Voor de ene zijn bepaalde uitspraken correct en voor de andere niet
Voor de ene is iets rechtvaardig en voor de andere niet
Recht = rechtszekerheid
Je hebt recht op iets wanneer er zich een situatie voordoet
Het is zekerheid hebben dat je na een sitautie geholpen wordt (als je A doet dan volg B)
Kenmerken van het recht
1. (rechts) regels (gedragsregels)
Subjectieve rechten = recht die brugers hebben door het hebben van rechten
2. Ordenen maatschappij
3. Overheid (trias politica / scheiding der machten)
4. Sancties
= regels die gemaakt zijn om de maatschappij te ordenen. Ze zijn staatsgebonden en opgemaakt door
de overheid. Wanneer ze niet nageleefd worden kunnen er santies volgen.
Afdwingbaarheid van het recht
Een regel moet nageleefd worden, wanneer je dit niet doet volgt er een sanctie.
Enkel de overheid heeft het recht op een sanctie toe te kennen = het recht van afdwingbaarheid.
Als burger mag je niet het recht in eigen handen nemen.
Rechtsmisbruik
Als burger mag je het recht dat je hebt niet gaan uitoefenen op een abnormale manier of wanneer je
er geen belang bij hebt.
Je mag recht niet gebruiken op een wijze dat het schadelijk is voor de ander.
Vb; tekening stukken grond, vrouw overgelopen van B naar A. B klaagt A aan omdat er iets op zijn
perceel staat → doet hij om te wreken, niet uit belang)
1
, SOORTEN RECHTEN
Privaat vs. Publiek recht
Privaatrecht: regelt de verhouding tussen burgers onderling.
Publiek recht: regelt de verhoduing tussen burgers en de overheid.
Nationaal vs. Internationaal recht
Nationaal recht: binnen de grenzen van de Belgische staat valt.
Internationaal recht/grensoverschrijdend recht: binnen Europa.
NATIONAAL RECHT
Belgisch recht → staatsgebonden
Privaat recht Publiek recht
= tss burgers onderling = tss burger en overheid
Burgerlijk recht Grondwettelijk recht
- 1804: burgerlijk wetboek - 1831: Grondwet
- Huwelijk - Fundamentele rechten van de mens
- Erfenis - Regelt de inrichting van de staat
- Koop/huur/eigendom/hypotheek)
Economisch recht Administratief recht
- Handelsrecht - De uitvoerende en rechterlijke macht
- Vennootschapsrecht - Koninklijke besluiten
- Marktrecht (eerlijke concurrentie) - Ruimtelijke ordening
- …
Arbeidsrecht Fiscaal recht
- Werkenemer/werkgever - Directe belastingen: belastingen op
- Individueel arbeidsrecht (rechten en inkomen
plichten van beide partijen) - Indirecte belastingen: BTW
- Collectief arbeidsrecht
(arbeidsovereenkomsten)
Privaatrechterlijk procesrecht Sociaal zekerheidsrecht
- Organisatie en bevoegdheid van - RSZ: sociale verzekering
rechtbanken/hoven - Ziekte, arbeidsogevallen, vakantiegeld,…
- Belgisch staatsblad Strafrecht
- Bepaalt wat misdrijven zijn
- Bepaalt welke straffen van toepassing
zijn op misdrijven
Strafprocesrecht
- Regelt strafprocedures (processen)
Geweldmonopolie = plichten die de overheid kan opleggen aan burgers.
Vb; - de overheid kan een burger die zijn belastingen niet betaald ertoe dwingen om te betalen.
- De overheid kan een misdadiger straffen.
2
, INTERNATIONAAL RECHT
Grensoverschrijdend recht → Europa
Zelfde als nationaal recht maar internationaal geteind.
Internationaal privaatrecht Internationaal publiekrecht
= elke staat heef zijn eigen privaatrecht.
- Wetboek internationaal privaatrecht
Burgerlijk recht Volkenrecht
Economisch recht - Verhouding tussen staten
Arbeidsrecht - A.d.h.v verdragen tussen volkeren:
Privaatrechtelijk procesrecht akkoorden van verschillende landen
Europees recht (hoort deels bij privaatrecht)
- landen die deel uitmaken van de EU vallen onder dezelfde regels.
- Regelt verhoudingen tussen lidstaten
BRONNEN VAN HET RECHT
Internationale rechtsbronnen = Europeese wetgeving
1. E.V.R.M = Europees Verdrag van de Rechten van de Mens
- Heeft niets met EU te maken → landen die geen lid zijn van EU hebben ook
ondertekend.
- E.H.R.M = Europees Hof voor de Rechten van de Mens → burger kan je naar hier gaan
als je denkt dat je rechten geschonden zijn.
2. E.U = Europese Unie
Verdragen = akkoord tussen landen.
Nationale rechtsbronnen = Belgische wetgeving → te vinden in Belgisch staatsblad
Grondwet (1994) → fundamentele rechten van de mens
- Beschermen tegen overheid
- Minimale zorg voor burgers in hun dagelijkse leven
Niveau 1 Fedraal Deelstaat Niveau 2
Gemeentelijke reglementen (gemeenteraad) Niveau 4 3
, Overige rechtsbronnen
Gewoonterecht = de gevestigde gebruiken die in een samenleving algemeen als bindend beschouwd
worden zonder dat ze werden neergeschreven in een of andere wetgevende maatregel
Rechtspraak = rechters worden moeten de abstracte wetgeving toepassen wanneer er zich een zaal
voordoet → belangrijke rechtsbron
Algemene rechtsbeginselen = rechten die niet in een wettekst geformuleerd omdat zij als volkomen
evident worden beschouwt.
HOOFDSTUK 2: BELGISCHE STAATSSRUCTUUR
KENMERKEN VAN DE BELGISCHE STAAT
Rechtstaat
Het is de taak van de overheid om de persoonlijke rechten van alle brugers te respecteren en te
beschermen (vrijheid van meningsuiting, recht op onderwijs, gelijkheid voor de wet,….) + voorzien van
politie die de burger zijn veiligheid moet garanderen.
De overheid moet haar eigen wetgeving die democratisch tot stand gekomen is zelf ook naleven.
Wetsstaat ipv rechtstaat = overheid beperkt zich niet enkel meer op beschermen van burgers, maar
vooral op het reguleren van het gedrag van de brugers en het besturen van overheidsdiensten.
Democratie
= een techniek om een land te besturen.
België is een onrechtsreekse democratie → stemrecht: bevolking kiest vertegenwoordigers.
Scheiding der machten Wetgevende macht: formuleren wetten (parlement)
WM = door burgers verkozen → belangrijkste macht!
Rechterlijke macht: interpreteren van wetten en zien of
ze worden toegepast (justitie)
UM RM → houden elkaar in evenwicht door elkaar te controleren
→ gemakaakt om machtsmisbruik te voorkomen
Eenheidsstaat/ federale staat
België is van eenheidsstaat gevolueerd naar een federale staat = federalisering
→ door taalabrière (verfransing)
Monarchie
Koning als staatshoofd → koninkrijk
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yanalagae. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.