Class notes
HC 6 IBR2 (Master)
- Course
- Institution
HC 6 IBR 2 (Master) Transfer Pricing 1
[Show more]
Seller
Follow
MRang
Reviews received
Content preview
IBR 2 HC 6: Transfer PricingVerdeling van de winst
Meest basale vorm: produceren in NL en in VK verkocht. Tussenhandelaar
in VS (gelieerd). Winst in NL €50. Tussenhandelaar aan consument behaalt
€30 winst. Op het moment van gelieerde verhoudingen (controle
uitoefenen over transacties en voorwaarden van transacties) dan kan je
spelen met de winst. Er is geen extern referentiekader voor de prijzen dus
iets bedenken om die prijs in het VK vast te stellen. Prijs in gelieerde
verhoudingen laag houden en hoger aan UK dan meer winst in UK en
minder in NL. Dit gaat niet alleen over verkoopprijs maar ook de verdeling
van kosten.
Verdeling van de kosten
Hoofdkantoor in NL en twee dochters, 1 in India en 1 in Duitsland. In het
hoofdkantoor worden veel kosten gemaakt want daar zit de directie e.d. In
NL zijn er relatief zware hoofdkantoor kosten. Het is redelijk als andere
concernonderdelen daar in bijdragen. Anders alle kosten ten laste van NL
winst en dus in NL lagere vpb. En India en Duitsland zijn dan free riders,
die profiteren er van en hoeven niet te betalen, de winsten zijn daar dan
hoger. Het is eerlijker om de kosten te verdelen over de groep.
Andere voorbeelden:
, Interne levering van goederen en diensten (binnen concerns);
Verdeling van de hoofdkantoorkosten (bestuur, finance, IT, HR,
treasury, legal, investor relations, business development,…);
Vergoeding voor intellectuele eigendommen (merken- en
handelsnaamrechten, octrooirechten, tekeningen- en
modellenrechten, kwekersrechten, topografierechten,
bedrijfsprocessen, marktkennis,…);
Financiering;
Interne reorganisaties;
o Directeur in Dui wordt verantwoordelijk voor de organisatie in
Europa. Die directeur gaat daarmee ook rapporteren. Hij zal
een winst naar zich toe gerekend krijgen. Dan ga je schuiven
met winstcapaciteit: er slaat dan meer winst in Dui neer. Hij
kan daarvoor bijv. in BE hebben gezeten. Dat is dan zo subtiel
dat het bedrijf zelf het niet eens door hoeft te hebben.
Het probleem
Wanneer onafhankelijke ondernemingen transacties met elkaar aangaan,
worden de commerciële en financiële voorwaarden daarvan bepaald door
de marktomstandigheden. Wanneer verbonden ondernemingen
transacties met elkaar aangaan, worden commerciële en financiële
voorwaarden daarvan niet direct door de marktomstandigheden bepaald.
Waarom is dat een probleem? Vpb wordt geheven over de winst van de
(NL) belastingplichtige. Of belastingplichtigen die een band hebben met
NL. Als je dan gaat verdelen: dat kan in de tijd en over rechtspersonen en
over staten. Voor de multinational, voor de aandeelhouder, maakt het niet
uit want het gaat dezelfde pot in. Maar staten kunnen daardoor hun Vpb
niet goed hefen, staten gaan onderling met elkaar concurreren. VB:
google/facebook: de digitale diensten. Voor veel staten een doorn in het
oog. Alle Franse consumenten geven hun persoonlijke gegevens aan
facebook en daarmee een bron van inkomsten worden voor facebook.
Maar de advertenties worden niet verkocht vanuit Frankrijk maar van waar
de IT zit, dus andere staat. Concurrerende visies tussen staten. De één wil
de winst op manier A toerekenen en de ander op manier B. Ander
probleem boven gekomen laatste decennium, sinds panamapapers e.d. (+
vastgoedfraude). Afwijkingen van wat de markt zou dicteren kan ook een
aanwijzing zijn dat er sprake is van fraude. Bijv. vastgoedfraude: daar
wordt vastgoed in dezelfde middag 3x in waarde over de kop. Enorme
waarde sprongen in gecontroleerde verhoudingen. Ook daar is de
belangstelling voor TP toegenomen, voor ontduiking en fraude.
TP: Juiste vaststelling van de winst tussen staten, dat de belastingplichtige
overal belasting betaalt en de staten niet onderling hoeven te
concurreren. Het inventariseren van risico’s voor ontduiking en fraude.
De oplossing
Verdeling van de totale winst;
o Winstsplitsing; heel precies: o.b.v. functies en risico’s e.d.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MRang. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
67096 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now