dus vanuit faillissement, dat voorkomt dat de renels voor
overnann van onderneminn niet van toepassinn zijn (art. 7:666 e.v. BW): in faillissement werkt de wet
overnann van onderneminn niet. Je kan dan zelf kiezen welk personeel je meeneemt en onder welke
voorwaarden. r is een nroot verschil tussen bescherminn binnen en buiten faillissement.
Pre-pack: voorbereiden actvatransacte in het zicht van faillissement. Hierdoor behoud je de noinn-
concernwaarde. Je kan dan eerder een koper vinden die eerder met een kapitaalinjecte komt. Dan kan
alles direct op datum faillissement in nann worden nezet.
en pre-pack kan ook uitmonden in een akkoord buiten insolvente: je vindt toch een investeerder die
bereid is om de onderneminn te redden zonder faillissement. Dit komt niet heel veel voor.
WCO I lint nu bij de eerste kamer. r is ook veel kritek op de pre-pack, namelijk omdat de voorbereidinn
in stlte wordt voorbereid. Potentële kopers worden dus niet altjd in de monelijkheid nesteld om een bod
te doen. Vaak worden insiders de overnemende partj: zij kunnen dan noedkoper aan de onderneminn
komen. Dit wordt nezien als reornanisate: dezelfde mensen hebben de onderneminn, en het personeel is
de dupe, evenals de concurrente schuldeisers die weinin tot niets krijnen bij de afwikkelinn van het
faillissement.
Smallsteps: stro was aanbieder van kinderopvann, daar was een pre-pack toenepast, maar heel veel
personeel kreen neen overeenkomst aanneboden. De koper was een nelieerde partj. De personen die wel
een aanbod krenen, moesten nenoenen nemen met mindere voorwaarden. r is neprocedeerd over de
vraan of de renels voor overnann van onderneminn van toepassinn zijn. Hof: renels voor overnann van
onderneminn zien op bescherminn van werknemers en zijn wel van toepassinn bij de pre-pack. Dit heef
tot veel onrust neluid: je hebt de hoofdrenel overnann van onderneminn, en de uitzonderinn. Die
overweninnen die naan over de uitzonderinn worden anders uitnelend door veel mensen. Hof: er moet
voldaan zijn aan drie cumulateve vereisten:
1. Vervreemder moet verwikkeld zijn in faillissementsprocedure. Bij een pre-pack die voorafnaat
aan een faillissement, dan is voldaan aan dit vereiste.
2. De procedure moet zijn inneleid met het oon op liquidate van het vermonen van de vervreemder.
3. Procedure onder toezicht van bevoende overheidsinstante
Niet voldaan aan 2 en 3: in Smallsteps was sprake van behoud van onderneminn, dat was ook het motef
voor het faillissement. Pre-pack is niet wetelijk nereneld dus voldeed hij ook niet aan het vereiste dat hij
onder toezicht stond van een wetelijke overheidsinstante.
Twee kampen:
1. Vakbonden en arbeidsjuristen: ook het personeel moet mee over
2. Insolventejuristen: faillissement ziet op liquidate van het vermonen, zodra je naat liquideren
maakt het niet uit of je de onderneminn in stukken verdeelt of in één keer verkoopt, maar je
moet kunnen profteren van de uitzonderinn op de hoofdrenel dat werknemers mee over naan.
Minister: naat een werknroep samenstellen en vranen wat mensen hiervan vinden. Het beeld is dat het
verschil tussen werknemersbescherminn binnen en buiten faillissement te nroot is: dat heef een
aanzuinende werkinn voor het faillissement.
7
, Vraan: heef men art. 7:666 BW wel richtlijnconform uitnelend? n heef deze uitspraak ook nevolnen
voor de situate dat vanuit een normaal faillissement wordt overnenomen? Bij een newone doorstart, is er
dan ook niet voldaan aan het beninsel van liquidate? Moet je dan altjd in mootjes hakken en verkopen?
Smallsteps: alles was al in kannen en kruiken, alleen het faillissement moest non plaatsvinden. Dat was
anders in Bogra: daar is tjdens het faillissement non van alles nedaan. Daarom is hier neen sprake van een
situate als bij Smallsteps en dus is overnann van onderneminn niet aan de orde. Rechter oordeelt dat de
newone overname niet wordt neraakt door Smallsteps.
Tuunte: neen sprake van een pre-pack, maar van een newone doorstart. Dan past de art. 7:666 BW
newoon toe: die neldt niet in het faillissement.
Heiploeg: aan alle vereisten van art. 5 is voldaan: uitzonderinn is hier van toepassinn, sprake van liquidate
van het vermonen ook al was sprake van behoud van onderneminn. Hier wilden ze noinn-concern
verkopen omdat dit het meest nunstn was voor de boedel: producte moest doornaan, onderneminn
moest worden voortnezet.
Faillissement
Alnemeen beslan op het nehele vermonen van de schuldenaren dat dient ten behoeve van de
nezamenlijke schuldeisers. en alnemeen faillissementsbeslan doet pre-faillissementsbeslanen wijken: het
bijzondere beslan moet plaatsmaken voor het alnemeen beslan en daardoor vervalt het bijzonder beslan.
Doel: het beslan dient ten behoeve van de nezamenlijke schuldeisers. Dan hebben we het over iedereen
wiens vorderinnen bestaan tot het tjdstp van faillietverklarinn. Het faillissement werkt als een hakbijl:
wat is de datum van faillietverklarinn en is een schuld ontstaan in het zicht van faillissement of op de dan
van faillissement of daarna? Anders nezend: een fxate van schulden.
en faillissement werkt terun tot het benin van die dan: word je om 14:00 uur failliet verklaard, dan werkt
dat terun tot 00:00 uur van die dan.
Passief en actef worden nefxeerd: schuldenaar is beschikkinnsonbevoend om over de noederen in de
boedel te beheren en beschikken. r komt een curator die naat beheren en beschikken: hij naat kijken wat
er is en in stand houden (beheren) en rechtshandelinnen tot stand brennen (beschikken).
Curator: wat is er en wat had er moeten zijn? Is er in het zicht van het faillissement iets neks nebeurd?
Wat is de oorzaak van het faillissement?
Doel faillissement is execute van het vermonen, liquidate van het vermonen. Dat houdt in dat je ieder
afzonderlijk actvum kan verkopen, maar je kan ook de onderneminn in zijn neheel verkopen, dan richt je
een BV op waar je die onderneminn in stopt en dan verkoop je de aandelen. Dan is de hele onderneminn
verkocht. xecute is dus niet alleen het in mootjes hakken, maar ook een doorstart.
xecuteopbrennst wordt verdeeld volnens een bepaalde volnorde (rannorde):
- Boedelschuldeisers (waaronder de curator)
- Preferente schuldeisers
- Concurrente schuldeisers (volnens de paritas creditorum)
Pand- en hypotheekhouders zijn separatsten: zij blijven afzonderlijk van het faillissement. Zij hebben
zekerheden en zij kunnen hun recht van parate execute uitoefenen alsof er neen faillissement is. Zij zijn
dus niet afankelijk van de curator. Zij hoeven hun vorderinn dus ook niet te laten verifëren en ze delen
niet mee in de faillissementskosten. Pand en hypotheek naat weer boven voorrecht, tenzij de wet anders
bepaalt (bijv. de posite van de fscus).
8
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mam95. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.07. You're not tied to anything after your purchase.